100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting artikelen GENERIEKE KENNISTOETS

Rating
-
Sold
-
Pages
40
Uploaded on
29-04-2024
Written in
2017/2018

Samenvatting artikelen GENERIEKE KENNISTOETS , uitgebreid en met voorbeelden

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
April 29, 2024
Number of pages
40
Written in
2017/2018
Type
Summary

Subjects

Content preview

ARTIKELEN GENERIEKE KENNISTOETS APV9 SAMENVATTING
KELCHTERMANS, G. (2012). DE LERAAR ALS (ON)EIGENTIJDSE PROFESSIONAL. REFLECTIES OVER DE
“MODERNE PROFESSIONALITEIT” VAN LEERKRACHTEN. Paragraaf 2.1. De persoon van de leraar, 8-
10 https://www.onderwijsraad.nl/upload/documents/publicaties/volledig/notitie-kelchtermans-ku-
leuven-20120250_1029.pdf

Persoon van de leraar maakt onlosmakelijk deel uit van zijn praktijk. Hiertoe wordt het begrip
professionele identiteit steeds belangrijker. ‘identiteit’ blijkt te sterk associaties oproepen met een
statische kern van iemands persoon.

Professioneel zelfverstaan = het geheel van opvattingen representaties van een leraar over zichzelf.
De term toont dat zelfverstaan een nooit afgesloten proces is van het ‘zichzelf begrijpen/opvatten
als’ en dat het tevens gaat om het ‘altijd tijdelijke en voorlopige’ product van dat proces.

Componenten van het zelfverstaan:
 Zelfbeeld = de wijze waarop de leraar zichzelf typeert als leerkracht, gebaseerd op
zelfperceptie en wat anderen zeggen.
 Zelfwaardegevoel = de mate waarin een leerkracht tevreden is over zijn/haar werk, ook
onder invloed van sociale feedback.
 Taakopvatting = wat een leraar vindt dat hij/zij dient te doen om terecht het gevoel te
hebben goed werk te leveren  geen neutrale aangelegenheid maar op basis van
waardegebonden afwegingen en keuzes.
 Beroepsmotivatie = de drijfveren die leraren deden kiezen voor het beroep, doen beslissen
om in het vak te blijven dan wel van beroep te veranderen. Van grote invloed hierop zijn de
taakopvatting en werkcondities.
 Toekomstperspectief = verwachtingen die de leraar heeft voor zijn/haar beroepssituatie in de
toekomst en hoe hij/zij zich daarbij voelt
o Dynamische karakter van zelfverstaan komt hierdoor tot uiting

Docenten bouwen tevens een subjectieve onderwijstheorie op = persoonlijk geheel van kennis en
opvattingen over hoe ze bepaalde beroepstaken of concrete onderwijsmomenten het best
vormgeven  know how van leraren.

Persoonlijk interpretatiekader betaat uit:
1. Professioneel zelfverstaan
2. Subjectieve onderwijstheorie




1

,Buijs, L. (2016). Hollandse homoacceptatie: je mag het wel zijn, maar je moet het niet te veel
tonen. https://decorrespondent.nl/4821/hollandse-homoacceptatie-je-mag-het-wel-zijn-maar-je-
moet-het-niet-te-veel-tonen/1355304675978-9ef39f4c
60 jaar geleden dacht men dat homoseksualiteit een afwijking was  werd afgekeurd. Nu is de
tolerantie ervan meer een pronkstuk en als maatstaf voor beschaving en moderniteit.

Jongeren komen tegenwoordig eerder en vaker uit de kast maar blijven nog lang worstelen met
gevoelens van schaamte en schuld.

De Nederlandse paradox is at NL Europees koploper LHBTQIA-acceptatie is en dat Amsterdam de gay
capital van de wereld is maar dat er nog steeds fysiek geweld en andere vormen van repressie en
weerstand wordt gebruikt tegen niet-hetero’s.

Er zijn mensen die vinden homo’s oké, als ze zich maar niet te veel uiten. Dit staat namelijk tegen de
gendernormen die nog steeds voortbestaan  normen over hoe mannen en vrouwen zich behoren
te gedragen.

Zelfmoord, depressie en psychosomatische klachten komen onder LHBTQIA’s veel vaker voor dan
onder hetero’s.

De maatschappelijke druk om ‘gewoon te doen’ is voor velen zo groot dat zij zichzelf en andere
LHBTQIA’s aanmoedigen vast te houden aan traditionele gendernormen.

Sinds 2001 is het mogelijk om te trouwen met iemand van hetzelfde geslacht in NL.

De correspondent plaatst elke dag een nieuw artikel tot aan de Gay Pride, het is de Roze Maand.




2

,Güven, H. (2015). Zijn pubers met een Turkse en Marokkaanse achtergrond anders dan hun
autochtone Nederlandse leeftijdsgenoten? www.onderwijsweb.hu.nl
Vanaf de Verlichting (18de eeuw) zien we die adolescentiefase langzaam opkomen. Welgestelde
kinderen hoefden niet zo snel meer volwassen te worden.

In de jaren ‘60 van de 20ste eeuw zien we in Nederland een toenemende discussie over het
generatieconflict. De naoorlogse generatie van Nederland groeit op in een andere maatschappij dan
hun ouders. Deze jongeren hadden over het algemeen ouders die hard hadden gewerkt tijdens de
wederopbouw. In deze fase stond in het teken van zuinigheid en gezinsstichting. Maar door
economische bloei hadden grote groepen jongeren meer middelen en tijd om keuzes te maken en
zelf vorm te geven aan hun bestaan (individualisering, ontzuiling, experimenteren en protest).

Vanaf de jaren ‘60 is het “jong zijn” echt een realiteit. Ook werd er steeds meer nagedacht over het
“jong” zijn  erkenning adolescentiefase

Turkse en Marokkaanse jongeren die naar Europa kwamen, hebben een korte adolescentiefase
gehad door de drang te werken of trouwen. Hun jeugdfase ging gepaard met een toename van
morele zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en ‘serieus’ gedrag.

De westerse maatschappij van nu is meer gericht op consumptie, presteren en individualisme  veel
ruimte voor de commercie. Het is een tijd van merkkleding, snel rijk worden en de tijd van snelle
technologische ontwikkelingen. Maar dit was al deels aanwezig: ‘Sturm und Drang’  idealen als
jong volwassenen zijn zeer sterk (begin vorige eeuw).

Zowel autochtone als allochtone jongeren die in het voortgezet onderwijs zitten, zitten tevens ook in
een andere belangrijke fase. Deze fase is de puberteit. De puberteit is het fysieke onderdeel van de
adolescentiefase, het speelt zich af tussen ongeveer twaalf en zestien jaar. In deze puberteit treden
duidelijke waarneembare veranderingen op. Dit kunnen we terugzien op lichamelijk en psychisch
vlak.

In het nu volgende gedeelte wil ik adolescentiefase verbinden met het sociale leven. De puberteit
staat namelijk niet los van het sociale leven, sterker nog, het sociale leven is van grote invloed op dit
proces. De adolescentiefase is de overgang van de kindertijd naar de volwassenheid. Dit is de fase
tussen het twaalfde en grofweg het tweeëntwintigste levensjaar.
Er is namelijk sprake van tempoverschillen in puberteits-, cognitieve en psychosociale
ontwikkelingen. In de adolescentiefase krijgen jongeren een grotere autonomie. We kunnen daarin
verschillende periodes onderscheiden.
 Vroege adolescentiefase  vooral lichamelijke ontwikkeling en de daarmee verbonden
psycho-seksuele ontwikkeling. Dit is ook de periode waarin kinderen steeds meer loskomen
van hun ouders.
 Midden adolescentiefase  experimenteren
 Late adolescentiefase  aangaan van verplichtingen, die op maatschappelijk en privéterrein
van toepassing zijn.


3

, Binnen de adolescentiefase speelt de genderidentiteit een belangrijke rol. Op de ontwikkeling van
deze identiteit heeft de omgeving een grote invloed, doordat het kind en de jongere door hun
opvoeding en via cultuur attributies (uitingen en eigenschappen) allerlei normen en waarden
meekrijgt, bij allochtone en autochtone jongeren.

 Bij allochtone jongens zien we een relatief grotere vrijheid dan bij de allochtone meisjes.
 Meisjes hebben meer verantwoordelijkheid thuis voor het huishouden.
 De allochtone jongens brengen daarentegen minder tijd door in het huis of in georganiseerde
vrijetijdsactiviteiten dan Nederlandse leeftijdgenoten.
 De autochtone adolescent heeft min of meer dezelfde vrijheid.

De adolescent gaat in de adolescentiefase verder met een taak die ze vanuit de peuter- en kleutertijd
hebben meegenomen: ‘’Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik?” In de zoektocht naar verschillende
(juiste) antwoorden is kennis van eigen kennen en kunnen belangrijk. Tijdens dit identiteitsproces
gaat het in feite om herkenning en erkenning. Het gevoel van identiteit bestaat namelijk uit het
gevoel een unieke en innerlijke samenhangende persoon te zijn ondanks alle veranderingen.
Bovendien heeft het betrekking op het besef dat voor hem belangrijke personen uit zijn omgeving
hem (her)kennen als diezelfde persoon. Die bevestiging van de omgeving helpt de adolescent weer
een stuk verder in zijn of haar ontwikkeling. Tijdens het identiteitsproces is er dus sprake van een
belangrijke “andere-ik” (significant other). Wie de belangrijke “andere-ik” is kan sterk verschillen.
Thuis kunnen dit de ouders zijn, buiten kunnen dit de vrienden zijn en op school bijvoorbeeld de
klasgenoten. De adolescent vormt zich namelijk een beeld van de oordelen van die anderen over
hem of haar hebben. Dat beeld hoeft niet met de realiteit te corresponderen. De beeldvorming op
basis van de oordelen die anderen hebben, is echter belangrijk voor het zelfbewustzijn.

Bij allochtone jongeren kan er een groot verschil bestaan tussen de belangrijke “andere-ik” van thuis
en die van buiten waardoor het vinden van samenhang lastig is. We zien dat allochtone jongeren dit
proces ontwijken en gebruik gaan maken van een substituut, die gevormd wordt door de
vriendenkring. Bij met name Turkse en Marokkaanse adolescenten kan de vriendenkring meer dan
alleen een vrije tijd opvulling vormen  lotgenoten die hun gemeenschappelijke vragen delen en
een gemeenschappelijk verwachtingspatroon opstellen.

Vriendschappen in de adolescentiefase duren over het algemeen langer in vergelijking met die van
de kindertijd. Grofweg kunnen we twee soorten vriendschap van elkaar onderscheiden. De een is
tijdelijk en de ander is van het hart. Deze laatste (harts)vriendschap speelt een grote rol bij het
streven naar een eigen identiteit. Kinderen komen steeds meer los van hun ouders. De omgang
tussen de jongeren is niet altijd meer gericht op “het spelen”. Sociaal – economische, cultureel –
religieuze achtergronden, maatschappelijke (politieke) opvattingen, voorkeur voor muziek, lid zijn
van een peergroep, keuze voor een hobby en studiekeuze kunnen vriendschappen stichten of
breken. De herkenning en erkenning staan binnen de vriendschap voorop. Vaak is het zo dat de
eerste herkenning en erkenning door de vriendengroep wordt gegeven.




4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
vogelssanne Fontys Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
43
Member since
6 year
Number of followers
7
Documents
24
Last sold
2 months ago

3.3

6 reviews

5
1
4
3
3
0
2
1
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions