Week 4
Wat wordt verstaan onder de vrijbewijsleer;
Het is een traditie in het bestuursprocesrecht om het bewijs niet aan veel regels te binden: de
vrijbewijsleer. De bestuursrechter is in beginsel vrij bij de beantwoording van vragen over de
bewijsomvang, bewijslastverdeling, bewijsmiddelen en de bewijswaardering.
Hoe de rechter de bewijslast tussen partijen verdeelt;
(Bovenstaande twee leerdoelen bij elkaar genomen)
Het bestuursorgaan kent een vrijbewijsleer, er zijn geen regels van materieel bewijsrecht. In de
bestuurlijke voorfase hebben burger en bestuursorgaan echter op grond van art. 3:2 en 4:2 ieder
bepaalde verplichtingen ten aanzien van de feitenvaststelling. Deze verplichtingen vormen voor de
rechter het aanknopingspunt om als uitgangspunt bij ambtshalve besluiten de bewijslast bij het
bestuursorgaan te leggen en bij besluiten op aanvraag bij de burger.
De bewijslast kan toch op iemand anders worden gelegd, indien:
- De wet iets anders bepaald
- Vuistregels:
Als je beroep doet op een uitzondering of overgangsrecht, jouw bewijslast
Jouw schuld dat het moeilijk te bewijzen is, jouw bewijslast
Makkelijker te bewijzen voor jou, jouw bewijslast
Negatief feit voor jou, bewijslast op degene voor wie het een positief feit is
De rechter maakt een afweging tussen de hoofdregels en de aanvullende vuistregels en bepaalt
vervolgens bij wie de bewijslast ligt.
Wat bedoeld wordt met ex nunc toetsing en ex tunc toetsing;
Ex nunc: anno nu (zie week 1)
Ex tunc: beoordelen van het bestreden besluit op basis van de feiten zoals die waren toen dat besluit
werd genomen.
Wanneer de rechter ex tunc en wanneer hij ex nunc toetst;
De rechter beoordeelt het bestreden besluit op basis van de feiten zoals die waren toen dat besluit
werd genomen (ex tunc). Als eenmaal vaststaat dat het bestreden besluit moet worden vernietigd,
komt de rechter voor de vraag te staan of hij het geschil finaal kan beslechten. Op het moment dat
de rechter finaal gaat beslechten, gaat hij dus uit van het besluit dat het bestuursorgaan na de
vernietiging zou kunnen of moeten nemen. Het bestuursorgaan zou die beslissing ex nunc moeten
nemen en de rechter doet dat nu ook, omdat de rechter in plaats van het bestuursorgaan het besluit
neemt.
Wat wordt verstaan onder de vrijbewijsleer;
Het is een traditie in het bestuursprocesrecht om het bewijs niet aan veel regels te binden: de
vrijbewijsleer. De bestuursrechter is in beginsel vrij bij de beantwoording van vragen over de
bewijsomvang, bewijslastverdeling, bewijsmiddelen en de bewijswaardering.
Hoe de rechter de bewijslast tussen partijen verdeelt;
(Bovenstaande twee leerdoelen bij elkaar genomen)
Het bestuursorgaan kent een vrijbewijsleer, er zijn geen regels van materieel bewijsrecht. In de
bestuurlijke voorfase hebben burger en bestuursorgaan echter op grond van art. 3:2 en 4:2 ieder
bepaalde verplichtingen ten aanzien van de feitenvaststelling. Deze verplichtingen vormen voor de
rechter het aanknopingspunt om als uitgangspunt bij ambtshalve besluiten de bewijslast bij het
bestuursorgaan te leggen en bij besluiten op aanvraag bij de burger.
De bewijslast kan toch op iemand anders worden gelegd, indien:
- De wet iets anders bepaald
- Vuistregels:
Als je beroep doet op een uitzondering of overgangsrecht, jouw bewijslast
Jouw schuld dat het moeilijk te bewijzen is, jouw bewijslast
Makkelijker te bewijzen voor jou, jouw bewijslast
Negatief feit voor jou, bewijslast op degene voor wie het een positief feit is
De rechter maakt een afweging tussen de hoofdregels en de aanvullende vuistregels en bepaalt
vervolgens bij wie de bewijslast ligt.
Wat bedoeld wordt met ex nunc toetsing en ex tunc toetsing;
Ex nunc: anno nu (zie week 1)
Ex tunc: beoordelen van het bestreden besluit op basis van de feiten zoals die waren toen dat besluit
werd genomen.
Wanneer de rechter ex tunc en wanneer hij ex nunc toetst;
De rechter beoordeelt het bestreden besluit op basis van de feiten zoals die waren toen dat besluit
werd genomen (ex tunc). Als eenmaal vaststaat dat het bestreden besluit moet worden vernietigd,
komt de rechter voor de vraag te staan of hij het geschil finaal kan beslechten. Op het moment dat
de rechter finaal gaat beslechten, gaat hij dus uit van het besluit dat het bestuursorgaan na de
vernietiging zou kunnen of moeten nemen. Het bestuursorgaan zou die beslissing ex nunc moeten
nemen en de rechter doet dat nu ook, omdat de rechter in plaats van het bestuursorgaan het besluit
neemt.