Kindergeneeskunde onderdeel 1: Normale groei en ontwikkeling
De ontwikkeling van een kind gaat stapsgewijs. Een kind maakt verschillende ontwikkelingen
door: motorische, verbale, emo;onele, sociale en individuele verschillen.
Primair groeiproces
Enchondrale verbening
* Botaanmaak vanuit kraakbeencellen
* Vanuit epifyse via groeischijf naar diafyse
* Lange pijpbeenderen
* Wervellichamen
Secundair groeiproces
Hormonen en groeifactoren
* Groeihormoon
* Insuline-like-growth-factor I
* Schildklierhormoon
* Insuline
* Geslachtshormonen
* Vitamine D
De vitale parameters bij kinderen:
Ontwikkelingsvelden volgens Gesell:
• Adapta=e
Ontwikkeling handfunc;e en oog-hand coördina;e
• Fijne motoriek
Ontwikkeling van kijken, reiken tot grijpen en manipuleren
• Grove motoriek
Ontwikkeling hoofdbalans, rugligging, ziKen, kruipen, staan, lopen
• Spraak- en taalontwikkeling
Ontwikkeling van communica;eve vaardigheden
• Ontwikkeling persoonlijkheid en sociale vaardigheden
Ontwikkeling contacten, zelfstandigheid, emo;es en zindelijkheid
• Ontwikkeling ouder-kind rela=e
Ontwikkeling gehechtheid, veiligheid.
,Groeikenmerken van een peuter:
o Geleidelijke groei
o Lengtetoename van 75 cm tot 110 cm
o Gewichtstoename van 10 kg tot 17 kg
o Ledematen blijven nog achter t.o.v. verdere lichaam
o Mollig, buikje, kuiltjes bij ellebogen en handjes
o Overheersen buikademhaling
o Maagdarmstelsel geschikter voor normaal voedsel
Groeikenmerken van een kleuter:
o Lengtetoename van 110 cm tot 120 cm
o Gewichtstoename 2 kg/jaar tot 22 kg
o Hoofd nog rela;ef groot
o Nog geen taille, armen en benen nog wat achter
o Lichte mate X-benen
o Maagdarmstelsel normaal ontwikkeld
o Nieren normaal ontwikkeld
Breath-holding-spell = een kind houdt de adem in ;jdens de uitademing. Een kind weet niet
hoe het met de uitlokkende prikkel om moet gaan, hierdoor vergeet hij/zij adem te halen.
1. Huilen/boosheid
2. Blokkade hernieuwde inspira;e
3. Forse cyanose
4. Hypoxische wegraking
5. Herstel ademhaling
Vaccina;es die een kind krijgt:
, Kinderverpleegkunde onderdeel 2: Kind en gezin / vitale func=es en pijn
Family centered care = het gezin staat centraal in de zorgverlening.
Er zijn vier uitgangspunten:
1. Dignity and respect
Waardering en respect over mening/opvaYngen van het gezin.
2. Informa=on sharing
Open, snelle en makkelijke communica;e naar het gezin.
3. Par=cipa=on
Aanmoedigen gezin te laten helpen bij de zorg.
4. Collabora=on
Samenwerking tussen zorgmedewerkers en gezin.
Comfort score à pijnscore meten bij pasgeboren baby’s. Je gaat dan een korte ;jd een baby
in de gaten houden en symptomen observeren.
Hoe pijn verminderen bij kinderen?
• Uitleg
• Rust en regelmaat (zorg voor structuur en voorspelbaarheid)
• Afleiden (fopspeen, zingen, filmpjes, etc.)
• Alterna;eve therapieën (ademhaling, etc.)
• Medicamenteus
PEWS = het vroeg;jdig herkennen van signalen.
Normaalwaarden kind:
Ademfrequen;e à 30-60
Satura;e à boven de 94%
Harjrequen;e à 110-150
RR à 60-80
Temperatuur à 36,5-37,5
SBAR = manier om een pa;ënt over te dragen naar een ander.
Situa;on:
• Wie belt?
• Om welke pa;ënt gaat het?
• Wat is het probleem?
Background
• Welke achtergrondinforma;e is belangrijk in deze situa;e?
• Reden van opname?
De ontwikkeling van een kind gaat stapsgewijs. Een kind maakt verschillende ontwikkelingen
door: motorische, verbale, emo;onele, sociale en individuele verschillen.
Primair groeiproces
Enchondrale verbening
* Botaanmaak vanuit kraakbeencellen
* Vanuit epifyse via groeischijf naar diafyse
* Lange pijpbeenderen
* Wervellichamen
Secundair groeiproces
Hormonen en groeifactoren
* Groeihormoon
* Insuline-like-growth-factor I
* Schildklierhormoon
* Insuline
* Geslachtshormonen
* Vitamine D
De vitale parameters bij kinderen:
Ontwikkelingsvelden volgens Gesell:
• Adapta=e
Ontwikkeling handfunc;e en oog-hand coördina;e
• Fijne motoriek
Ontwikkeling van kijken, reiken tot grijpen en manipuleren
• Grove motoriek
Ontwikkeling hoofdbalans, rugligging, ziKen, kruipen, staan, lopen
• Spraak- en taalontwikkeling
Ontwikkeling van communica;eve vaardigheden
• Ontwikkeling persoonlijkheid en sociale vaardigheden
Ontwikkeling contacten, zelfstandigheid, emo;es en zindelijkheid
• Ontwikkeling ouder-kind rela=e
Ontwikkeling gehechtheid, veiligheid.
,Groeikenmerken van een peuter:
o Geleidelijke groei
o Lengtetoename van 75 cm tot 110 cm
o Gewichtstoename van 10 kg tot 17 kg
o Ledematen blijven nog achter t.o.v. verdere lichaam
o Mollig, buikje, kuiltjes bij ellebogen en handjes
o Overheersen buikademhaling
o Maagdarmstelsel geschikter voor normaal voedsel
Groeikenmerken van een kleuter:
o Lengtetoename van 110 cm tot 120 cm
o Gewichtstoename 2 kg/jaar tot 22 kg
o Hoofd nog rela;ef groot
o Nog geen taille, armen en benen nog wat achter
o Lichte mate X-benen
o Maagdarmstelsel normaal ontwikkeld
o Nieren normaal ontwikkeld
Breath-holding-spell = een kind houdt de adem in ;jdens de uitademing. Een kind weet niet
hoe het met de uitlokkende prikkel om moet gaan, hierdoor vergeet hij/zij adem te halen.
1. Huilen/boosheid
2. Blokkade hernieuwde inspira;e
3. Forse cyanose
4. Hypoxische wegraking
5. Herstel ademhaling
Vaccina;es die een kind krijgt:
, Kinderverpleegkunde onderdeel 2: Kind en gezin / vitale func=es en pijn
Family centered care = het gezin staat centraal in de zorgverlening.
Er zijn vier uitgangspunten:
1. Dignity and respect
Waardering en respect over mening/opvaYngen van het gezin.
2. Informa=on sharing
Open, snelle en makkelijke communica;e naar het gezin.
3. Par=cipa=on
Aanmoedigen gezin te laten helpen bij de zorg.
4. Collabora=on
Samenwerking tussen zorgmedewerkers en gezin.
Comfort score à pijnscore meten bij pasgeboren baby’s. Je gaat dan een korte ;jd een baby
in de gaten houden en symptomen observeren.
Hoe pijn verminderen bij kinderen?
• Uitleg
• Rust en regelmaat (zorg voor structuur en voorspelbaarheid)
• Afleiden (fopspeen, zingen, filmpjes, etc.)
• Alterna;eve therapieën (ademhaling, etc.)
• Medicamenteus
PEWS = het vroeg;jdig herkennen van signalen.
Normaalwaarden kind:
Ademfrequen;e à 30-60
Satura;e à boven de 94%
Harjrequen;e à 110-150
RR à 60-80
Temperatuur à 36,5-37,5
SBAR = manier om een pa;ënt over te dragen naar een ander.
Situa;on:
• Wie belt?
• Om welke pa;ënt gaat het?
• Wat is het probleem?
Background
• Welke achtergrondinforma;e is belangrijk in deze situa;e?
• Reden van opname?