Verhoudingen Medisch rekenen

Verhoudingen

We leren hoe je makkelijk een rekensom kan oplossen
Dat doen we op de volgende manier :
Stel je voor dat er in jouw favoriete kledingwinkel opruiming is
4 halen : 3 betalen
Je wilt 12 kledingstukken : hoeveel moet je er dan betalen ?



4 12

3 ?


→ 3 x 12 = 36 : 4 = 9

Dit passen we ook toe met het uitrekenen van medicatie
Stel je voor dat de oplossing voor lasix 20 mg/ml is. De arts schrijft 120 mg voor , hoeveel ml
geef je ?



mg 20 120

ml 1


oplossing
1 keer 120 = 120 : 20 = 6
Je geeft dus 6 ml

Maak de volgende opdrachten

1. In voorraad is droperidol 20 mg/ml. De zorgvrager mag 50 mg hebben. Hoeveel ml
geef je ?

2. Geef een zorgvrager 60 mg opial. Op het etiket van een flesje met een inhoud van 5
ml staat: 40 mg/ml. Hoeveel ml geef je ?

3. Je moet een bewoner 300 mg Euphilline geven. Je beschikt over Euphilline 240 mg /
10 ml

4. Een kind krijgt 4 x daags 50 mg antibioticum. Aanwezig: flesje met 1 gram poeder.
Dit poeder wordt opgelost in 5 ml vloeistof. Hoeveel ml. geef je per keer ?

5. Toe te dienen 40 mg luminal. In voorraad is een ampul waarop staat 2 ml = 100 mg
Hoeveel ml geef je
6. In voorraad is aanwezig prazine, 10 ml = 500 mg. Je moet per injectie geven 75 mg.
Hoeveel ml prazine-oplossing geef je