LEEREENHEID 5 DE BESTUURSRECHTELIJKE NORMERING VAN BESLUITEN
ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR:
- Niet alle abbb zijn gecodificeerd in de Awb. Het gelijkheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel en
rechtszekerheidsbeginsel zijn niet omschreven in de Awb.
BESLUITEN DIENEN AAN DE ONDERSTAANDE PUBLIEKRECHTELIJKE NORMEN TE
VOLDOEN:
- Verdragenrecht;
- Recht van de Europose Unie
- Grondwet
- Wet in formele zin
- Overige a.v.v. (amvb’s , ministeriele en gemeentelijke verordeningen
- De algemene beginselen van behoorlijk bestuur, ongeschreven bestuursrecht.
ONDERSCHEID ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR IN:
1- Materiële beginselen van behoorlijk bestuur.
- deze beginselen zeggen iets over de inhoud van een besluit, bijvoorbeeld het vertrouwenbeginsel.
Is dit bijvoorbeeld van toepassing, dat gaat dit boven de wettelijke voorschriften.
2- Formele beginselen van behoorlijk bestuur.
- Deze beginselen zeggen iets over de wijze waarop een besluit tot stand moet worden gebracht of
over de formele eisen waaraan een besluit moet voldoen. Een voorbeeld is het
zorgvuldigheidsbeginsel.
- Het verschil tussen materiële en formele beginselen van behoorlijk bestuur is het gevolg bij
toetsing door de bestuursrechter. Wanneer een bestuursrechter een besluit vernietigd wegens
een formeel beginsel van behoorlijk bestuur dan kan het bestuursorgaan het besluit veelal
repareren. Bij een deze vernietigd wordt wegens een materieel beginsel van behoorlijk bestuur
dan dient het besluit vaak anders te luiden.
ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORIJK BESTUUR IN AWB VASTGELEGD ZIJN:
1- Fair play, verbod van vooringenomenheid
Het bestuur mag geen dubbele agenda hanteren, en dient duidelijke spelregels te volgen. Het
verbod op vooringenomenheid betekent dat bestuurders moeten waken voor
tweepettenproblematiek.
2- Het zorgvuldigheidsbeginsel
Besluiten moeten zorgvuldig worden voorbereid. De Awb bevat bepalingen over het horen in het
kader van voorbereiding van beschikkingen. Ook advisering dient de zorgvuldigheid van besluiten.
De Awb voorziet in een regeling met betrekking tot wettelijke advisering. Het
zorgvuldigheidsbeginsel heeft een formeel karakter. Het bestuur dient op de hoogte te zijn van
relevante feiten en de bij het besluit betrokken belangen.
3- Het verbod van detournement de pouvoir
Een bestuursorgaan mag zijn bestuursbevoegdheid alleen gebruiken voor het doel waarvoor de
bevoegdheid is gegeven. Indien hiervan sprake is leidt dit vaak ook tot strijd met een algemeen
verbindend voorschrift. Een voorbeeld is het instellen van een blauwezone op grond van de
Wegenverkeerswet om de middenstand tegemoet te komen.
4- Belangenafwegingsplicht, materiële zorgvuldigheid, evenredigheidsbeginsel en
willekeurverbond
Een bestuursorgaan is in het geval van beleidsvrijheid verplicht om binnen de grenzen van de wet
relevante belagen op een evenwichtige wijze af te wegen. Dit is een gedragsregel die het
belangrijkste aspect van het materiële zorgvuldigheidsbeginsel vormt.
ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR:
- Niet alle abbb zijn gecodificeerd in de Awb. Het gelijkheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel en
rechtszekerheidsbeginsel zijn niet omschreven in de Awb.
BESLUITEN DIENEN AAN DE ONDERSTAANDE PUBLIEKRECHTELIJKE NORMEN TE
VOLDOEN:
- Verdragenrecht;
- Recht van de Europose Unie
- Grondwet
- Wet in formele zin
- Overige a.v.v. (amvb’s , ministeriele en gemeentelijke verordeningen
- De algemene beginselen van behoorlijk bestuur, ongeschreven bestuursrecht.
ONDERSCHEID ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR IN:
1- Materiële beginselen van behoorlijk bestuur.
- deze beginselen zeggen iets over de inhoud van een besluit, bijvoorbeeld het vertrouwenbeginsel.
Is dit bijvoorbeeld van toepassing, dat gaat dit boven de wettelijke voorschriften.
2- Formele beginselen van behoorlijk bestuur.
- Deze beginselen zeggen iets over de wijze waarop een besluit tot stand moet worden gebracht of
over de formele eisen waaraan een besluit moet voldoen. Een voorbeeld is het
zorgvuldigheidsbeginsel.
- Het verschil tussen materiële en formele beginselen van behoorlijk bestuur is het gevolg bij
toetsing door de bestuursrechter. Wanneer een bestuursrechter een besluit vernietigd wegens
een formeel beginsel van behoorlijk bestuur dan kan het bestuursorgaan het besluit veelal
repareren. Bij een deze vernietigd wordt wegens een materieel beginsel van behoorlijk bestuur
dan dient het besluit vaak anders te luiden.
ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORIJK BESTUUR IN AWB VASTGELEGD ZIJN:
1- Fair play, verbod van vooringenomenheid
Het bestuur mag geen dubbele agenda hanteren, en dient duidelijke spelregels te volgen. Het
verbod op vooringenomenheid betekent dat bestuurders moeten waken voor
tweepettenproblematiek.
2- Het zorgvuldigheidsbeginsel
Besluiten moeten zorgvuldig worden voorbereid. De Awb bevat bepalingen over het horen in het
kader van voorbereiding van beschikkingen. Ook advisering dient de zorgvuldigheid van besluiten.
De Awb voorziet in een regeling met betrekking tot wettelijke advisering. Het
zorgvuldigheidsbeginsel heeft een formeel karakter. Het bestuur dient op de hoogte te zijn van
relevante feiten en de bij het besluit betrokken belangen.
3- Het verbod van detournement de pouvoir
Een bestuursorgaan mag zijn bestuursbevoegdheid alleen gebruiken voor het doel waarvoor de
bevoegdheid is gegeven. Indien hiervan sprake is leidt dit vaak ook tot strijd met een algemeen
verbindend voorschrift. Een voorbeeld is het instellen van een blauwezone op grond van de
Wegenverkeerswet om de middenstand tegemoet te komen.
4- Belangenafwegingsplicht, materiële zorgvuldigheid, evenredigheidsbeginsel en
willekeurverbond
Een bestuursorgaan is in het geval van beleidsvrijheid verplicht om binnen de grenzen van de wet
relevante belagen op een evenwichtige wijze af te wegen. Dit is een gedragsregel die het
belangrijkste aspect van het materiële zorgvuldigheidsbeginsel vormt.