Wat is psychologie?
Emotioneel
Ervaring beleving
Rationeel
Persoon Situatie
Doelgericht handelen
Psychologie als wetenschap
Voorwetenschappelijk (gezond verstand) Wetenschappelijk
Vanzelfsprekend Objectief
Chaos (kokosvet is gezond 2 onderzoeken Controleerbaar (methode en resultaat zijn
op 1 hoop) na te checken)
Bron (intuïtie zonder toets) Kritisch (zoeken naar tegenbewijs)
Nut Empirische werkelijkheid
Beschrijvende methode: turven, noteren… in kaart brengen
Correlationele methode: enkel samengaan in tijd onderzoeken
Verklarende methode: oorzaak-gevolgrelatie = causaal verband achterhalen
- Alles gelijk houden
- 1 factor veranderen
- Zien of veranderde factor invloed heeft op gevolg
Correlatie Causaal verband
Wat is het? Samengaan in tijd Oorzaak-gevolg
… gebeurt omdat …
Wat kan je ermee? Beschrijven wat er gebeurt Verklaren wat er gebeurt
Hoe meten en weten? Bevraging, test… Experiment
VB Hangjongeren op Stresshormonen en
woensdagnamiddag in BE of verminderd rationeel
NL. oordeelsvermogen.
Ijsverkoop en aantal Aantal mensen in zee en
verdrinkingsdoden. kans op aantal
Bijkomen v feestdagen. verdrinkingsdoden.
Eisen aan het meten
Test is gestandaardiseerde procedure om kenmerken, vaardigheden en gedrag v mensen te
beschrijven en evalueren.
5 eisen:
- Betrouwbaarheid
o Na herhaalde meting hetzelfde resultaat
- Validiteit
o Meten wat je bedoelt te meten
- Standaardisatie
o Zelfde test-omstandigheden bij elke persoon
, - Objectiviteit
o Het mag niet afhangen van proefleider, het maakt niet uit wie de test afneemt
- Ijking
o Referentiegroep
Kritische terugblik
Storingen
- Genderverschillen
- Culturele verschillen v wat geapprecieerd w
Ethisch verantwoord
- Marketing – reclame – propaganda als motief v onderzoek
- Experiment met dieren – misbruik v mensen: voorliegen
- Veranderen v gedrag: wie zegt wat goed gedrag is?
Mens als informatieverwerker
Waarneming (ik vs info in het nu)
Bottom up: vertrekken v visuele prikkels integreren tot een beeld (als een baby kijken)
Top down: vertrekken v wat we al weten/denken/verwachten/willen/sociale druk dan pas
beeld bekijken
Hoe verloopt waarneming? Afhankelijk van persoon en situatie
Interactie bottom up en top down
Start v objectieve feiten juistere waarneming
Top down processen vergemakkelijken onze waarneming, anders hersenen overbelast. Dit
kan misleiden snel denken (hersenen lui) = energie sparen
Figuur van Neisser
Waarneming van andere mensen
We willen beeld/indruk vormen v anderen.
We willen weten waarom anderen zich zo gedragen.
We willen weten hoe we onszelf moeten gedragen.
zekerheid, voorspelbaarheid = veiligheid, overleven
Oorzaken v gedrag
- We beschikken over informatie
o Interne attributie: eigenschap hoort bij de persoon
o Externe attributie: eigenschap hoort niet bij persoon
Emotioneel
Ervaring beleving
Rationeel
Persoon Situatie
Doelgericht handelen
Psychologie als wetenschap
Voorwetenschappelijk (gezond verstand) Wetenschappelijk
Vanzelfsprekend Objectief
Chaos (kokosvet is gezond 2 onderzoeken Controleerbaar (methode en resultaat zijn
op 1 hoop) na te checken)
Bron (intuïtie zonder toets) Kritisch (zoeken naar tegenbewijs)
Nut Empirische werkelijkheid
Beschrijvende methode: turven, noteren… in kaart brengen
Correlationele methode: enkel samengaan in tijd onderzoeken
Verklarende methode: oorzaak-gevolgrelatie = causaal verband achterhalen
- Alles gelijk houden
- 1 factor veranderen
- Zien of veranderde factor invloed heeft op gevolg
Correlatie Causaal verband
Wat is het? Samengaan in tijd Oorzaak-gevolg
… gebeurt omdat …
Wat kan je ermee? Beschrijven wat er gebeurt Verklaren wat er gebeurt
Hoe meten en weten? Bevraging, test… Experiment
VB Hangjongeren op Stresshormonen en
woensdagnamiddag in BE of verminderd rationeel
NL. oordeelsvermogen.
Ijsverkoop en aantal Aantal mensen in zee en
verdrinkingsdoden. kans op aantal
Bijkomen v feestdagen. verdrinkingsdoden.
Eisen aan het meten
Test is gestandaardiseerde procedure om kenmerken, vaardigheden en gedrag v mensen te
beschrijven en evalueren.
5 eisen:
- Betrouwbaarheid
o Na herhaalde meting hetzelfde resultaat
- Validiteit
o Meten wat je bedoelt te meten
- Standaardisatie
o Zelfde test-omstandigheden bij elke persoon
, - Objectiviteit
o Het mag niet afhangen van proefleider, het maakt niet uit wie de test afneemt
- Ijking
o Referentiegroep
Kritische terugblik
Storingen
- Genderverschillen
- Culturele verschillen v wat geapprecieerd w
Ethisch verantwoord
- Marketing – reclame – propaganda als motief v onderzoek
- Experiment met dieren – misbruik v mensen: voorliegen
- Veranderen v gedrag: wie zegt wat goed gedrag is?
Mens als informatieverwerker
Waarneming (ik vs info in het nu)
Bottom up: vertrekken v visuele prikkels integreren tot een beeld (als een baby kijken)
Top down: vertrekken v wat we al weten/denken/verwachten/willen/sociale druk dan pas
beeld bekijken
Hoe verloopt waarneming? Afhankelijk van persoon en situatie
Interactie bottom up en top down
Start v objectieve feiten juistere waarneming
Top down processen vergemakkelijken onze waarneming, anders hersenen overbelast. Dit
kan misleiden snel denken (hersenen lui) = energie sparen
Figuur van Neisser
Waarneming van andere mensen
We willen beeld/indruk vormen v anderen.
We willen weten waarom anderen zich zo gedragen.
We willen weten hoe we onszelf moeten gedragen.
zekerheid, voorspelbaarheid = veiligheid, overleven
Oorzaken v gedrag
- We beschikken over informatie
o Interne attributie: eigenschap hoort bij de persoon
o Externe attributie: eigenschap hoort niet bij persoon