Inhoudsopgave
Tax Accounting...........................................................................................................................1
1. Onderdeel Winstbelasting......................................................................................................2
Voorbeeld:...........................................................................................................................2
Voorbeeld:...........................................................................................................................2
Voorbeeld:...........................................................................................................................3
BGB 2.04................................................................................................................................ 4
BGB 2.06................................................................................................................................ 4
BGB 2.08................................................................................................................................ 4
JV V19.2................................................................................................................................. 4
2. Onderdeel deelnemingen.......................................................................................................4
Werkcollege 2 mevrouw Lensink 25-5-2018.................................................................................6
JV V19.5................................................................................................................................. 6
BVB Zelftoets H12....................................................................................................................8
BGB 12.07 Moeriat...................................................................................................................8
JV V16.2................................................................................................................................. 9
3. Onderdeel consolidatie..........................................................................................................9
Voorbeeld 1 van een eliminatiepost........................................................................................10
Voorbeeld 2 van een eliminatiepost........................................................................................10
Voorbeeld 3 van een eliminatiepost:.......................................................................................10
Voorbeeld 4 van een eliminatiepost:.......................................................................................10
JV V16.3............................................................................................................................... 11
Meerkeuzevragen JV 16.4 en JV 16.5........................................................................................11
BGB Zelftoets H20..................................................................................................................11
BGB 20.03 Mirjam..................................................................................................................11
4. Onderlinge leveranties.........................................................................................................11
Voorbeeld in H21.................................................................................................................12
Voorbeeld 2 in H21..............................................................................................................12
BGB 20.07 (Mahonia)..............................................................................................................13
BGB 21.02.............................................................................................................................13
Zelftoets H21.........................................................................................................................13
21.03................................................................................................................................... 13
5. Deconsolidatie....................................................................................................................13
Opdracht Henk.......................................................................................................................13
Werkcollege week 5 (officieel 6) 15-6-2018...................................................................................14
Proeftoets................................................................................................................................ 15
1
, 1. Onderdeel Winstbelasting
Voorbeeld:
Resultatenrekening:
Kosten 100 Opbrengsten 150
Winst 50
Balans
Vaste activa Aandelenkapitaal
Reserves
Winst boekjaar 50
Vlottende activa Vreemd vermogen
Gemaakte journaalpost:
999 Overboekingsrekening / winst boekjaar (op RR)
@0.. Winst boekjaar (op balans)
Maar dat is vreemd: als je de winst voor belasting presenteert als eigen vermogen, zouden de
aandeelhouders het idee kunnen hebben dat zij het gehele bedrag kunnen uitkeren als dividend.
Dus winst na belasting presenteren!
Voorbeeld:
Resultatenrekening:
Kosten 100 Opbrengsten 150
Belastinglast 12.5
Winst nB 37.5
25% tarief gebruikt in dit voorbeeld
Belastinglast = kosten voor de onderneming
Balans:
Activa Aandelenkapitaal
Reserves
Winst boekjaar 37.5
Vlottende activa Te betalen belastingen 12.5
Overig vreemd
vermogen
Schuld aan de fiscus
Gemaakte journaalpost:
9.. Belastinglast (op RR)
@1.. Te betalen belasting (op balans)
VPB wordt geheven over het fiscaal belastbare bedrag:
Saldo fiscale winst volgens goedkoopmansgebruik
+/- fiscale faciliteiten en fiscaal niet aftrekbare bedragen
= belastbare winst
- te verrekenen verliezen
= belastbaar bedrag
Te verrekenen verliezen: dat betekend dat er in het verleden geen winst was
Toen is dus geboekt:
0.. Verlies boekjaar (op balans)
@999 Overboekingsrekening / Verlies (op RR)
+
1.. Te vorderen belasting (op balans)
@ 9.. Belastingbate
Te verrekenen verliezen:
Carry back met de winst uit het laatste voorafgaande jaar
Carry forward met de winsten van de volgende negen jaren
2
,Carry back is een zekere vordering, dus opnemen op de balans. Debet of Credit? > debet
Carry forward is een voorwaardelijke vordering; er moet wel winst gemaakt worden in de komende
negen jaar. Dus alleen opnemen wanneer dat in de lijn van de verwachtingen ligt i.v.m. het
voorzichtigheidsprincipe. Ook moet het worden toegelicht in de jaarstukken. > debet
Bedrijfseconomische jaarrekening wordt opgesteld volgens maatschappelijk aanvaardbare
normen.
Fiscale jaarrekening volgens goedkoopmansgebruik.
Er zouden dus verschillen kunnen ontstaan tussen de fiscale winst en bedrijfseconomische winst.
Met als gevolg verschillen tussen de bedrijfseconomische belastinglast en de werkelijk te betalen
VPB volgens de fiscus.
Deze verschillen kunnen tijdelijk zijn, of permanent. Belangrijk om te weten, want die worden anders
verwerkt in de administratie.
Tijdelijke verschillen: worden later gecompenseerd door een even groot tegengesteld verschil
o Voordelen: rentevoordeel, speelruimte in de financiering.
Permanente/definitieve verschillen: worden later niet meer opgeheven.
o Te verdelen in:
Verlichtingen: deelnemingsvrijstelling en investeringsaftrek bijvoorbeeld.
Verzwaringen: bedrijfseconomische waardering tegen actuele waarde en fiscaal
tegen historische kosten.
Definitieve verschillen leiden tot onderdruk of overdruk.
Voorbeeld:
Stel de bedrijfseconomische winst is 100K, bestaande uit:
80K winst van de moeder
20K winst van de dochter.
Fiscaal geldt een deelnemingsvrijstelling: moeder hoeft geen VPB te betalen over de winst van de
dochter. Te betalen VPB = 25% * 80K = 20K
De effectieve belastingdruk = 20K / 100K * 100%= 20%
In plaats van 25%, dus onderdruk.
Tijdelijke verschillen worden anders verwerkt: in de bedrijfseconomische resultatenrekening wordt
uitgegaan van de bedrijfseconomische winst, waarop het geldende belastingpercentage wordt losgelaten
= matchingprincipe.
Gevolg: de bedrijfseconomische berekende belastinglast is niet gelijk aan de fiscaal verschuldigde
belasting.
Oplossing: belastinglatentie opnemen op de balans.
9.. Belastinglast
@0.. Voorziening latente belastingen
@1.. te betalen VPB
OF
9.. Belastinglast
0.. Voorziening latente belastingen
@1.. te betalen VPB
Passieve latenties aan de creditzijde van de balans = schuld aan de fiscus.
Actieve latenties aan de debetzijde van de balans = vordering op de fiscus.
Let op: voorwaardelijke vordering, dus voorzichtigheidsprincipe.
Vindt uiteindelijk geen verrekening plaats van de actieve latentie = verdamping fiscaal verlies.
De voorziening latente belastingen kan op twee manieren berekend worden: beide berekeningen geven
dezelfde uitkomst.
1. Dynamische methode: a.d.h.v. het verschil tussen het bedrijfseconomische en het fiscale
resultaat.
2. Statische methode: a.d.h.v. het verschil tussen de bedrijfseconomische en fiscale waardering van
de activa.
3
, BGB 2.04
BGB 2.06
BGB 2.08
JV V19.2
2.
Onderdeel deelnemingen
Deelneming = aandelen in een ander bedrijf
Deelneming = bezit
Waarom wil een bedrijf een aandeel/kapitaalbelang in een ander bedrijf?
Deelneming omdat je denkt dat daar winsten te behalen zijn die jij als dividenduitkering ontvangt of
omdat je denkt dat daar een interessante technologie is waar je toegang tot wilt of een interessant
klantenpakket bereikt op deze manier.
4