Ziektebeeld
en
Ziektebeeld 1: Pre-eclampsie en
HELLP
Ziektebeeld 2: Fluxus
1
, Hypertensieve aandoeningen (Pre-eclampsie en HELLP)
Omschrijving, bouw en functie van het gezonde
orgaan of gewricht.
Het bloedvatenstelsel van het menselijk lichaam is een
inwendig transportnetwerk, bestaande uit veel en
verschillende bloedvaten. Verdeeld in arteriën en venen,
waardoor bloed en bouwstoffen door het lichaam wordt
vervoerd. En waar op verschillende plaatsen chemische
uitwisselingen plaatsvinden.
Doordat vloeistoffen met inbegrip van bloed niet kunnen
wordt samengedrukt, ontstaat een vloeistofdruk ook wel
hydrostatische druk genoemd. Als een drukverschil bestaat,
stroomt het bloed van een gebied met hogere druk naar een
gebied met lagere druk. De stroomsnelheid is recht evenredig
met het drukverschil: hoe groter het drukverschil, hoe sneller
de storming. De ‘bloeddruk’ die doorgaans gemeten wordt is
de arteriële druk. Deze bloeddruk wordt verdeeld in een
systolische en diastolische druk. De systolische druk is de
maximale bloeddruk tie tijdens de ventriculaire systole wordt
gemeten, de diastolische druk is de minimale bloeddruk aan
het einde van de ventriculaire diastole.
Symptomen van de ziekte.
Hypertensie: Dit wordt gedefinieerd als een systolische bloeddruk groter dan of
gelijk aan 140 mm Hg en/of een diastolische bloeddruk groter dan of gelijk aan
90mmHg.
Chronische hypertensie: Hypertensie die ontstaat vóór de 20ste week van de
zwangerschap of aanwezig tot 6 weken na de partus. Staat een beetje los van de
zwangerschap.
Zwangerschapshypertensie: Het betreft een tevoren normotensieve vrouw
met stijging van de BD na de 20ste zwangerschapsweek of in de eerste 24 uur
post partum zonder proteïnurie.
Pre-eclampsie: Een zwangerschapsspecifieke multi-orgaan aandoening, waarbij
door vaatschade hypertensie verschijnt na de 20 ste zwangerschapsweek
(uitzondering trofoblastziekte) bij een tevoren normotensieve vrouw. Tevens
dient proteïnurie (ten minste 0,3 gram proteïne in een 24-uurs urinecollectie)
aanwezig zijn.
Andere klinische symptomen:
Nierfunctiestoornissen: verhoogd kreatinine, urinezuur of oligurie < 500 ml
per 24 uur.
2
en
Ziektebeeld 1: Pre-eclampsie en
HELLP
Ziektebeeld 2: Fluxus
1
, Hypertensieve aandoeningen (Pre-eclampsie en HELLP)
Omschrijving, bouw en functie van het gezonde
orgaan of gewricht.
Het bloedvatenstelsel van het menselijk lichaam is een
inwendig transportnetwerk, bestaande uit veel en
verschillende bloedvaten. Verdeeld in arteriën en venen,
waardoor bloed en bouwstoffen door het lichaam wordt
vervoerd. En waar op verschillende plaatsen chemische
uitwisselingen plaatsvinden.
Doordat vloeistoffen met inbegrip van bloed niet kunnen
wordt samengedrukt, ontstaat een vloeistofdruk ook wel
hydrostatische druk genoemd. Als een drukverschil bestaat,
stroomt het bloed van een gebied met hogere druk naar een
gebied met lagere druk. De stroomsnelheid is recht evenredig
met het drukverschil: hoe groter het drukverschil, hoe sneller
de storming. De ‘bloeddruk’ die doorgaans gemeten wordt is
de arteriële druk. Deze bloeddruk wordt verdeeld in een
systolische en diastolische druk. De systolische druk is de
maximale bloeddruk tie tijdens de ventriculaire systole wordt
gemeten, de diastolische druk is de minimale bloeddruk aan
het einde van de ventriculaire diastole.
Symptomen van de ziekte.
Hypertensie: Dit wordt gedefinieerd als een systolische bloeddruk groter dan of
gelijk aan 140 mm Hg en/of een diastolische bloeddruk groter dan of gelijk aan
90mmHg.
Chronische hypertensie: Hypertensie die ontstaat vóór de 20ste week van de
zwangerschap of aanwezig tot 6 weken na de partus. Staat een beetje los van de
zwangerschap.
Zwangerschapshypertensie: Het betreft een tevoren normotensieve vrouw
met stijging van de BD na de 20ste zwangerschapsweek of in de eerste 24 uur
post partum zonder proteïnurie.
Pre-eclampsie: Een zwangerschapsspecifieke multi-orgaan aandoening, waarbij
door vaatschade hypertensie verschijnt na de 20 ste zwangerschapsweek
(uitzondering trofoblastziekte) bij een tevoren normotensieve vrouw. Tevens
dient proteïnurie (ten minste 0,3 gram proteïne in een 24-uurs urinecollectie)
aanwezig zijn.
Andere klinische symptomen:
Nierfunctiestoornissen: verhoogd kreatinine, urinezuur of oligurie < 500 ml
per 24 uur.
2