SAMENVATTING - DEEL
PATHOLOGIE
REVALIDATIE EN KINESITHERAPIE
VAN HET RESPIRATOIRE STELSEL
Prof. Dr. Derom E.
,1. ALGEMEENHEDEN – RESPIRATOIRE INSUFFICIËNTIE
1.1. ADEMHALING (RESPIRATIE)
Het proces waarbij de cel (het organisme) O2 opneemt en verbruikt en het
geproduceerde CO2 verwijdert
Zonder respiratie is de energievoorziening vd cellen en het organisme niet
mogelijk
De energie w verkregen uit de verbranding/oxidatie v glucose, vetzuren en
eiwitten, waarbij CO2 ontstaat
1.2. BOUW VD LUCHTWEGEN
Neus-sinussen-farynx = bevochtiging, filteren en opwarming
Larynx = spreekorgaan
Trachea
2 hoofdbronchi:
o De rechter ligt meer in het verlengde vd trachea
vergemakkelijkt de aspiratie v vreemd materiaal (bv
verslikking)
o Bij infiltraat in midden of rechterkwab, steeds
overwegen of er geen slikproblematiek bestaat
1.3. VENTILATIE EN RESPIRATIE
Ventilatie = verplaatsen v lucht in de luchtwegen en in de alveoli (werking vd
ademspieren)
Respiratie = veronderstelt 2 elementen, ventilatie en gasuitwisseling (thv
longblaasjes of alveoli)
A. DE LONGEN, EEN GASUITWISSELEND ORGAAN
Gasuitwisseling door diffusie thv alveoli, meer bepaald thv alveolo-capillaire
membraan (= dunne scheiding tss longblaasjes en haarvaten)
Thv longtoppen: betere ventilatie, slechtere bloedvoorziening
1
, Thv longbasis: slechtere ventilatie, betere bloedvoorziening
B. EEN ADEMPOMP
Staat in voor de ventilatie
Bestaat uit 3 elementen:
1. Ademspieren: zorgen ervoor dat de pomp kan bewegen, deze spieren hechten
aan op skeletelementen
bv. bij spierziektes zoals MS, ALS of ziekte van Duchenne zien we
aantasting van de spieren, spieren zijn minder actief, dus ook aantasting
van de ademhalingsspieren.
2. Skeletelementen: ribben, sternum, wervelzuil
bv. bij scoliose zien we probleem met de skeletelementen en bijgevolg
dus ook bij de spieren die hierop aanhechten.
3. Ademcentrum: zorgt voor activatie vd pomp
VENTILATIE IN RUST
Inspiratie:
o Contractie van primaire ademspieren: diafragma, parasternale spieren,
scaleni (primaire ademspieren zijn ALTIJD actief)
o Vergroting vd intrathoracale ruimte
o Negatieve druk in pleuraholte (rond de longen)
o Negatieve druk in luchtwegen aanzuigen v lucht
Expiratie:
o Gebeurt spontaan
2
, VENTILATIE BIJ INSPANNING, STRESSSITUATIES EN DERGELIJKE
Inspiratie door contractie primaire + secundaire ademspieren
Actieve expiratie (o.a. door abdominale musculatuur)
INSPIRATOIRE SPIEREN EXPIRATOIRE SPIEREN
Sternocleidomastoideus Intercostalis internus
Trapezius Rectus abdominus
Scalenus Obliquus externus
Intercostalis externus Obliquus internus
Diafragma Transversus abdominis
Klinisch: bij tetraplegie zijn de expiratoire spieren uitgevallen, dit geeft oa ook
hoestproblemen omdat de expiratoire spieren nodig zijn tijdens het hoesten.
1.4. FUNCTIE & DYSFUNCTIE VH RESPIRATOIRE STELSEL –
RESPIRATOIRE INSUFFICIËNTIE
1.4.1. FUNCTIE VH RESPIRATOIRE STELSEL
Aanvoer O2 naar organen, weefsels, cellen
Afvoer CO2 geproduceerd door organen, weefsels, cellen
3
PATHOLOGIE
REVALIDATIE EN KINESITHERAPIE
VAN HET RESPIRATOIRE STELSEL
Prof. Dr. Derom E.
,1. ALGEMEENHEDEN – RESPIRATOIRE INSUFFICIËNTIE
1.1. ADEMHALING (RESPIRATIE)
Het proces waarbij de cel (het organisme) O2 opneemt en verbruikt en het
geproduceerde CO2 verwijdert
Zonder respiratie is de energievoorziening vd cellen en het organisme niet
mogelijk
De energie w verkregen uit de verbranding/oxidatie v glucose, vetzuren en
eiwitten, waarbij CO2 ontstaat
1.2. BOUW VD LUCHTWEGEN
Neus-sinussen-farynx = bevochtiging, filteren en opwarming
Larynx = spreekorgaan
Trachea
2 hoofdbronchi:
o De rechter ligt meer in het verlengde vd trachea
vergemakkelijkt de aspiratie v vreemd materiaal (bv
verslikking)
o Bij infiltraat in midden of rechterkwab, steeds
overwegen of er geen slikproblematiek bestaat
1.3. VENTILATIE EN RESPIRATIE
Ventilatie = verplaatsen v lucht in de luchtwegen en in de alveoli (werking vd
ademspieren)
Respiratie = veronderstelt 2 elementen, ventilatie en gasuitwisseling (thv
longblaasjes of alveoli)
A. DE LONGEN, EEN GASUITWISSELEND ORGAAN
Gasuitwisseling door diffusie thv alveoli, meer bepaald thv alveolo-capillaire
membraan (= dunne scheiding tss longblaasjes en haarvaten)
Thv longtoppen: betere ventilatie, slechtere bloedvoorziening
1
, Thv longbasis: slechtere ventilatie, betere bloedvoorziening
B. EEN ADEMPOMP
Staat in voor de ventilatie
Bestaat uit 3 elementen:
1. Ademspieren: zorgen ervoor dat de pomp kan bewegen, deze spieren hechten
aan op skeletelementen
bv. bij spierziektes zoals MS, ALS of ziekte van Duchenne zien we
aantasting van de spieren, spieren zijn minder actief, dus ook aantasting
van de ademhalingsspieren.
2. Skeletelementen: ribben, sternum, wervelzuil
bv. bij scoliose zien we probleem met de skeletelementen en bijgevolg
dus ook bij de spieren die hierop aanhechten.
3. Ademcentrum: zorgt voor activatie vd pomp
VENTILATIE IN RUST
Inspiratie:
o Contractie van primaire ademspieren: diafragma, parasternale spieren,
scaleni (primaire ademspieren zijn ALTIJD actief)
o Vergroting vd intrathoracale ruimte
o Negatieve druk in pleuraholte (rond de longen)
o Negatieve druk in luchtwegen aanzuigen v lucht
Expiratie:
o Gebeurt spontaan
2
, VENTILATIE BIJ INSPANNING, STRESSSITUATIES EN DERGELIJKE
Inspiratie door contractie primaire + secundaire ademspieren
Actieve expiratie (o.a. door abdominale musculatuur)
INSPIRATOIRE SPIEREN EXPIRATOIRE SPIEREN
Sternocleidomastoideus Intercostalis internus
Trapezius Rectus abdominus
Scalenus Obliquus externus
Intercostalis externus Obliquus internus
Diafragma Transversus abdominis
Klinisch: bij tetraplegie zijn de expiratoire spieren uitgevallen, dit geeft oa ook
hoestproblemen omdat de expiratoire spieren nodig zijn tijdens het hoesten.
1.4. FUNCTIE & DYSFUNCTIE VH RESPIRATOIRE STELSEL –
RESPIRATOIRE INSUFFICIËNTIE
1.4.1. FUNCTIE VH RESPIRATOIRE STELSEL
Aanvoer O2 naar organen, weefsels, cellen
Afvoer CO2 geproduceerd door organen, weefsels, cellen
3
