Vissen
Bouw
Kieuwen
Kiewplaatje-kieuwfilament-lamel
Passief tegenstroomprincipe
Huid
Gasuitwisseling via diffusie (slijmerige huid)
Zwemblaas
Hydrostatisch orgaan
Fysoclysten hebben geen verbinding met slokdarm
(kabeljauw, knorhaan, schelvis,..) = gesloten zwemblaas
o Boven water lucht happen en dan gassen loslaten
om zich te laten zakken
Fysostomen hebben een verbinding met slokdarm (forel,
haring, zalm,..) = open zwemblaas
Hoe dieper hoe meer druk
Ademhalingsorgaan bij longvissen
Longvis leeft in een moerasgebied land + vochtig
Zwemblaas transformeert naar long
Andere ademhalingsorganen
Bloedvatrijke ruimte
Meerval sterk doorbloedde uitzakking (kieuwdarm)
Einddarm
Modderkruipers happen lucht en laten dan gassen los
Adembewegingen
Ter plaatse blijven hangen ademen via kieuwdeksel (kunnen zelf deze beweging maken)
Kraakbeenvissen (vb haai) kan dit niet, moet blijven zwemmen want heeft kieuwspleten
Rog ook, maar deze laat ademwater binnen langs spuitgat, en dan naar buiten via
kieuwspleten
Amfibieën
, Bouw (adult)
Huid (50%)
Gasuitwisseling via diffusie
Longen (50%)
Sterk doorbloede zakken
Weinig oppervlaktevergroting
Uitzakking van de kieuwdarm
Zoals zwemblaas (zinken - stijgen)
Adembeweging
Positieve druk ademhaling
Mond + keelholte → pulspomp
Lucht komt in de longen via adembewegingen
Metamorfose
Ei (kikkerdril): diffusie
Kikkervisje: uitwendige kieuwen
Dikkop: inwendige kieuwen – huidademhaling via staart
Kleine kikker:longen – huid
Volwassen kikker: longen – huid
Reptielen
Slang en hagedis
Type: aanzuigpomp (≈ zoogdieren) → géén middenrif
Adembewegingen (binnenste + buitenste tussenribspieren) ≈ zoogdieren
Eén centrale luchtkamer met flaveoli (geplooide structuren)
Grote prooien → strottenhoofd wordt naar buiten gebracht
Slang
Linkerlong is rudimentair (heeft zijn functie verloren)