Inhoud:
1. Tijden regelmatige ww
2. Lijst met onregelmatige ww
3. Veel/weinig
4. Bijvoegelijke naamwoorden en bijwoorden
5. Voorzetsels
6. Woordvolgorde
7. Betrekkelijke voornaamwoorden
8. A & an
10. Woordenlijst
1. Regelmatige werkwoorden
Present simple
: feiten, gewoonten, dingen die we met regelmaat doen in tegenwoordige tijd
(bij regelmaat aangeduid met usually, often, always, never, sometimes)
Initiatief (+s)
I play / she plays
I miss / she misses
I cry / she cries
Present continuous
: handeling die op dit moment bezig is
(aangeduid met at the moment, now)
To be -ing
I am going / she is going/ we are going
I am feeling / she is feeling/ we are feeling
I am reading/ she is reading/ we are reading
Present perfect
: handeling die is begonnen in het verleden en nog steeds bezig is/ herhaalde handeling in
het verleden in het verleden tot nu/ net afgelopen handeling (aangeduid met ‘just’)
Has/have + vdw/-ed (3e rijtje onregelmatige ww)
I have walked / she has walked
I have visited / she has visited
I have just finished / she has just finished