Hoofdstuk 5: vergelijking van Bernoulli en
toepassingen
Inleiding
Hydrodynamica
= studie van de fluïda (vloeistoffen/gassen/dampen) in beweging
Dichtheid stromend fluïdum constant => fluïdum niet samendrukbaar:
Eenzelfde massa blijft hetzelfde volume innemen
Stromingssnelheid niet te hoog => ook bij gassen
Vergelijking van Bernoulli
= behoud van energie bij stromende fluïda
Stationaire stroming
= de snelheid in een bepaald punt van de leiding waarin het fluïdum
stroomt constant is in de tijd
= snelheid is alleen afhankelijk van de plaats, niet van de tijd
Niet stationaire stroming
= snelheid in functie van de tijd
Rotatievrije stroming
= een volume-elementje tijdens de beweging niet kan roteren en dus een
zuivere translatiebeweging uitvoert
Stroming van een ideaal fluïdum is een stroming die:
- Stationair
- Rotatievrij
- Niet-samendrukbaar
- Niet-viskeus
Stroomlijnen en stroombuizen
Snelheid steeds rakend aan de baan en onafhankelijk van de tijd
Stroomlijnen snijden elkaar nooit
Fluïdum kan een stroombuis niet verlaten
Stromingsveld
= al de stroomlijnen samen (die niet snijden)
= oppervlakte S1
1
, Het continuïteitsprincipe
= het behoud van massadebiet
= als de soortelijke massa constant is, vertaalt zich dit in het behoud van
volumedebiet
Oppervlakte S1 en S2 staan loodrecht op de stroomsnelheden v1 en V2
Fluïdum niet-samendrukbaar: massa S1 in = massa S2 uit
= massadebiet
Massadebiet
= de massa van het fluïdum die per tijdseenheid door een loodrechte
doorsnede van de stroombuis stroomt
= kg/s
Soortelijke massa p = constant:
= volumedebiet
= m3/s
Continuïteitsvergelijking
= geeft een verband tussen de doorsnede waardoor het fluïdum stroomt
en de stroomsnelheid
2
toepassingen
Inleiding
Hydrodynamica
= studie van de fluïda (vloeistoffen/gassen/dampen) in beweging
Dichtheid stromend fluïdum constant => fluïdum niet samendrukbaar:
Eenzelfde massa blijft hetzelfde volume innemen
Stromingssnelheid niet te hoog => ook bij gassen
Vergelijking van Bernoulli
= behoud van energie bij stromende fluïda
Stationaire stroming
= de snelheid in een bepaald punt van de leiding waarin het fluïdum
stroomt constant is in de tijd
= snelheid is alleen afhankelijk van de plaats, niet van de tijd
Niet stationaire stroming
= snelheid in functie van de tijd
Rotatievrije stroming
= een volume-elementje tijdens de beweging niet kan roteren en dus een
zuivere translatiebeweging uitvoert
Stroming van een ideaal fluïdum is een stroming die:
- Stationair
- Rotatievrij
- Niet-samendrukbaar
- Niet-viskeus
Stroomlijnen en stroombuizen
Snelheid steeds rakend aan de baan en onafhankelijk van de tijd
Stroomlijnen snijden elkaar nooit
Fluïdum kan een stroombuis niet verlaten
Stromingsveld
= al de stroomlijnen samen (die niet snijden)
= oppervlakte S1
1
, Het continuïteitsprincipe
= het behoud van massadebiet
= als de soortelijke massa constant is, vertaalt zich dit in het behoud van
volumedebiet
Oppervlakte S1 en S2 staan loodrecht op de stroomsnelheden v1 en V2
Fluïdum niet-samendrukbaar: massa S1 in = massa S2 uit
= massadebiet
Massadebiet
= de massa van het fluïdum die per tijdseenheid door een loodrechte
doorsnede van de stroombuis stroomt
= kg/s
Soortelijke massa p = constant:
= volumedebiet
= m3/s
Continuïteitsvergelijking
= geeft een verband tussen de doorsnede waardoor het fluïdum stroomt
en de stroomsnelheid
2