2.1 Statische indelingscriteria van de goederenretail
Belangrijkste statische indelingscriteria
- functionele detailhandel
- institutionele detailhandel
- goederensoorten
Functionele detailhandelsbestedingen: het gedeelte van de totale particuliere consumptie
dat via bedrijven met een detailhandelsfunctie wordt afgezet.
- levensmiddelen (49% via detailhandel)
- duurzame en overige goederen (51% via detailhandel)
- diensten (buiten de detailhandel om)
Institutionele detailhandel: activiteiten van een onderneming waarvan meer dan de helft
van de omzet uit verkoop aan particulieren wordt gehaald. Als voorbeeld een autodealer die
veel verkoopt, maar daarnaast ook reparaties doet aan auto’s.
Institutionele detailhandelsbesteding: de totale omzet van de tot alle institutionele
detailhandel hoort, dus verkoop en reparaties bijvoorbeeld. Dit zal altijd kleiner zijn dan de
functionele detailhandelsbestedingen, omdat veel activiteiten van de totale omzet niet tot
detailhandel kan worden gerekend.
Goederenretail naar goederensoort: de goederensoorten zijn onderverdeeld in de
foodsector en de non-foodsector. Hierbij word gekeken naar omzet-, prijs- en
afzetontwikkelingen.
2.2 Indeling online- en offlinegoederenretail
E-tailomzet: omzet wat een bedrijf krijg via online verkoop
E-tail: online goederenomzet
Cross channel aanpak: verkoop via zowel een fysieke winkel als een webshop.
Cross channel koper: een consument die zowel online als offline bij een bedrijf iets koopt.
Webrooming: consument bekijkt een product online en koopt het in de winkel
Showrooming: consument oriënteert offline en koopt online
Classificaties van retailers
1. Branche
2. Omvang van de onderneming
3. Juridische samenwerkingsvorm
4. Operationele invalshoek
5. Winkelgedrag van de consument
6. Locatie
7. Winkeloppervlakte
8. Winkelformule