Samenvatting veiligheid & middelen les 1:
Economie: wat is het?
Wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie,
consumptie en distributie van schaarse goederen en diensten.
Het is dus een gedragswetenschap en geen exacte wetenschap (zoals wiskunde)
Het gaat om keuzeprocessen m.b.t. schaarse middelen bij: of overheid, of gezinnen,
of bedrijven (of een combinatie hiervan)
Veiligheid: wat is het?
Wat is veiligheid:
Een toestand (waarin we verkeren)?
Een (tastbaar) goed?
Een (te leveren of ontvangen) dienst?
Een resultaat (van handelen)?
Economie en veiligheid:
Veiligheid, ongeacht definitie, heeft altijd een relatie met het inzetten van middelen.
En de keuzes rond het inzetten van (schaarse) middelen is weer het onderwerp van
economische studie.
Effectiviteit en efficiëntie:
Organisaties zijn:
Doelgerichte samenwerkingsverbanden, waarbij de inzet van mensen en middelen
moet leiden tot het behalen van de doelstellingen.
Hierbij is:
Effectiviteit: De mate waarin de gestelde doelstellingen bereikt worden.
Efficiëntie: het streven met zo min mogelijk inspanning een zo groot mogelijk
resultaat te bereiken.
Heel simpel gezegd ligt de focus van de overheid meer op effectiviteit en de focus in
het bedrijfsleven meer op efficiëntie.
Bedrijfseconomie:
Organisaties en bedrijven maken afwegingen hoe de (schaarse) middelen die ze
hebben in te zetten om hun doel te bereiken.
Daarvoor is het nodig om te weten wat die middelen zijn en welke waarde zij
(financieel gezien) hebben.
Als je dat weet kun je ook keuzes maken.
Overheidsfinanciën:
De (gemeentelijke) overheid speelt een grote rol in het voorzien van een
samenleving van veiligheid in het dagelijks leven.
Veiligheid in de zin van:
Bescherming
Orde
Bestaanszekerheid
, Maar waar haalt de gemeente zijn middelen vandaan? En hoe bepaalt een gemeente
hoeveel geld er naar veiligheid gaat?
Samenvatting veiligheid & middelen les 2
Economie: is een wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen
maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse goederen en
diensten. (Het zijn vaak geen rationele keuzes).
Inkomsten: dat wat mensen ontvangen uit arbeid, onderneming, vermogen of
uitkeringen.
Ontvangst: de instroom van geld (liquide middelen) bij een rechts(persoon) of
organisatie, als boekhoudkundig begrip.
Inkomsten = Ontvangsten:
Je kunt inkomsten op twee manieren binnen krijgen:
- Kas
- Giraal (bank)
Uitgaven: is een boekhoudkundig begrip voor een uitstroom van geld (liquide
middelen) naar een andere (rechts)persoon. Zijn kasstromen.
Hier staat bijna altijd een instroom (je krijgt er dus iets voor terug) van een product of
dienst met een waarde voor de koper tegenover.
Kosten: offers die we moeten brengen om bepaalde goederen te kunnen
produceren. De op geld waardeerbare bestedingen die men moet doen om het
(project)resultaat te kunnen realiseren.
Kosten druk je ALTIJD uit in € per ‘’iets’’ €1.500,- per maand/ uur/ jaar/ stuk.
Uitgaven versus Kosten !!!!
In het boekhouden wordt een onderscheid gemaakt tussen uitgaven en kosten.
Uitgaven zijn kasstromen (ofwel geld dat ‘rolt’, uit of in de portemonnee gaat, op je
bankrekening komt of ervan af gaat) en geven, samen met de ontvangsten, een
beeld van de kaspositie van een onderneming.
Kosten daarentegen beogen, tezamen met opbrengsten, een beeld te geven van de
winstgevendheid van een onderneming, waarbij het vooral van belang is dat kosten
aan de juiste periode worden toegerekend, hetgeen niet noodzakelijkerwijs de
periode is waarin de kasstroom heeft plaatsgevonden.
Voorbeeld
Koopt een onderneming in jaar 1 een machine ter waarde van €1000 die 10 jaar
meegaat (met een restwaarde van €0), dan zijn er uitgaven van €1000 in jaar 1 (en
van €0 in de overige jaren), maar zijn de kosten €100 (€1000 gedeeld door 10) voor
elk afzonderlijk jaar van jaar 1 tot en met jaar 10.
Economie: wat is het?
Wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie,
consumptie en distributie van schaarse goederen en diensten.
Het is dus een gedragswetenschap en geen exacte wetenschap (zoals wiskunde)
Het gaat om keuzeprocessen m.b.t. schaarse middelen bij: of overheid, of gezinnen,
of bedrijven (of een combinatie hiervan)
Veiligheid: wat is het?
Wat is veiligheid:
Een toestand (waarin we verkeren)?
Een (tastbaar) goed?
Een (te leveren of ontvangen) dienst?
Een resultaat (van handelen)?
Economie en veiligheid:
Veiligheid, ongeacht definitie, heeft altijd een relatie met het inzetten van middelen.
En de keuzes rond het inzetten van (schaarse) middelen is weer het onderwerp van
economische studie.
Effectiviteit en efficiëntie:
Organisaties zijn:
Doelgerichte samenwerkingsverbanden, waarbij de inzet van mensen en middelen
moet leiden tot het behalen van de doelstellingen.
Hierbij is:
Effectiviteit: De mate waarin de gestelde doelstellingen bereikt worden.
Efficiëntie: het streven met zo min mogelijk inspanning een zo groot mogelijk
resultaat te bereiken.
Heel simpel gezegd ligt de focus van de overheid meer op effectiviteit en de focus in
het bedrijfsleven meer op efficiëntie.
Bedrijfseconomie:
Organisaties en bedrijven maken afwegingen hoe de (schaarse) middelen die ze
hebben in te zetten om hun doel te bereiken.
Daarvoor is het nodig om te weten wat die middelen zijn en welke waarde zij
(financieel gezien) hebben.
Als je dat weet kun je ook keuzes maken.
Overheidsfinanciën:
De (gemeentelijke) overheid speelt een grote rol in het voorzien van een
samenleving van veiligheid in het dagelijks leven.
Veiligheid in de zin van:
Bescherming
Orde
Bestaanszekerheid
, Maar waar haalt de gemeente zijn middelen vandaan? En hoe bepaalt een gemeente
hoeveel geld er naar veiligheid gaat?
Samenvatting veiligheid & middelen les 2
Economie: is een wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen
maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse goederen en
diensten. (Het zijn vaak geen rationele keuzes).
Inkomsten: dat wat mensen ontvangen uit arbeid, onderneming, vermogen of
uitkeringen.
Ontvangst: de instroom van geld (liquide middelen) bij een rechts(persoon) of
organisatie, als boekhoudkundig begrip.
Inkomsten = Ontvangsten:
Je kunt inkomsten op twee manieren binnen krijgen:
- Kas
- Giraal (bank)
Uitgaven: is een boekhoudkundig begrip voor een uitstroom van geld (liquide
middelen) naar een andere (rechts)persoon. Zijn kasstromen.
Hier staat bijna altijd een instroom (je krijgt er dus iets voor terug) van een product of
dienst met een waarde voor de koper tegenover.
Kosten: offers die we moeten brengen om bepaalde goederen te kunnen
produceren. De op geld waardeerbare bestedingen die men moet doen om het
(project)resultaat te kunnen realiseren.
Kosten druk je ALTIJD uit in € per ‘’iets’’ €1.500,- per maand/ uur/ jaar/ stuk.
Uitgaven versus Kosten !!!!
In het boekhouden wordt een onderscheid gemaakt tussen uitgaven en kosten.
Uitgaven zijn kasstromen (ofwel geld dat ‘rolt’, uit of in de portemonnee gaat, op je
bankrekening komt of ervan af gaat) en geven, samen met de ontvangsten, een
beeld van de kaspositie van een onderneming.
Kosten daarentegen beogen, tezamen met opbrengsten, een beeld te geven van de
winstgevendheid van een onderneming, waarbij het vooral van belang is dat kosten
aan de juiste periode worden toegerekend, hetgeen niet noodzakelijkerwijs de
periode is waarin de kasstroom heeft plaatsgevonden.
Voorbeeld
Koopt een onderneming in jaar 1 een machine ter waarde van €1000 die 10 jaar
meegaat (met een restwaarde van €0), dan zijn er uitgaven van €1000 in jaar 1 (en
van €0 in de overige jaren), maar zijn de kosten €100 (€1000 gedeeld door 10) voor
elk afzonderlijk jaar van jaar 1 tot en met jaar 10.
