Probleem 5 Verstandelijke beperking
Verstandelijke beperking
Functioneringsproblemen gekenmerkt door significante beperkingen in zowel intellectueel
functioneren als in adaptief gedrag. De problemen moeten ontstaan zijn voor het 18e
levensjaar. Het mag niet te verwijten zijn aan andere stoornissen. (AAIDD)
Soorten
Beperking IQ Sociaal Leeftijd
aanpassingsvermoge
n
Licht 55 – 70 50 – 70 6,5 – 12 jaar
Matig 40 – 55 35 – 50 4 – 6,5 jaar
Ernstig 25 – 40 20 – 35 2 – 4 jaar
Zeer ernstig < 25 < 20 0 – 2 jaar
4 benaderingen
Individueel probleem
Biomedische benadering Een bepaalde lichamelijke structuur of functie is afwezig of
afwijkend. Een verstandelijke beperking is een cognitieve stoornis samen met evt. andere
stoornissen. Behandeling d.m.v. medische of therapeutische interventies.
Functionele benadering Nadruk op de beperkingen die het gevolg zijn van een bepaalde
stoornis. Deze beperkingen worden zoveel mogelijk beperkt door trainings- en
ontwikkelingsprogramma’s, zodat een kind zich in het dagelijks leven beter kan aanpassen
aan de omgeving.
Sociaal probleem
Omgevingsbenadering Interactie tussen persoon en de omgeving staat centraal. Mate van
functioneren hangt ook af van de verwachtingen en eisen van de omgeving. Behandeling:
Ondersteuning.
Mensenrechten / sociaal-politieke benadering Handicap is het gevolg van
maatschappelijke systemen die deze mensen discrimineren / benadelen. Iedereen heeft een
volwaardige plaats en kan naar eigen mogelijkheden een bijdrage leveren in de maatschappij.
Oorzaken
De oorzaken van een verstandelijke beperking zijn complex, multifactorieel en
intergenerationeel.
Categoriseren op basis van moment
- Prenataal
- Perinataal
- Postnataal
1/3 – ½ is te wijten aan genetische factoren.
Voor elke categorie kun je ook weer categoriseren op basis van aard:
- Biologische factoren
- Sociale factoren
- Gedrag factoren
- Opvoeding factoren
Preventie
Primaire preventie Functiebeperkingen voorkomen
Secundaire preventie Vroegtijdig onderkennen van functiebeperking, zodat ze nog
hersteld kunnen worden.
Tertiaire preventie Negatieve effecten te verminderen of bijkomende problemen
voorkomen.
Verstandelijke beperking
Functioneringsproblemen gekenmerkt door significante beperkingen in zowel intellectueel
functioneren als in adaptief gedrag. De problemen moeten ontstaan zijn voor het 18e
levensjaar. Het mag niet te verwijten zijn aan andere stoornissen. (AAIDD)
Soorten
Beperking IQ Sociaal Leeftijd
aanpassingsvermoge
n
Licht 55 – 70 50 – 70 6,5 – 12 jaar
Matig 40 – 55 35 – 50 4 – 6,5 jaar
Ernstig 25 – 40 20 – 35 2 – 4 jaar
Zeer ernstig < 25 < 20 0 – 2 jaar
4 benaderingen
Individueel probleem
Biomedische benadering Een bepaalde lichamelijke structuur of functie is afwezig of
afwijkend. Een verstandelijke beperking is een cognitieve stoornis samen met evt. andere
stoornissen. Behandeling d.m.v. medische of therapeutische interventies.
Functionele benadering Nadruk op de beperkingen die het gevolg zijn van een bepaalde
stoornis. Deze beperkingen worden zoveel mogelijk beperkt door trainings- en
ontwikkelingsprogramma’s, zodat een kind zich in het dagelijks leven beter kan aanpassen
aan de omgeving.
Sociaal probleem
Omgevingsbenadering Interactie tussen persoon en de omgeving staat centraal. Mate van
functioneren hangt ook af van de verwachtingen en eisen van de omgeving. Behandeling:
Ondersteuning.
Mensenrechten / sociaal-politieke benadering Handicap is het gevolg van
maatschappelijke systemen die deze mensen discrimineren / benadelen. Iedereen heeft een
volwaardige plaats en kan naar eigen mogelijkheden een bijdrage leveren in de maatschappij.
Oorzaken
De oorzaken van een verstandelijke beperking zijn complex, multifactorieel en
intergenerationeel.
Categoriseren op basis van moment
- Prenataal
- Perinataal
- Postnataal
1/3 – ½ is te wijten aan genetische factoren.
Voor elke categorie kun je ook weer categoriseren op basis van aard:
- Biologische factoren
- Sociale factoren
- Gedrag factoren
- Opvoeding factoren
Preventie
Primaire preventie Functiebeperkingen voorkomen
Secundaire preventie Vroegtijdig onderkennen van functiebeperking, zodat ze nog
hersteld kunnen worden.
Tertiaire preventie Negatieve effecten te verminderen of bijkomende problemen
voorkomen.