Brand en brandbestrijding
Voorwaarden voor het verlopen van een verbrandingsreactie
- Er moet een brandbare stof zijn
- Er moet voldoende zuurstof zijn
- De ontbrandingstemperatuur moet bereikt zijn
Bij het bestrijden van een brand moet je een of meerdere van de drie voorwaarden voor het
optreden van een brand wegnemen.
Verbranden van elementen
Als een brandstof uit één element bestaat ontstaat er oxide. Een oxide is een verbinding die bestaat
uit twee atoomsoorten: Het atoomsoort zuurstof en het atoomsoort van het element dat is
verbrand.
Reactieproducten van een verbranding
De moleculen van een verbinding bestaat uit verschillende atoomsoorten. Bij verbranding van een
verbinding zal iedere atoomsoort van de verbinden zijn eigen oxide vormen.
Bij een volledige verbranding is er genoeg zuurstof aanwezig. Het element koolstof veranderd in de
verbinding koolstofdioxide.
Bij een onvolledige verbranding is er te weinig zuurstof aanwezig. Hier ontstaat roet en kan er een
giftige gas vrij komen. Namelijk koolstofmono-oxide.
Met de reagentia wilt kopersulfaat, helder kalkwater en broomwater kun je respectieve lijk water,
koolstofdioxide en zwaveldioxide aantonen.
Explosieve verbrandingsreacties
Voor een explosieve verbrandingsreactie zijn er twee extra voorwaarden.
- Fijn verdeelde brandstof en zuurstof moeten in de juiste verhouding gemengd zijn
- Er moet een sterke exotherme reactie optreden waarbij gasvormige reactieproducten
ontstaan