Probleem 6 Lost in the labyrinth
Neurocognitieve stoornissen
Neurocognitieve stoornissen
Stoornissen die een verlies van cognitief vermogen omvatten, veroorzaakt door een
hersenziekte- of beschadiging.
Soorten
- Delirium
- Major neurocognitieve stoornis (dementie)
Globaal verval van cognitieve functies.
- Milde neurocognitieve stoornis
Zelfde als major, maar dan minder ernstig.
Kenmerken
- Geheugenverlies: eerst korte termijn, daarna ook lange termijn.
Nieuwe informatie wordt niet meer opgeslagen en oude informatie kan niet meer
opgehaald worden.
- Ontregeling van abstract denken ( plannen, oordelen en begrip)
Decorumverlies gedragen op een manier die niet sociaal aanvaardbaar is en niet
past bij hun vroegere leefstijl.
- Tekorten in cognitief functioneren
- Slechtere impulscontrole
- Uitvalkenmerken
Afasie -> niet het juiste woord vinden
Apraxie -> handeling niet kunnen uitvoeren
Agnosie -> niet herkennen van voorwerpen / mensen
Echolalia -> herhalen van wat er gezegd wordt
Parilalia -> steeds herhalen van geluiden of woorden
Major neurocognitieve stoornis
Oorzaken
Bevat meer dan 50 stoornissen die als oorzaak kunnen dienen.
- Huntington
- Parkinson
- Beroerte
- Infectie
- Tumoren & abcessen
- Voedingstekorten
- Hersentrauma
- Giftige stoffen
- Alzheimer ( meest)
Parkinson
2e meest voorkomende oorzaak van dementie.
Prevalentie
- Meer mannen dan vrouwen
- 0,5 – 1 % 65-69 jaar
- 1 – 3% 80+
, - 75% krijgt dementie
Symptomen
- Motorische symptomen zoals tremors of stijve bewegingen.
- Psychologische symptomen zoals depressie, anxiety, apathie, cognititeve problemen
en hallucinaties en waanideeën.
25 – 40% heeft cognitieve problemen
Oorzaken
- Verlies van dopamine neuronen in substantia nigra.
Dopamine -> controleert de bewegingen.
- Zowel genen als omgeving spelen een rol. Genen hebben meer invloed op jonge
leeftijd, omgeving heeft meer invloed op latere leeftijd.
- Roken en drinken kunnen bescherming bieden, heeft waarschijnlijk te maken met het
stimuleren van dopamine.
Risicofactor: depressie
Behandeling
Symptomen kunnen tijdelijk onderdrukt worden met medicatie, die zorgen voor dopamine
(Mirapex).
Deep brain stimulation in de thalamus en basale ganglia -> blokkeert abnormale impulsen
voor trillen.
Huntington
Zeldzame degeneratieve stoornis van het centraal zenuwstelsel
Prevalentie
- 1 : 10.000
- Evenveel vrouwen als mannen
- Begint rond de 40 jaar
- Ontwikkelen vaak dementie
- Overlijden 10 – 20 jaar na het ontstaan van de ziekte
Symptomen
- Chronische progressieve chorea onvrijwillige en onregelmatige bewegingen, die
van ene naar andere gebied van het lichaam vloeien.
- Subtiele cognitieve problemen, zijn niet altijd zichtbaar. Ontstaan door het verlies van
breinweefsel.
- Gedragsveranderingen zoals gebrek aan zelfbeheersing, stoornissen in impulscontrole,
ontremming op allerlei gebieden.
- Soms ook hallucinaties en schizofrenie.
Oorzaak
Dominant gen op chromosoom 4
Behandeling bestaat nog niet.
Alzheimer
Progressieve en fatale neurodegeneratieve stoornis. Meest voorkomende oorzaak voor
dementie. Diagnose kan pas officieel worden gesteld na de dood van de patiënt. Wordt
gekenmerkt door meerdere cognitieve tekortkomingen.
Vroeg stadium: recente gebeurtenissen, routine taken lukken niet meer
Later stadium: onmogelijkheid om te functioneren, gedesoriënteerd, slecht judgement en
verwaarlozen van hygiëne.
Patiënten krijgen ook vaak waanideeën en worden soms zelfs fysiek agressief,
De temporale kwabben beschadigen als eerst. Hier zit de hippocampus (geheugen).
Neurocognitieve stoornissen
Neurocognitieve stoornissen
Stoornissen die een verlies van cognitief vermogen omvatten, veroorzaakt door een
hersenziekte- of beschadiging.
Soorten
- Delirium
- Major neurocognitieve stoornis (dementie)
Globaal verval van cognitieve functies.
- Milde neurocognitieve stoornis
Zelfde als major, maar dan minder ernstig.
Kenmerken
- Geheugenverlies: eerst korte termijn, daarna ook lange termijn.
Nieuwe informatie wordt niet meer opgeslagen en oude informatie kan niet meer
opgehaald worden.
- Ontregeling van abstract denken ( plannen, oordelen en begrip)
Decorumverlies gedragen op een manier die niet sociaal aanvaardbaar is en niet
past bij hun vroegere leefstijl.
- Tekorten in cognitief functioneren
- Slechtere impulscontrole
- Uitvalkenmerken
Afasie -> niet het juiste woord vinden
Apraxie -> handeling niet kunnen uitvoeren
Agnosie -> niet herkennen van voorwerpen / mensen
Echolalia -> herhalen van wat er gezegd wordt
Parilalia -> steeds herhalen van geluiden of woorden
Major neurocognitieve stoornis
Oorzaken
Bevat meer dan 50 stoornissen die als oorzaak kunnen dienen.
- Huntington
- Parkinson
- Beroerte
- Infectie
- Tumoren & abcessen
- Voedingstekorten
- Hersentrauma
- Giftige stoffen
- Alzheimer ( meest)
Parkinson
2e meest voorkomende oorzaak van dementie.
Prevalentie
- Meer mannen dan vrouwen
- 0,5 – 1 % 65-69 jaar
- 1 – 3% 80+
, - 75% krijgt dementie
Symptomen
- Motorische symptomen zoals tremors of stijve bewegingen.
- Psychologische symptomen zoals depressie, anxiety, apathie, cognititeve problemen
en hallucinaties en waanideeën.
25 – 40% heeft cognitieve problemen
Oorzaken
- Verlies van dopamine neuronen in substantia nigra.
Dopamine -> controleert de bewegingen.
- Zowel genen als omgeving spelen een rol. Genen hebben meer invloed op jonge
leeftijd, omgeving heeft meer invloed op latere leeftijd.
- Roken en drinken kunnen bescherming bieden, heeft waarschijnlijk te maken met het
stimuleren van dopamine.
Risicofactor: depressie
Behandeling
Symptomen kunnen tijdelijk onderdrukt worden met medicatie, die zorgen voor dopamine
(Mirapex).
Deep brain stimulation in de thalamus en basale ganglia -> blokkeert abnormale impulsen
voor trillen.
Huntington
Zeldzame degeneratieve stoornis van het centraal zenuwstelsel
Prevalentie
- 1 : 10.000
- Evenveel vrouwen als mannen
- Begint rond de 40 jaar
- Ontwikkelen vaak dementie
- Overlijden 10 – 20 jaar na het ontstaan van de ziekte
Symptomen
- Chronische progressieve chorea onvrijwillige en onregelmatige bewegingen, die
van ene naar andere gebied van het lichaam vloeien.
- Subtiele cognitieve problemen, zijn niet altijd zichtbaar. Ontstaan door het verlies van
breinweefsel.
- Gedragsveranderingen zoals gebrek aan zelfbeheersing, stoornissen in impulscontrole,
ontremming op allerlei gebieden.
- Soms ook hallucinaties en schizofrenie.
Oorzaak
Dominant gen op chromosoom 4
Behandeling bestaat nog niet.
Alzheimer
Progressieve en fatale neurodegeneratieve stoornis. Meest voorkomende oorzaak voor
dementie. Diagnose kan pas officieel worden gesteld na de dood van de patiënt. Wordt
gekenmerkt door meerdere cognitieve tekortkomingen.
Vroeg stadium: recente gebeurtenissen, routine taken lukken niet meer
Later stadium: onmogelijkheid om te functioneren, gedesoriënteerd, slecht judgement en
verwaarlozen van hygiëne.
Patiënten krijgen ook vaak waanideeën en worden soms zelfs fysiek agressief,
De temporale kwabben beschadigen als eerst. Hier zit de hippocampus (geheugen).