Begrip Betekenis
Maatschappelijk probleem Een probleem dat groepen mensen aangaat, samenhangt met maatschappelijke
veranderingen, verschillende meningen heeft over de oplossing en vraagt om een
gemeenschappelijke oplossing.
Waarden Doelen/begrippen die wij waardevol achten in ons leven.
Normen Gedragsregels opgesteld vanuit waarden.
Belangen Verlangens waaruit men voordeel wilt halen
Anarchisten Vinden dat burgers onderdrukt worden door de staat en vrij zijn als deze weg is.
Staat Beschikt over een omgrensd grondgebied dat wordt bewoond door mensen en
wordt geregeerd door een soevereiniteit.
Overheid De hoogste macht in een land.
Geweldsmonopolie Alleenrecht dat stelt dat de overheid proportioneel geweld mag gebruiken.
Politiek Het beleid, de totstandkoming en de effecten van de overheid.
Actoren Mensen die bij een maatschappelijk probleem hun mening geven.
Macht Het vermogen om invloed uit te oefenen/iets gedaan te krijgen.
Machtsbases Hetgeen waarop macht gebaseerd worden.
Gezag Wanneer mensen iemands macht onderwerpen en erkennen.
Politiek probleem Een probleem dat aangepakt wordt door de politiek. (Wow)
Civil society Organisaties als kerken, vakbonden en verenigingen.
Referendum Volksstemming waarbij iedere inwoner van achttien of meer jaar mag stemmen.
Democratie Heeft een bestuur dat (in)direct gekozen is door de bevolking, waarbij de
verkiezingen vrij en geheim zijn, er grondrechten zijn vastgelegd in de grondwet die
door iedereen gerespecteerd worden en er sprake is van een onafhankelijke
rechterlijke macht.
Indirect (parlementaire) Een democratie waarin de vertegenwoordigers gekozen worden en die namens ons
democratie alle beslissingen nemen.
Parlement/Staten-Generaal Bestaande uit de EK en TK, bevat de landelijke vertegenwoordigers. Heeft een
medewetgevende taak en controlerende taak.
Eerste Kamer/Senaat Wordt elke vier jaar gekozen door vertegenwoordigers uit de provincies.
Tweede Kamer Bestaat uit fracties (politieke partijen).
Kabinet Bestaat uit ministers en de staatssecretarissen, moet vertrouwen hebben van
minimaal 50% van de TK en valt anders (vertrouwensregel). Ook moet het
verantwoording afleggen bij de regering.
Gedecentraliseerde Een staat waarin de landelijke overheid bevoegdheden overdraagt aan lagere
eenheidsstaat organen.
Provinciale Staten Controlerende provinciale macht, bestaat uit vertegenwoordigers gekozen door de
burgers. Controleert het College van Gedeputeerde Staten, het dagelijkse bestuur.
Commissaris van de Koning Voorzitter van de PS en de GS.
Gemeenteraad Bestaat uit de vertegenwoordigers van de gemeente, het hoogste bestuursorgaan.
College van B en W Het dagelijks bestuur van de gemeente, waarvan de burgemeester de voorzitter is.
Politieke stroming Groepen mensen met ± dezelfde opvatting over de inrichting van de maatschappij.
Liberalisme Politieke stroming, legt nadruk op de vrijheid van het individu, rechts.
Conservatief Vasthoudende en traditionele partijen.
Progressief Vooruitstrevende partijen, met als doel vrijheid en autonomie.
Populisme Politieke stroming, speelt in op de gevoelens van onvrede bij het volk.
Fascisme Politieke stroming, sterk antidemocratisch, racistisch en extreem-nationalistisch.
Maatschappelijk probleem Een probleem dat groepen mensen aangaat, samenhangt met maatschappelijke
veranderingen, verschillende meningen heeft over de oplossing en vraagt om een
gemeenschappelijke oplossing.
Waarden Doelen/begrippen die wij waardevol achten in ons leven.
Normen Gedragsregels opgesteld vanuit waarden.
Belangen Verlangens waaruit men voordeel wilt halen
Anarchisten Vinden dat burgers onderdrukt worden door de staat en vrij zijn als deze weg is.
Staat Beschikt over een omgrensd grondgebied dat wordt bewoond door mensen en
wordt geregeerd door een soevereiniteit.
Overheid De hoogste macht in een land.
Geweldsmonopolie Alleenrecht dat stelt dat de overheid proportioneel geweld mag gebruiken.
Politiek Het beleid, de totstandkoming en de effecten van de overheid.
Actoren Mensen die bij een maatschappelijk probleem hun mening geven.
Macht Het vermogen om invloed uit te oefenen/iets gedaan te krijgen.
Machtsbases Hetgeen waarop macht gebaseerd worden.
Gezag Wanneer mensen iemands macht onderwerpen en erkennen.
Politiek probleem Een probleem dat aangepakt wordt door de politiek. (Wow)
Civil society Organisaties als kerken, vakbonden en verenigingen.
Referendum Volksstemming waarbij iedere inwoner van achttien of meer jaar mag stemmen.
Democratie Heeft een bestuur dat (in)direct gekozen is door de bevolking, waarbij de
verkiezingen vrij en geheim zijn, er grondrechten zijn vastgelegd in de grondwet die
door iedereen gerespecteerd worden en er sprake is van een onafhankelijke
rechterlijke macht.
Indirect (parlementaire) Een democratie waarin de vertegenwoordigers gekozen worden en die namens ons
democratie alle beslissingen nemen.
Parlement/Staten-Generaal Bestaande uit de EK en TK, bevat de landelijke vertegenwoordigers. Heeft een
medewetgevende taak en controlerende taak.
Eerste Kamer/Senaat Wordt elke vier jaar gekozen door vertegenwoordigers uit de provincies.
Tweede Kamer Bestaat uit fracties (politieke partijen).
Kabinet Bestaat uit ministers en de staatssecretarissen, moet vertrouwen hebben van
minimaal 50% van de TK en valt anders (vertrouwensregel). Ook moet het
verantwoording afleggen bij de regering.
Gedecentraliseerde Een staat waarin de landelijke overheid bevoegdheden overdraagt aan lagere
eenheidsstaat organen.
Provinciale Staten Controlerende provinciale macht, bestaat uit vertegenwoordigers gekozen door de
burgers. Controleert het College van Gedeputeerde Staten, het dagelijkse bestuur.
Commissaris van de Koning Voorzitter van de PS en de GS.
Gemeenteraad Bestaat uit de vertegenwoordigers van de gemeente, het hoogste bestuursorgaan.
College van B en W Het dagelijks bestuur van de gemeente, waarvan de burgemeester de voorzitter is.
Politieke stroming Groepen mensen met ± dezelfde opvatting over de inrichting van de maatschappij.
Liberalisme Politieke stroming, legt nadruk op de vrijheid van het individu, rechts.
Conservatief Vasthoudende en traditionele partijen.
Progressief Vooruitstrevende partijen, met als doel vrijheid en autonomie.
Populisme Politieke stroming, speelt in op de gevoelens van onvrede bij het volk.
Fascisme Politieke stroming, sterk antidemocratisch, racistisch en extreem-nationalistisch.
