Boek: Professioneel inkopen Gelderman. H1 t/m H10
Thema’s
1. Inkoop als bedrijfsfunctie (Hfd 1 t/m 4)
2. Relatiemanagement (Hfd. 5 t/m 8)
3. Transactiemanagement (Hfd. 9t/m 12)
Ontwikkeling vak inkoop:
Jaren 50 inkoop als administratieve functie
Jaren 60 en 70 focus op de continuïteit in productie en volgen van veranderde prijzen
(JUST IN TIME, JIT)
Jaren 80 als strategische functie (gericht op de klant en jouw strategie)
Jaren 90 centrale inkoopstrategie met gedecentraliseerde inkoopactiviteiten
(omgevingsbewust)
Na 2000 digitalisering inkoopfunctie, meer met netwerkfunctie. Duurzaam inkopen en
Cradle to Cradle = duurzaam ondernemen (recyclen, transport, CO2 foodprint) zorgen dat de
middelen die in het product zitten, terugkomen in het volgende product.
Professioneel inkopen
5. Technische aspect:
– Juiste product
– Juiste kwaliteit
2. Logistieke aspect: meten door leverbetrouwbaarheid
– Juiste tijd
– Juiste plaats
– Juiste hoeveelheden
5. Commerciele aspect:
– Juiste prijs
Industriële markt versus consumentenmarkt:
,4 fasen model Burt
- Administratieve functie = verwerken en afhandelen van orders.
- Mechanische functie = gericht op het verkrijgen van de goedkoopst mogelijke
transactie. Supermarketen is cruciaal voor
- Proactieve functie = kijken naar de langere termijn bijvoorbeeld invoeren
leveranciersbeoordelingen. Is de kwaliteit bijv. voor langere termijn wat je wil)
- Professionele strategische functie = inkoop wordt betrokken bij de strategische en
tactische beslissingen van het bedrijf, koppeling naar strategie.
Fasen in het inkoopproces
1. Specificeren (voorbereiden en 1 van de belangrijkste fase)
Afhankelijk van soort product (kantoorartikelen VS ingewikkelde productie-apparatuur.
2. Selecteren (voorbereiden)
3. Contracteren
4. Bestellen
5. Bewaken
6. Nazorg
1. Specificeren
- Specificeren op basis van de behoefte (verkoopplan en productieplan). Wat wil je, hoe
goedkoop mogelijk bijvoorbeeld.
- Afhankelijk van soort product (kantoorartikelen VS ingewikkelde productie-apparatuur)
Grote besparingen mogelijk door zo vroeg mogelijk invloed op het inkoopproces uit te
oefenen.
2. Selecteren
- Selecteren leveranciers a.d.h.v. marktonderzoek of approved vendor-list (lijst met
bekende en potentiele leveranciers)
- Offerte-aanvraag
- Offerte (belangrijk criterium is vergelijkbaarheid van offertes)
3. Contracteren en onderhandelen
- Onderhandelen over prijs, kortingen en leveringsvoorwaarden. (grote hoeveelheden
krijg je vaak korting)
- Keuze leverancier op basis van de offertes
- Opstellen contract (inspanningsverplichting VS resultaatverplichting).
Inspanningsverplichting = bij diensten, bijvoorbeeld een taxi en uitzendbureaus zie
je veel inspanningsverplichting.
Resultaatverplichting = je moet inkopen met een bepaalde prijs, kwaliteit en eisen en
hier moet je aan voldoen.
4. Bestellen, Bewaken, Nazorg
- Eenduidig regelen tekenbevoegdheid
- Voorkom inkopen buiten bestaande contracten (maverick buying)
- Maverick buying = buiten het bestaande contract dingen gaat inkopen. Ontstaat door
slecht contractmanagement. Je kunt het bewaken door meten participatiegraad
gebruik contract. Kost veel geld.
- Deugdelijk contractbeheer en bewaken van levertijden, kwaliteit en geleverde
hoeveelheden.
,Trajecten inkoopfunctie:
Inkoopproces:
Koopsituaties:
New task Grote onzekerheid, geen Uitgebreid koopproces en
ervaring met product probleemoplossend (je hebt
(aankoop kapitaalgoederen) veel contact met je
leveranciers) alle fasen
langsgaan (commerciële
inkoop is deze fase het
belangrijkste)
Modified rebuy Bestaande product bij Beperkt
onbekende leverancier, niet probleemoplossend. Alle
tevreden met bestaande fasen langs
leverancier of substituut
Straight rebuy Bestaand product bij Standaard. Aantal fasen
leverancier waar ervaring overslaan
mee is
, Verschil tussen inkoop en logistiek? FOTO BB van Garritsen!!
Productielogistiek = producten die klaar liggen om te produceren met de juiste kwaliteit en op
de juiste tijd
Distributielogistiek = naar de klant heen
Reverse logistiek = waar het teruggezonden wordt
3 Centrale vragen:
1. Wat wordt er ingekocht
2. Hoeveel wordt er ingekocht
3. Wie koopt er in?
WAT WORDT INGEKOCHT:
Categorie Aanduiding Voorbeeld
5. Kapitaalgoederen Duurzame Machines
Equipment productiemiddelen Materials handling
Systems Samenstel van goederen systeem
2. Materialen Grondstoffen Olie, hout
Raw materials Halffabrikaten Plastic, glas
Processed materials Onderdelen voor Lampen, microchips
Components assemblage
5. Verbruiksgoederen Verbruik in bedrijfsvoering Schoonmaakmiddelen,
Supplies (MRO) (je krijgt er kantoorbenodigdheden
nik voor terug, je kunt het
niet weer gebruiken)
5. Diensten Niet tastbare producten Onderhoud,
Services beveiliging,
catering
HOEVEEL WORDT INGEKOCHT:
Inkoopaandeel