WC 1 – Historie belastingrecht en algemene aspecten
Accijnzen zijn er om het gedrag van de maatschappij te beïnvloeden (denk aan sigaretten
en alcohol).
Inkomstenbelasting:
Er wordt rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden (draagkrachtbeginsel
door schijven, algemene hefngskorting, speciale kortingen zoals arbeidskorting)
Inkomstenbelasting (Wet IB):
3 boxen:
Box 1 (H3 Wet IB)
Box 2 (H4 Wet IB)
Box 3 (H5 Wet IB)
Box 1– inkomen uit werk en woning (art. 2.10 Wet IB, progressief)
1. Loon (brutoloon invullen)
2. Winst uit onderneming
3. Eigen woning
o Eigenwoningforfait (art. 3.112 Wet IB)
Berekenen adhv WOZ waarde * 0,7% = eigenwoningforfait
o Hypotheekrente (art. 3.120 Wet IB) in mindering brengen op het EWFF
4. Periodieke uitkeringen en verstrekkingen (pensioen, WW, arbeidsongeschikt)
5. Overige werkzaamheden
Persoonsgebonden aftrek gaat alleen van box 1 af (art. 6.2 Wet IB, als er nog
persoonsgebonden budget over is in aftrek brengen op box 3 en daarna box 2)
Box 2 – inkomen aan aanmerkelijk belang (art. 2.12 Wet IB, 25%)
Meer dan 5% aandelen in een bedrijf
Over het dividend dat je krijgt moet je belasting betalen
Als je winst maakt over de verkoop wordt dit ook belast
Box 3 – inkomen uit sparen en beleggen (art. 2.13, via schijven berekenen, 30%
belasting)
Bezittingen (denk aan tweede huis, spaargeld, aandelen die niet aanmerkelijk
belang zijn)
o Sommige bezittingen vallen niet onder box 3, denk aan een auto
(persoonlijke bezitting)
o Een vakantiehuis is wel een bezitting omdat het een onroerend goed is
Waarde van de bezittingen wordt bepaald op 1 januari
De schulden mogen van de bezittingen worden afgetrokken
Fictief inkomen (ipv werkelijk inkomen)
Box 3 kan niet negatief zijn
Voorbeeld berekening box 3
Bezittingen (op 1 januari) €150.000 (art. 5.3 lid 2 Wet IB)
Schulden €20.000 (-/-) (art. 5.3 lid 3 Wet IB)
Rendementsgrondslag €130.000 (art. 5.3 lid 1 Wet IB)
Hefngsvrij vermogen €30.000 (-/-) (art. 5.5 Wet IB)
Grondslag sparen en beleggen €100.000
Via schijven berekenen
Inkomen uit box 3
Belastingtarief 30% (art. 2.13 Wet IB)
Totale belasting box 1+2+3
Daarna de hefngskortingen eraf (H8 Wet IB)
Daar mag je de voorhefngen nog afhalen (loonhefng)
Dan heb je de te betalen belasting over
Accijnzen zijn er om het gedrag van de maatschappij te beïnvloeden (denk aan sigaretten
en alcohol).
Inkomstenbelasting:
Er wordt rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden (draagkrachtbeginsel
door schijven, algemene hefngskorting, speciale kortingen zoals arbeidskorting)
Inkomstenbelasting (Wet IB):
3 boxen:
Box 1 (H3 Wet IB)
Box 2 (H4 Wet IB)
Box 3 (H5 Wet IB)
Box 1– inkomen uit werk en woning (art. 2.10 Wet IB, progressief)
1. Loon (brutoloon invullen)
2. Winst uit onderneming
3. Eigen woning
o Eigenwoningforfait (art. 3.112 Wet IB)
Berekenen adhv WOZ waarde * 0,7% = eigenwoningforfait
o Hypotheekrente (art. 3.120 Wet IB) in mindering brengen op het EWFF
4. Periodieke uitkeringen en verstrekkingen (pensioen, WW, arbeidsongeschikt)
5. Overige werkzaamheden
Persoonsgebonden aftrek gaat alleen van box 1 af (art. 6.2 Wet IB, als er nog
persoonsgebonden budget over is in aftrek brengen op box 3 en daarna box 2)
Box 2 – inkomen aan aanmerkelijk belang (art. 2.12 Wet IB, 25%)
Meer dan 5% aandelen in een bedrijf
Over het dividend dat je krijgt moet je belasting betalen
Als je winst maakt over de verkoop wordt dit ook belast
Box 3 – inkomen uit sparen en beleggen (art. 2.13, via schijven berekenen, 30%
belasting)
Bezittingen (denk aan tweede huis, spaargeld, aandelen die niet aanmerkelijk
belang zijn)
o Sommige bezittingen vallen niet onder box 3, denk aan een auto
(persoonlijke bezitting)
o Een vakantiehuis is wel een bezitting omdat het een onroerend goed is
Waarde van de bezittingen wordt bepaald op 1 januari
De schulden mogen van de bezittingen worden afgetrokken
Fictief inkomen (ipv werkelijk inkomen)
Box 3 kan niet negatief zijn
Voorbeeld berekening box 3
Bezittingen (op 1 januari) €150.000 (art. 5.3 lid 2 Wet IB)
Schulden €20.000 (-/-) (art. 5.3 lid 3 Wet IB)
Rendementsgrondslag €130.000 (art. 5.3 lid 1 Wet IB)
Hefngsvrij vermogen €30.000 (-/-) (art. 5.5 Wet IB)
Grondslag sparen en beleggen €100.000
Via schijven berekenen
Inkomen uit box 3
Belastingtarief 30% (art. 2.13 Wet IB)
Totale belasting box 1+2+3
Daarna de hefngskortingen eraf (H8 Wet IB)
Daar mag je de voorhefngen nog afhalen (loonhefng)
Dan heb je de te betalen belasting over