Gemengd bedrijf = boerderij met allerlei gewassen/dieren
• zelfvoorzienende landbouw
• Autarkische landbouw
Gespecialiseerd bedrijf —> 1 activiteit
Sinds 1900 in landbouw
• specialisatie= je richten op 1 gewas/diersoort
• Mechanisatie= meer met machines werken in plaats van spierkracht
• Schaalvergroting= grotere bedrijven
• Productievergroting= vergroting van de productie per dier of per hectare
Voedselproductie is niet meer voor de lokale maar voor de mondiale markt
In Nederland is genoeg voedsel maar er is sprake van import door:
• Vanwege: eenzijdigheid/variatie om goederen gedurende het hele jaar te kunnen eten
Agribusiness: werkgelegenheid verbonden aan de voedingsmiddelen
• bewerken
• Verpakken
• Vervoeren
• Opslag
• Dierenarts
• Innovatie
• Onderhoud
1945-1989 (polen)
• initiatief ligt bij de staat —> overheid bepaald
• Als een boer beter presteert merkt hij daar niets van
• Staatsbedrijven
• Planeconomie
• Niet moderne landbouw
1989-1990 (val van her communisme en invoering kapitalisme)
• grote staatsbedrijven werden opgedeeld —> gevolg: veel kleine boeren bedrijven
• Niet-moderne landbouw
jaren 90 en 0
• buitenlandse investeerders kopen grond op
• Gevolg: megabedrijven/zeer moderen
• Tweedeling van het land
1945-1989 (nederland)
• Kapitalistischsysteem
• initiatief en risico ligt bij de ondernemer —> (boer)
• Hoe beter de boer presteert hoe meer geld hij krijgt
, • Moderne landbouw
Vroeger—> elke regio zijn eigen gewassen
• gebonden landbouw
• Bepaalde gewassen op bepaalde grondsoorten
Nu—> landbouw minder grondgebonden landbouw
hoezo kan dit?:
• grond aangepast
• import van voedsel
• Nieuwe rassen van planten
• Kassen
• Waterhoogte wordt beter geregeld
Leefbaarheid op het platteland
• in veel kleine dorpen verminderd het aantal inwoners
• Minder voorzieningen
Winkels probeert men te behouden
• rijdende winkel
• Winkel word overgenomen door inwoners
• Project voor geestelijk gehandicapten
Perceel= stuk landbouwgrond bouwkavel
1.23 A/C
1.23 A landschap anno 1900 situatie tot 60e jaren
• boeren hadden veel kleine per
• Percelen waren ver weg van elkaar
• Percelen hadden vreemde vormen
• Deel van de grond was woeste grond —> niet productief
1.23 B situatie vanaf de jaren 60 —> na de ruilverkaveling
• alle grond is in gebruik
• Percelen zijn opnieuw ingedeeld