Biologie Domein D “Interactie” samenvatting Vwo
D.1 “Moleculaire interactie”
Genregulatie stuurt de genexpressie (proces waarbij genen worden
aan- of uitgezet). De werking van genregulatie verschilt tussen
prokaryoten (hebben geen celkern) en eukaryoten (hebben wel een
celkern). BINAS 94C
- Prokaryoten:
Regulatorgenen zijn betrokken bij regulatie genexpressie
van andere genen, zo heb je repressorgenen (onderdrukken)
en activatorgenen (activeren). BINAS 71F
Promotor (stukje DNA) ligt vlak voor het gen en helpt de
transcriptie te reguleren. Bindt aan specifieke proteïnen , de
transcriptioneel activatoren om de transcriptie te starten.
BINAS 71F
De operator (stukje DNA) zit tussen de promotor en de
bijbehorende structuurgenen. Helpt transcriptie te reguleren.
Structuurgenen bij transcriptie van deze genen worden
eiwitten met een specifieke functie geproduceerd.
- Eukaryoten:
Enhancers (stukken DNA): afhankelijk van welke proteïnen er
aanwezig zijn en of ze binden aan de enhancer kan de
transcriptie worden bevorderd of geremd.
Promotor (stukje DNA) heeft hetzelfde doel als de promotor
bij prokaryoten.
Regulatorgenen hebben hetzelfde doel als de
regulatorgenen bij prokaryoten.
Een gen (stukje DNA) dat codeert voor een eiwit. Bij
transcriptie ontstaat er een kopie van dit gen in RNA.
Proto-oncogenen zijn genen die normaal functioneren en geen
veranderingen vertonen. Als proto-oncogenen door mutaties in
oncogenen veranderen, kan dit leiden tot een ongecontroleerde deling
van cellen tumor ((kanker) tumor = groepje cellen dat ongecontroleerd
groeit). BINAS A/B
Suppressor-gen is een gen dat de expressie van andere genen kan
onderdrukken. Zo kan het ook de expressie van oncogenen onderdrukken.
Hoe onderdrukken? Door de productie van het eiwit te blokkeren of aan
het eiwit binden zodat het niet het andere gen (oncogen) activeert.
D.1 “Moleculaire interactie”
Genregulatie stuurt de genexpressie (proces waarbij genen worden
aan- of uitgezet). De werking van genregulatie verschilt tussen
prokaryoten (hebben geen celkern) en eukaryoten (hebben wel een
celkern). BINAS 94C
- Prokaryoten:
Regulatorgenen zijn betrokken bij regulatie genexpressie
van andere genen, zo heb je repressorgenen (onderdrukken)
en activatorgenen (activeren). BINAS 71F
Promotor (stukje DNA) ligt vlak voor het gen en helpt de
transcriptie te reguleren. Bindt aan specifieke proteïnen , de
transcriptioneel activatoren om de transcriptie te starten.
BINAS 71F
De operator (stukje DNA) zit tussen de promotor en de
bijbehorende structuurgenen. Helpt transcriptie te reguleren.
Structuurgenen bij transcriptie van deze genen worden
eiwitten met een specifieke functie geproduceerd.
- Eukaryoten:
Enhancers (stukken DNA): afhankelijk van welke proteïnen er
aanwezig zijn en of ze binden aan de enhancer kan de
transcriptie worden bevorderd of geremd.
Promotor (stukje DNA) heeft hetzelfde doel als de promotor
bij prokaryoten.
Regulatorgenen hebben hetzelfde doel als de
regulatorgenen bij prokaryoten.
Een gen (stukje DNA) dat codeert voor een eiwit. Bij
transcriptie ontstaat er een kopie van dit gen in RNA.
Proto-oncogenen zijn genen die normaal functioneren en geen
veranderingen vertonen. Als proto-oncogenen door mutaties in
oncogenen veranderen, kan dit leiden tot een ongecontroleerde deling
van cellen tumor ((kanker) tumor = groepje cellen dat ongecontroleerd
groeit). BINAS A/B
Suppressor-gen is een gen dat de expressie van andere genen kan
onderdrukken. Zo kan het ook de expressie van oncogenen onderdrukken.
Hoe onderdrukken? Door de productie van het eiwit te blokkeren of aan
het eiwit binden zodat het niet het andere gen (oncogen) activeert.
