100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Answers

Uitwerkingen wg 4 DB 2 18/19

Rating
5.0
(1)
Sold
1
Pages
9
Uploaded on
21-03-2019
Written in
2018/2019

Foutloze uitwerkingen van werkgroep 4 Directe Belastingen 2 2018/2019.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
March 21, 2019
Number of pages
9
Written in
2018/2019
Type
Answers
Person
Unknown

Subjects

Content preview

Uitwerkingen week 4

Voorwaarden VBI art. 6a Vpb:
- Op verzoek
- Beleggingsinstelling
- Doel + feitelijke werkzaamheden bestaan uit beleggen
- Uitsluitend beleggen in financiële instrumenten
- Aandeelhouderseis
- Open eind
- Rechtsvormvereiste (lid 2)

Zie art. 15d Vpb voor de overgang van belastingplicht naar vrijgesteld.
Als natuurlijk persoon moet er in box 2 een fictief rendement genomen worden, zodat de VBI
niet al het geld gaat oppotten.

Voorwaarden FBI art. 28 Vpb:
- Doorstootverplichting
- Rechtsvormvereiste
- Doel + feitelijke werkzaamheden bestaan uit beleggen
- Financieringseis (lid 2 sub a)
- Aandeelhouderseis
- 3/4e verplichting (lid 2 sub d nr 2)

Inhoudingsplichtig voor dividendbelasting

Vraag 1
a) Geef twee relevante verschillen tussen de regeling voor de vrijgestelde
beleggingsinstelling en de fiscale beleggingsinstelling.

1. De vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) kan op verzoek worden vrijgesteld van de
vennootschapsbelasting (art. 6a lid 1 Vpb). Ook is er een objectieve vrijstelling voor de
dividendbelasting. De fiscale beleggingsinstelling (FBI) is onderworpen aan een VPB-
tarief van 0% (art 9 besluit beleggingsinstellingen 1970). Bij de FBI ben je een
verdragsinwoner en bij VBI niet.

2. De fiscale beleggingsinstelling (FBI) heeft een doorstootverplichting (art 28 lid 2
onderdeel b Vpb) wat inhoudt dat ze verplicht zijn de winst uit te keren. De vrijgestelde
beleggingsinstelling (vbi) heeft die verplichting niet. Wanneer het belang in de vbi als
aanmerkelijk belang moet worden aangemerkt moet er een jaarlijks rendement van 4% in
aanmerking worden genomen.

Bron: Compendium vennootschapsbelasting blz: 500, 502 en 504-505


1

, b) De fiscale beleggingsinstelling Investments NV heeft een aandelenbelang van 6%
in het beursgenoteerde Ahold Delhaize NV. Dient Investments NV de
deelnemingsvrijstelling toe te passen op de voordelen uit deze aandelen?

Op de FBI zijn de normale winstbepalingsregels van toepassing. De deelnemingsvrijstelling is
echter niet van toepassing op een lichaam dat als FBI wordt aangemerkt, volgt uit art. 13 lid 8
Vpb. Dit komt door de doorstootverplichting van art. 28 lid 2 sub b Vpb jo. art. 2 Besluit
beleggingsinstellingen.

Bron: Compendium vennootschapsbelasting blz: 507

c) Wat zijn de fiscale gevolgen voor Investments NV en zijn aandeelhouders als
Investments NV de deelnemingsvrijstelling niet dient toe te passen?

De winst op aandelen is bij de FBI 0%. Het dividend dat zij ontvangen moet in dat geval
worden gezien als winst. En deze winst moet op grond van art 28 lid 2 sub b Vpb worden
uitgekeerd aan de aandeelhouders van Investments NV (doorstoten). Hierover is
dividendbelasting verschuldigd.

Bron: Compendium vennootschapsbelasting blz: 504-505

Vraag 2
Geef gemotiveerd aan of u het eens met onderstaande stellingen:

a) Verliesverdamping maakt een inbreuk op het totaalwinstbeginsel.

Juist: Een verlies kan worden verrekend met het jaar daarvoor en de 6 jaren die nog komen
(art. 20 lid 2 Vpb). Het zou kunnen voorkomen dat in die 7 jaren het totaalverlies niet volledig
is verrekend. Dit maakt inbreuk op het totaalwinstbegrip omdat dit het totaal van winsten en
verliezen wil verwerken en niet slechts een gedeelte.

Bron: Compendium vennootschapsbelasting blz: 441-442

b) Belastingplichtigen zijn vrij in de volgorde van verliesverrekening.

Onjuist: Verliesverrekening geschiedt in de volgorde waarin de verliezen zijn ontstaan en de
belastbare winsten zijn gemaakt (art. 20 lid 4 Vpb). Er wordt eerst verrekend met het
voorafgaande jaar (carry back) en daarna met de zes volgende jaren (carry forward).

Bron: Compendium vennootschapsbelasting blz: 442




2
$4.19
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
6 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
stuviafiscaal Universiteit Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
39
Member since
8 year
Number of followers
23
Documents
12
Last sold
2 year ago

3.9

13 reviews

5
7
4
1
3
2
2
3
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions