100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Pathologie en comorbiditeit - Ontwikkelingsstoornissen

Rating
-
Sold
1
Pages
16
Uploaded on
24-05-2024
Written in
2023/2024

Het vak "Pathologie en comorbiditeit" is onderverdeeld in verschillende delen. Deze samenvatting is het deel dat aan bod komt in ontwikkelingsstoornissen. Het olod wordt gegeven door Ancy Leroy en Fleur Gailly.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 24, 2024
Number of pages
16
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Pathologie en comorbiditeit

Pathologie en comorbiditeit
Deel: comorbiditeit
Docenten: Ancy Leroy, Fleur Gailly

Studieomvang: 4 studiepunten
Algemene pathologie en NKO: 53%
Neuropathologie, psychiatrie en geriatrie: 33%
Specifieke ontwikkelingsstoornissen: 14%


1 ONTWIKKELING VAN STOORNISSEN

Inleidende uitleg
 Ontwikkelingsstoornis (volgens DSM-5) = Een neurobiologische stoornis die in de (vroege)
ontwikkeling tot uiting komt, die gekenmerkt wordt door ontwikkelingsachterstanden op
een of meerdere functiedomeinen en die levenslang beperkingen veroorzaakt in het
persoonlijke, sociale, schoolse of beroepsmatig functioneren.

Soorten ontwikkelingsstoornissen
 Verstandelijke beperkingen
 Communicatiestoornissen
 Autismespectrumstoornissen
 Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis
 Specifieke leerstoornissen
 Motorische ontwikkelingsstoornissen


1.1 ONTWIKKELINGSTHEORIEËN

Tegenwoordig wordt er vooral uitgegaan van een biopsychosociaal model waarbij gedrag een
wisselwerking is tussen biologische (vb. hersenontwikkeling), psychologische (vb. motivatie) en sociale
factoren (vb. opvoeding).
De invloed van deze 3 aspecten kan per gedrag verschillen.

In de ontwikkelingspsycho(patho)logie wordt een aan het biopsychosociale model verwante theorie
gebruikt: het bio-ecologische systeemmodel van Bronfenbrenner
 Benadrukt het belang van het begrijpen van de verschillende omgevings- en sociale factoren die
de ontwikkeling van een individu beïnvloeden, ook interacties tussen de factoren
 De persoon met zijn eigen persoonlijke kenmerken staat centraal
 Rondom: micro-, meso-, exo- en macrosysteem
 Geheel wordt omgeving door chronosysteem  verloop van tijd
 Hoe dichter de laag bij de intrapersoonlijke factoren staat, hoe meer directe invloed die laag op
de persoon heeft

 Interpersoonlijke factoren: veranderen onder invloed van de
verschillende systemen waarin hij functioneert en door het
verstrijken van de tijd



1

, Pathologie en comorbiditeit
 Microsystemen: de relaties die men heeft met zijn directe omgeving (vrienden, familie, …). Het
gaat om directe contacten die invloeden uitoefenen
 Mesosystemen: de relaties tussen de verschillende microsystemen van het individu.
Voorbeeld: ouders die met de leerkracht overleggen over hun kind
 Exosystemen: verschillende maatschappelijke systemen die via meso- en microsystemen de
ontwikkeling van de persoon op een indirecte manier beïnvloeden
Voorbeeld: vriendenkring van de ouders
 Macrosysteem: heeft te maken met de maatschappij en de cultuur waarin een persoon leeft en
de daarbij horende wetten, instituties, waarden en normen
Voorbeeld: leerplicht, religieuze normen, maatschappelijke trends, …
 Chronosysteem: de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling die mensen door de tijd
heen doormaken. Dit systeem slaat ook op de tijdsperiode waarin men opgroeit en die invloed
heeft op de persoonlijkheidsvorming


1.2 RISICO- EN BESCHERMENDE FACTOREN

Of er zich een stoornis ontwikkelt en in welke mate deze tot uiting komt in het gedrag is afhankelijk van
een dynamisch samenspel tussen risico- en beschermende factoren, die in de persoon zelf (biologische
factoren) als in de omgeving (contextuele factoren) kunnen liggen.

Risicofactoren voor het ontstaan van de stoornis
 Prenataal
o Biologisch
Voorbeeld: genetische aanleg, geslacht
o Omgeving
Voorbeeld: ongezonde levensstijl van de moeder
Maternale ziekten
 Perinataal
o Voorbeeld: prematuriteit, laag geboortegewicht, geboortecomplicaties

Risicofactoren die een rol spelen in het functioneren met een stoornis
 Postnatale factoren in de omgeving
o Voorbeeld: ouders met psychische problemen, inadequate opvoedingsstijlen, negatieve
interacties met de omgeving, …
 Postnatale factoren in het individu (biologisch)
o Voorbeeld: comorbide stoornissen, weinig intrinsieke motivatie, …

Beschermende factoren voor het ontstaan van de stoornis
 Prenataal
 Perinataal
Voorbeeld: gezonde levensstijl van de moeder tijdens de zwangerschap




Beschermende factoren die een rol spelen in het functioneren met een stoornis
 Postnataal
o Biologisch
Voorbeeld: hogere intelligentie, sterke motivatie, positief zelfbeeld
o Context
Voorbeeld: positief gezinsklimaat, sociale steun, begrip van de omgeving


2

, Pathologie en comorbiditeit
2 VERSTANDELIJKE ONTWIKKELINGSSTOORNIS

2.1 DEFINITIE EN KENMERKEN

= Een verstandelijke ontwikkelingsstoornis die ontstaat tijdens de ontwikkelingsperiode en die zowel
significante beperkingen in het intellectuele functioneren omvat als significante beperkingen in het
adaptieve functioneren op conceptueel, sociaal en praktisch vlak.

Ontstaan tijdens de ontwikkelingsperiode
 Aangeboren
 Kenmerken worden duidelijk tijdens de ontwikkelingsperiode

Significante beperkingen in het intellectuele functioneren
 Intellectuele functioneren = Brede capaciteit om de omgeving te
begrijpen
 Daaronder vallen cognitieve vaardigheden
Voorbeeld: redeneren, plannen, abstract denken, beoordelen, …
 Binnen ICF-model wordt intelligentie gezien als een algemene
mentale functie
 Onderzoek: observatie en gestandaardiseerde IQ-test

Significante beperkingen in adaptieve vaardigheden
 Adaptieve vaardigheden = Vaardigheden om in het alledaagse leven te kunnen functioneren,
nodig om te voldoen aan standaardverwachtingen qua persoonlijke onafhankelijkheid
o Conceptuele vaardigheden: geheugen, taal, schoolse vaardigheden, …
o Sociale vaardigheden: interpersoonlijk contact, zich houden aan de regels,
zelfwaardering, …
o Praktische vaardigheden: activiteiten van het dagelijks leven (= ADL, vb. zelfzorg),
geldbeheer, telefoneren, …


2.2 CLASSIFICATIECRITERIA VOLGENS DSM-5

Voor de diagnose moet voldaan worden aan 3 criteria
 Criterium A = intelligentiecriterium
o Duidelijke beperking in het intellectueel functioneren
o Wordt aangetoond m.b.v. gestandaardiseerde intelligentietest, aangevuld met klinische
beoordeling van de cognitieve vermogens
o IQ ≤ 70-75
o Bij zeer jonge of zwakke kinderen wordt dit criterium bepaald o.b.v. een inschatting van
het ontwikkelingsniveau




 Criterium B = criterium adaptief gedrag
o Beperkingen in het adaptief functioneren die ertoe leiden dat de betrokkene niet kan
voldoen aan de ontwikkelings- en sociaal-culturele standaarden


3

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
marengoethals Hogeschool Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
13
Member since
1 year
Number of followers
1
Documents
4
Last sold
3 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions