Klassieke analysemethoden
1. Elektrochemie
1.1 Oxidaties en reducties
1.1.1 Oxidatie- en reductiereacties
Reagentia veranderen van oxidatietrap
Bij stijgen is het een oxidatie
Bij daling is het een reductie
Oxidator
o Neemt elektronen op
o Doet andere stof oxideren
o Wordt zelf gereduceerd
o Oxidatiegetal daalt
Reductor
o Geeft elektronen af
o Doet andere stof reduceren
o Wordt zelf geoxideerd
o Oxidatiegetal stijgt
1.1.2 Halfreacties
Balanceren van redoxreacties pagina 8-9
1.1.3 Elektrochemische cellen
1.1.3.1 Galvanische en elektrolytische cellen
Galvanische cel
o Spontaan proces, levert elektrische energie
Elektrolytische cel
o Opgelegd proces, verbruikt elektrische energie
Galvanische cel Elektrolytische cel
1
,1.1.3.2 Anoden en kathoden
Elektroden
o Anode: oxidatiereactie
o Kathode: reductiereactie
In sommige gevallen wordt gebruikt gemaakt
van inerte elektroden
1.1.3.3 De zoutbrug
Sluit elektrische kring met behulp van ionen
Verhindert mengen van beide oplossingen
Elektroneutraliteit
1.1.3.4 Schematische voorstelling van
elektrochemische cellen (niet kunnen
noteren, wel kunnen lezen)
Voorgesteld als volgt:
o Begin bij de anode en vermeld alle
relevante info tot aan de kathode
o Schrijf de volgorde van anodereacties als oxidaties, van kathodereacties als
reducties
o Stel fasegrenzen tussen oplossing en elektrode voor met enkele verticale
streep, zoutbrug met een dubbelde verticale streep
Voorbeeld:
o Pt|Sn2+(0,10M),Sn4+(0,21M)||Fe3+(0,080M),Fe2+(0,12M)|Pt
1.1.3.5 Stroomgeleiding in elektrochemische cellen
Stroomgeleiding in elektrochemische cel:
o Elektrode en vaste geleiders: elektronen
o Oplossing en zoutbrug: ionen
o Aan elektrode oppervlakte: omzetting ionenstroom naar elektronenstroom
redoxreactie
1.1.4 Sterkte van oxidators en reductors
1.1.4.1 Elektrodepotentialen
Stel metaal M in een oplossing van ionen Mn+, wat gebeurt er, 3 mogelijkheden:
Scheiding van ladingen tussen elektrode en oplossing geeft aanleiding tot een
elektrische potentiaal tussen elektrode en oplossing: dit wordt elektroden potentiaal
E genoemd
Wij gebruiken altijd een reductiepotentiaal, dit is de neiging waarmee een elektrode
elektronen opneemt
Metaal M in een oplossing van ionen Mn+
o Evenwicht: Mn+ + n e- ↔ M
2
, De ligging van het evenwicht wordt beschreven door de elektrodepotentiaal E
Onthoudt:
o Steeds reductiepotentiaal
o Hogere potentiaal: evenwicht naar rechts, reductie treedt gemakkelijker op,
sterkere oxidator
o Lagere (negatieve) potentiaal: evenwicht meer naar links, oxidatie treedt
gemakkelijker op, sterkere reductor
1.1.4.2 Standaard elektrodepotentiaal
Metaal M in een oplossing van ionen Mn+
o Evenwicht: Mn+ + n e- ↔ M
Als [Mn+] stijgt, evenwicht verschuift naar rechts
Om verschillende halfreacties te vergelijken wordt daarom gebruik gemaakt van de
standaard elektrodepotentiaal E°
Dit is de elektrodepotentiaal onder standaardcondities:
o Als ai = 1 (c = 1 mol/L) E = E°
Betekenis E°: zoals bij elektrodepotentiaal E
o Hoge E°:
Wordt gemakkelijk gereduceerd
Sterke oxidator
1.1.4.3 Het meten van elektrodepotentialen
E is geen absolute waarde, de meting gebeurt altijd tegenover andere halfcel
Er wordt een potentiaalverschil gemeten:
o ∆E = Ekathode - Eanode
Het potentiaalverschil wordt ook celpotentiaal Ecel genoemd
1.1.4.4 De standaard waterstofelektrode
De referentie op potentialen te meten is de
standaardwaterstofelektrode (SHE)
Evenwicht:
o 2 H+ + 2 e- ↔ H2(g)
Potentiaal wordt standaard op 0,000 V gesteld
1.1.4.5 Tekenconventie voor elektrodepotentialen
Elektrode wordt gekoppeld aan een
SWE:
o Gedraagt hij zich als kathode:
positief potentiaal
o Gedraagt hij zich als anode:
negatief potentiaal
Onthoudt:
o Een redoxkoppel met een
hoger potentiaal heeft de
sterkere oxidator
o Een redoxkoppel met een lager potentiaal heeft de sterkere reductor
o Een koppel met hogere E oxideert koppel met lagere E
3
1. Elektrochemie
1.1 Oxidaties en reducties
1.1.1 Oxidatie- en reductiereacties
Reagentia veranderen van oxidatietrap
Bij stijgen is het een oxidatie
Bij daling is het een reductie
Oxidator
o Neemt elektronen op
o Doet andere stof oxideren
o Wordt zelf gereduceerd
o Oxidatiegetal daalt
Reductor
o Geeft elektronen af
o Doet andere stof reduceren
o Wordt zelf geoxideerd
o Oxidatiegetal stijgt
1.1.2 Halfreacties
Balanceren van redoxreacties pagina 8-9
1.1.3 Elektrochemische cellen
1.1.3.1 Galvanische en elektrolytische cellen
Galvanische cel
o Spontaan proces, levert elektrische energie
Elektrolytische cel
o Opgelegd proces, verbruikt elektrische energie
Galvanische cel Elektrolytische cel
1
,1.1.3.2 Anoden en kathoden
Elektroden
o Anode: oxidatiereactie
o Kathode: reductiereactie
In sommige gevallen wordt gebruikt gemaakt
van inerte elektroden
1.1.3.3 De zoutbrug
Sluit elektrische kring met behulp van ionen
Verhindert mengen van beide oplossingen
Elektroneutraliteit
1.1.3.4 Schematische voorstelling van
elektrochemische cellen (niet kunnen
noteren, wel kunnen lezen)
Voorgesteld als volgt:
o Begin bij de anode en vermeld alle
relevante info tot aan de kathode
o Schrijf de volgorde van anodereacties als oxidaties, van kathodereacties als
reducties
o Stel fasegrenzen tussen oplossing en elektrode voor met enkele verticale
streep, zoutbrug met een dubbelde verticale streep
Voorbeeld:
o Pt|Sn2+(0,10M),Sn4+(0,21M)||Fe3+(0,080M),Fe2+(0,12M)|Pt
1.1.3.5 Stroomgeleiding in elektrochemische cellen
Stroomgeleiding in elektrochemische cel:
o Elektrode en vaste geleiders: elektronen
o Oplossing en zoutbrug: ionen
o Aan elektrode oppervlakte: omzetting ionenstroom naar elektronenstroom
redoxreactie
1.1.4 Sterkte van oxidators en reductors
1.1.4.1 Elektrodepotentialen
Stel metaal M in een oplossing van ionen Mn+, wat gebeurt er, 3 mogelijkheden:
Scheiding van ladingen tussen elektrode en oplossing geeft aanleiding tot een
elektrische potentiaal tussen elektrode en oplossing: dit wordt elektroden potentiaal
E genoemd
Wij gebruiken altijd een reductiepotentiaal, dit is de neiging waarmee een elektrode
elektronen opneemt
Metaal M in een oplossing van ionen Mn+
o Evenwicht: Mn+ + n e- ↔ M
2
, De ligging van het evenwicht wordt beschreven door de elektrodepotentiaal E
Onthoudt:
o Steeds reductiepotentiaal
o Hogere potentiaal: evenwicht naar rechts, reductie treedt gemakkelijker op,
sterkere oxidator
o Lagere (negatieve) potentiaal: evenwicht meer naar links, oxidatie treedt
gemakkelijker op, sterkere reductor
1.1.4.2 Standaard elektrodepotentiaal
Metaal M in een oplossing van ionen Mn+
o Evenwicht: Mn+ + n e- ↔ M
Als [Mn+] stijgt, evenwicht verschuift naar rechts
Om verschillende halfreacties te vergelijken wordt daarom gebruik gemaakt van de
standaard elektrodepotentiaal E°
Dit is de elektrodepotentiaal onder standaardcondities:
o Als ai = 1 (c = 1 mol/L) E = E°
Betekenis E°: zoals bij elektrodepotentiaal E
o Hoge E°:
Wordt gemakkelijk gereduceerd
Sterke oxidator
1.1.4.3 Het meten van elektrodepotentialen
E is geen absolute waarde, de meting gebeurt altijd tegenover andere halfcel
Er wordt een potentiaalverschil gemeten:
o ∆E = Ekathode - Eanode
Het potentiaalverschil wordt ook celpotentiaal Ecel genoemd
1.1.4.4 De standaard waterstofelektrode
De referentie op potentialen te meten is de
standaardwaterstofelektrode (SHE)
Evenwicht:
o 2 H+ + 2 e- ↔ H2(g)
Potentiaal wordt standaard op 0,000 V gesteld
1.1.4.5 Tekenconventie voor elektrodepotentialen
Elektrode wordt gekoppeld aan een
SWE:
o Gedraagt hij zich als kathode:
positief potentiaal
o Gedraagt hij zich als anode:
negatief potentiaal
Onthoudt:
o Een redoxkoppel met een
hoger potentiaal heeft de
sterkere oxidator
o Een redoxkoppel met een lager potentiaal heeft de sterkere reductor
o Een koppel met hogere E oxideert koppel met lagere E
3