100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Immunologie

Rating
-
Sold
4
Pages
32
Uploaded on
17-02-2019
Written in
2018/2019

Dit is een Nederlandse samenvatting van het Immunologie deel van het vak ADP-20306 (Thermoregulatie en Immunologie) op Wageningen University. Een lekker uitgebreide samenvatting waarin alles van de hoorcolleges is samengevat! Door deze samenvatting heb je het gehele boek niet nodig (wordt ook aan het begin van het vak verteld door de docenten), scheelt je een hoop geld!

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Unknown
Uploaded on
February 17, 2019
Number of pages
32
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

College 1 (29 okt 2018)

Gunstige/beschermende immuunreacties:
• Comcomitant: (live!) pathogeen blijft aanwezig en helpt het geheugen te
verkrijgen.
• Sterilizing: pathogeen is volledig verwijderd
• Modulating: pathogeen is aanwezig, maar is inactief.

Niet beschermende immuniteit:
• Bescherming of uitbreiding van pathogeen.

Schadelijk:
• Pathologie/ontsteking
• Hypersensitiviteit (weefsel schade)
• Auto-immuniteit (aanval op jezelf)

Specifieke immuniteit (verworven):
bestaat uit B-cellen en T-cellen (geen van
beide aanwezig = innate immuniteit)
• Activatie van volledig functioneren
van specifiek immuniteit na
primaire infectie kan 7-10 dagen
duren.
• Kan niet zonder innate immuniteit,
specifieke immuniteit heeft tijd
nodig om op gang te komen.

1. specifiek
2. leren (adapteren) en geheugen
3. traag

T-cellen (zijn regisseurs): interleukines (cytokines) à oorsprong uit thymus
• Reguleren: Th, Treg, Ts
• Effector: Tcyt
• Geheugen: Tmem
CELLULAIRE IMMUNITEIT
B-cellen (maken antistoffen): immunoglobulines à oorsprong uit beenmerg
• Plasma cel: antibodies (Y)
• Antigeen presentatie
• Geheugen
HUMORALE IMMUNITEIT

Innate immuniteit (aangeboren): voorkomen van infectie, degraderen microben,
activatie specifieke immuniteit, geen memory maar training.
• Fagocyten, granulocyten, NK, APC, bloedplaatjes

Leukocyten: witte bloedcellen.

Antigeen: alle substanties die een (detecteerbare) immuunrespons opwekken.

1

,Resultaten van een infectie:
Microbe (product)



Innaat immuunsysteem à (en eventueel specifieke immuunsysteem)



1. geen (klinische) symptomen
2. ziekte met herstel
3. ziekte met dood
4. bescherming, geen klinische symptomen

College 3 (31 okt 2018) Cellen van het immuunsysteem

Cellen van het immuunsysteem
• Ontstaan uit de stamcellen van het beenmerg
• Haemopoetische stamcel: worden rode bloedcellen (erythrocyten)
• SPECIFIEK: Common lymphoïd progenitor (voorouder) in beenmerg
o Ontstaan uiteindelijk T-cellen (stamcel ligt in beenmerg en migreert naar
de thymus waar het uiteindelijk T-cel wordt genoemd)
o (Bursa)/beenmerg à B-cellen
• INNAAT: Common myeloïd progenitor (voorouder) in beenmerg
o granulocyten
o megakaryocyt à bloedplaatjes (voor stolling of transport
immuuncomplexen)
o monocyt à macrofagen
o dendrieten
o Natural killer cellen

SPECIFIEK (tegen 1 bepaalde ziekteverwekker):
Lymfocyten: specifieke herkenning via receptoren: TCR op T-cellen en BCR op B-cellen
• Regulatie: Thelper / Treg
• Effector: Tcyt, en B- en plasma cellen
Gemeenschappelijke lymfoïde progenitor in beenmerg:
• Thymus: 90% dood, 10% gaat circulatie in (periferie)
• Beenmerg, bursa: 90% dood, 10% lymfe knopen

CD3 zit altijd op T-cellen
CD2 een typische T-cel merker
CD4 op Thelper à ligand voor MHC klasse II = alfa en
beta à alfa1,2 en beta1,2
CD8 op Tcytotoxisch à ligand voor MHC klasse I = alfa
en beta2 à alfa1,2,3 en beta2


Klassieke T-cel: TCR2 (alfa/beta) – CD3 à Th1 en Th2.



2

,T-cellen: de cellen functioneren in het immuunsysteem als 'manager' via de afgifte van
boodschappermoleculen (interleukinen) die andere cellen rekruteren, activeren of
differentiëren.

B-cellen: differentiëren naar plasma cellen, maar kunnen ook antigeen presenteren (B-
cellen maken antistoffen).
• Meerderheid aanwezig in lymfeklieren (70-80%)
• Oppervlakte/membraan immunoglobulines
• MHC II op oppervlakte
• Fc-receptoren voor immunoglobulines.

Null cellen: je lijkt op T- of B-cel, maar je bent het niet want je hebt geen T- of B-cel
receptor.
• NK cellen à killing gebeurt extracellulair.

INNAAT (fagocyten/macrofagen):
• Fagocyten
• Granulocyten
• Dendritische cellen

Macrofagen/monocyt (functie: opname bacteriën à en antigen presentatie):
Bloed Monocyt
Longen en luchtwegen Alveolair macrofaag
Lever Kupfercel
Intraperitoneal serosa Peritoneal macrofaag
Bot Osteoclast
Kraakbeen Chondroclast
Bindweefsel Histiocyt
Nier Mesangium cel
Brein en ruggenmerg Microglia/astrocyt
Milt Marginale zone macrofaag

Oppervlak:
• Fc-receptoren voor immunoglobulines
• Complement receptoren
• TLR: voor geconserveerde microbiële antigenen. à zorgt voor het vrijkomen van
cytokines à aanwezig op APC, herkennen PAMP of dangersignalen.
• Gamma-interferon, MAF receptoren
• MHC klasse II moleculen, CD14

Rokerslong: veel fagocyterende macrofagen.
Been is een dynamische weefsel: verandert/groeit constant.

Fagocytose: cascade
1. Chemotaxis via dichtheidsgradiënt naar antigeen of puin via het bloed (monocyt)
2. Binding aan microbe
3. Activatie actine/myosine samentrekkende elementen
4. Verzwelgen van deeltjes in fagosoom
5. Fusering van fagosoom met lysosoom à fagolysosoom


3

, Opsonisatie: coating van het pathogeen zodat het opgenomen kan worden door
fagocyten

Granulocyten
Komt allemaal uit het beenmerg
• Neutrofiel à meest voorkomend
o Korte levensduur, unieke activiteit
o Altijd in het bloed te vinden, maar bij problemen krijg je uittreding in de
weefsels (à ontstekingen)
o Kunnen fagocyteren
o Activiteit doodt normaal gesproken neutrofiel (pus) à one-way action
• Eosinofiel
o Toename tijdens: worm infecties en hypersensitieve reacties
• Basofiel (bloed), mest cel (weefsel)
o Betrokken bij overgevoeligheids reacties (negatieve rol)
o IgE, IgG, IgM

Polymorf kernigen Mononucleaire cellen
(granulocyten) (monocyten en lymfocyten)




Bloedplaatjes
• Geen kern, maar MHC I op oppervlakte
• Receptoren voor immunoglobulines/immuuncomplexen (antilichaam gebonden
met antigen)
• Transport voor immuuncomplexen
• Betrokken bij afbraak van immuuncomplexen
• Stolling

Dendrieten:
• Netwerk in de lymfeknopen, thymus, beenmerg, huid, maag.
• Hoge expressie voor MHC II moleculen


4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
mel98 Wageningen University
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
24
Member since
7 year
Number of followers
20
Documents
1
Last sold
5 months ago

2.5

2 reviews

5
0
4
0
3
1
2
1
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions