1. Volumetrie
1.a) Principe
Buret – titrans
Dit is de vloeistof die in de buret zit.
Het kan met gekende of onbekende
oplossing zijn.
Vaak is deze oplossing NaOH.
Erlenmeyer
De erlenmeyer is vaak gevuld met een
onbekende oplossing waarvan je de
concentratie mee moet bepalen.
Er is altijd een indicator (vaak
fenolftaleïne) aan toegevoegd.
Principe
Het doel hierbij is om het equivalentiepunt van de stof in de erlenmeyer te
bepalen. Hiermee kan je verschillende berekeningen mee doen.
1.b) Equivalentiepunt
Wat
Het punt waarbij er even veel titrans als stof van de erlenmeyer in de
erlenmeyer zit:
o HCl + NaOH H2O + NaCl
o De pH = 7
o Het evenwicht kan verschoven worden door de hoeveelheid titrans die
je eraan zal toevoegen.
Indicator
De indicator zijn pK moet zo dicht mogelijk bij 7 zitten.
1.c) Voorwaarden
EP moet nauwkeurig te bepalen zijn.
Concentratie van titrans is exact gekend.
o Indien niet zo: stellen t.o.v. oertiterstof.
o Oertiterstof = een zuivere stof die weinig reageert met de omgeving en
die een kleine molaire massa heeft.
Reageert met omgeving: kan exacte hoeveelheid niet
achterhalen bij berekenen van concentratie.
1
,2. Soorten titraties
2.a) Zuur-base titraties
Algemeen principe
Titratiecurves kunnen andere vormen krijgen, naar mate de sterkte van het
gebruikte zuur en base.
SZ + SB neutraal zout ZZ + SB basisch zout SZ + ZB zuur zout
HCl + NaOH CH3COOH + NaOH HCl + Na2CO3
Meerwaardig zuur
Met een meerwaardig zuur zoals H3PO4
heb je drie equivalentiepunten in plaats
van 1 zoals bij HCl.
In deze titratiecurve zal je dus meerdere
knikken vinden.
pK-waarden
Als je pK waarden te dicht bij elkaar
zitten, zullen de knikken van de
titratiecurve te dicht zijn bij elkaar.
2.b) Terugtitratie
Wat
Als je teveel van het titrans in de erlenmeyer hebt getitreerd, kan je dit
ongedaan maken door een andere stof toe te voegen om het evenwicht terug
te bereiken.
Opletten – berekeningen
Aantal mol X = aantal mol Y, maar voor het toaal aantal mol moet je: aantal
mol X = aantal mol Y – aantal mol Y gereageerd met Z
2
,2.c) Neerslagtitraties
Principe
Titratie waarbij er een molecule wordt gevormd die niet goed oplosbaar is,
zoals AgNO3. De stof zal neerslaan.
Neerslagindicator
Werkt doordat Ag eerst zal binden met Cl- ionen (bijvoorbeeld) en als alle Cl-
ionen al gebonden zijn met Ag zal de metaal binden met de indicator (CrO 42+).
Dit zal een typisch kleur geven.
2.d) Complexometrische titraties
Principe
Complexvorming
Toepassing: bepaling van metaalionen door titratie met EDTA.
o Complex zal gevormd worden waardoor er een kleurvorming ontstaat.
3. Berekeningen bij analyses
3.a) Concentratie berekenen
Stoichiometrie
Let op bij terug titratie!
o Aantal mol X = aantal mol Y, maar voor het totaal aantal mol moet je:
aantal mol X = aantal mol Y – aantal mol Y gereageerd met Z
Waarbij aantal mol Y gereageerd met Z de hoeveelheid is die
terug getitreerd werd.
3
, Hoofdstuk 2 – Algemene Spectrometrie
1. Theoretische achtergrond
1.a) Absorptie- en emissie-overgangen
Aangeslagen toestand
Eigenschappen:
o Kan spontaan gebeuren, maar is vaak gestimuleerd door een externe
energiebron.
o Dit is een fenomeen waarbij elektronen naar een hogere
energietoestand gaan (tijdelijk). Als ze terug naar de grondtoestand
komen, zullen ze vaak energie exciteren.
1.b) Soorten spectra
Lijnenspectrum
Ook gekend als emissiespectrum.
Bandenspectrum
Een groep lijnen die dichter komen naarmate ze de top van de band
benaderen door de elektronenovergangen van atomen en moleculen.
1.c) Kwaliteitsparameters
Statistische begrippen
Gemiddelde
√
2
Standaardafwijking:
gemiddelde
totaal−1
Analytische begrippen
Achtergrond:
Drift:
4