100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Begrippen ontwikkelingspsychologie 1 TM 13 + PDF

Rating
-
Sold
-
Pages
29
Uploaded on
25-05-2024
Written in
2023/2024

Begrippen ontwikkelingspsychologie 1 TM 13 + Begrippen ontwikkelingspsychologie 1 TM 13 + externe bronnen zoals artikelen of websites en een kort overzicht van de theorie.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
1 tm 13
Uploaded on
May 25, 2024
Number of pages
29
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Thema 1: 2
Hoofdstuk 1 2
Hoofdstuk 2 3
Hoofdstuk 3: 6
Hoofdstuk 4: 8
Thema 2 9
Begrippen hoofdstuk 5: 9
Begrippen hoofdstuk 6: 11
Begrippen hoofdstuk 7: 13
Thema 4: 14
Hoofdstuk 8: 14
Hoofdstuk 9: 15
Hoofdstuk 10: 17
Thema 5: 20
Hoofdstuk 11: 20
Hoofdstuk 12 21
Hoofdstuk 13 23
PDF 24
Ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel: 24
Zwangerschapshormonen 25
DNA 25
Apgar 26
Theorie 27






,Thema 1:
Hoofdstuk 1
Cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren.
Cognitieve ontwikkeling: ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens,
zoals denken, leren, geheugen en probleemoplossing.
Continue verandering: geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op een
bepaald niveau voortvloeien uit die op de vorige niveaus.
Discontinue verandering: ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en
waarbij elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia.
Fysieke ontwikkeling: ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het
lichaam, zoals de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte
aan eten, drinken en slaap.
Gevoelige periode: een afgebakende tijdspanne, meestal vroeg in het leven, waarin
mensen extra gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn
voor het leren van specifieke vaardigheden.
Gewenning (habituatie): de afname van de reactie op een stimulus die plaatsvindt na
herhaalde presentatie van die stimulus.
Kritieke periode: een specifieke tijdsspanne in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste — en zelfs onomkeerbare — gevolgen heeft.
Maturatie: het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie.
Menarche: het tijdstip waarop de eerste menstruatie optreedt.
Nature-nurturedebat: de discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze
eigenschappen; in hoeverre komen deze voort uit onze aanleg en in hoeverre uit onze
opvoeding en leefomgeving?
Ontwikkelingspsychologie: de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en
stabiliteit bij mensen, van conceptie tot ouderdom, maar met een accent op de jaren tot de
volwassenheid.
Persoonlijkheidsontwikkeling: ontwikkeling van duurzame gedragingen en
(karakter)eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden.
Plasticiteit: de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur
veranderbaar is.
Pluralistisch model: de opvatting dat de samenleving bestaat uit diverse gelijkwaardige
culturele groepen die hun individuele culturele kenmerken moeten behouden.
Sociaal-emotionele ontwikkeling: ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties,
interacties met anderen en op het omgaan met emoties.
Stimuli: prikkels, oftewel veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop
een organisme reageert.






, Hoofdstuk 2
Accommodatie: het proces waarbij bestaande manieren van denken of doen veranderen
in reactie op nieuwe stimuli of gebeurtenissen.
Afhankelijke variabele: de variabele die de onderzoeker gaat meten en waarvan hij
verwacht dat deze beïnvloed wordt door de onafhankelijke variabele.
Assimilatie: het proces waarbij mensen een nieuwe ervaring interpreteren aan de hand
van hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze.
Behavioristisch perspectief: benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat je
moet kijken naar waarneembaar gedrag en externe stimuli in de omgeving om de
ontwikkeling van het individu te begrijpen.
Bio-ecologisch model: model dat uitgaat van vijf omgevingsniveaus die elk organisme
gelijktijdig beïnvloeden.
- Microsysteem: Bestaat uit de groepen die direct contact hebben met het kind, zoals
familie, vrienden en school.
- Mesosysteem: Omvat de relaties tussen de groepen uit het eerste systeem.
Bijvoorbeeld de interactie tussen ouders en leerkrachten.
- Exosysteem: Elementen van dit systeem hebben geen directe relatie met het kind, maar
beïnvloeden wel zijn/haar ontwikkeling. Denk aan werkplekken van ouders, politiek en
media.
- Macrosysteem: Culturele elementen die het kind en iedereen om hem heen
beïnvloeden. Dit systeem bepaalt hoe andere systemen zich kunnen uiten.
- Chronosysteem: Dit systeem verwijst naar de levensfase waarin de persoon verkeert en
de situaties die hij/zij doormaakt, zoals overlijden van een dierbare.
Casestudy: studie waarbij de toestand waarin één individu of een groep individuen
verkeert diepgaand en uitvoerig wordt onderzocht.
Cognitief perspectief: benadering binnen de psychologie die zich richt op de processen
die mensen in staat stellen de wereld te leren kennen, begrijpen en overdenken.
Cognitieve neurowetenschap: benadering van cognitieve ontwikkeling die zich richt op
de invloed van hersenprocessen op cognitieve activiteit.
Controlegroep: de groep die in een experiment niet wordt blootgesteld aan de
experimentele conditie.
Correlationeel onderzoek: onderzoek dat bedoeld is om vast te stellen of er tussen twee
(of meer) factoren een verband of correlatie bestaat.
Cross-sequentieel onderzoek: onderzoek waarin een aantal verschillende
leeftijdsgroepen op verschillende tijdstippen worden bestudeerd.
Dwarsdoorsnedeonderzoek of cross-sectioneel onderzoek: onderzoek waarbij
mensen van verschillende leeftijden op hetzelfde tijdstip met elkaar worden vergeleken.
Ego: het rationale en redelijke deel van de persoonlijkheid, dat opereert vanuit het
realiteitsprincipe.
Empirisch-wetenschappelijke methoden: procedures om ideeën en vragen te toetsen
met behulp van zorgvuldige, gecontroleerde technieken en systematische
dataverzameling gebaseerd op eigen, objectieve waarnemingen.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
lisasmit3 Hanzehogeschool Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
31
Member since
6 year
Number of followers
17
Documents
6
Last sold
1 week ago

4.3

4 reviews

5
1
4
3
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions