4 perspectieven op geschiedenis die worden behandeld in de colleges:
1. Ethische perspectieven.
2. Geografische perspectieven.
3. Sociaal wetenschappelijke perspectieven.
4. Hermeneutische perspectieven.
Hoorcollege 1, week 1
Introductie college:
Behandeling van één historische gebeurtenis vanuit deze vier invalshoeken (zie de vier
perspectieven hierboven). De gebeurtenis die wordt behandeld is de Russische Revolutie van
1917.
Wat is de Russische Revolutie van 1917?
Een film over dit 10 jaar na deze gebeurtenis genaamd The Revolution (1927).
o Claim = objectief en onpartijdig (unbiased) account.
Vraag is = is dit waar?
Wat ‘is’ geschiedenis?
- Verleden jaar was het de 100ste verjaardag van de Russische Revolutie.
- Wat weten we er nou echt over?
- Gelukkig, bestaat er een film over de Russische Revolutie, die 10 jaar na de gebeurtenis is
gemaakt door één van de grootste filmregisseurs ooit. De film is gebaseerd op ooggetuigen
verslagen.
o Geproduceerd door Eisenstein.
o Het richt zich dus op de februari Revolutie en de oktober Revolutie.
Nogmaals, wat is ‘Geschiedenis’?
- Kan of moet geschiedenis objectief, neutraal of onpartijdig zijn?
- De film beweert precies dit.
- We zullen beargumenteren dat er niet zoiets is als één waarheid.
- Dus deze vier docenten (van het hoorcollege) zullen vier verschillende benaderingen geven
van de geschiedenis.
- Ze sluiten elkaar niet uit!
4 perspectieven op dit:
1. Sociaal wetenschappelijk perspectief:
o “Revoluties zijn de festivals van de onderdrukten en de uitgebuite. Op geen andere
tijd zijn de massa’s van de mensen in een positie om naar voren te komen als de
scheppers van een nieuwe sociale orde.”
Citaat van Vladimir Lenin.
Geschiedenis en de sociale wetenschappen:
- Sociale wetenschappen:
o Kennis van het object: menselijk gedrag.
o De studie van groepen van mensen binnen de maatschappij.
, Menselijk gedrag -> met name groepen van mensen.
o Individuele beslissingen zijn minder belangrijk vergeleken met de beschrijving en
analyse van gedrag in groepen.
Vraag voor geschiedenis als een studiegebied:
Wat kunnen we leren van het verleden over sociaal gedrag?
Bijdrage aan de geschiedenis:
Wat kunnen inzichten uit de sociale wetenschappen ons leren over het verleden?
Russische Revolutie in de sociale wetenschappen:
Wat stuurde het aan?
Een sociaal wetenschappelijke poging is niet kijken naar Lenin of Trotski en hun revolutionaire
ambities, maar kijken naar de situatie van de populatie in termen van:
- Inkomen, levensstandaard, ongelijkheid, sociale mobiliteit.
- Distributie van macht.
- Veranderingen over de tijd (zoals industrialisatie).
o Niet kijken naar individuen, maar groepen (bijvoorbeeld de populatie).
De Russische Revolutie als Sociaal experiment:
o Lenins ‘nieuwe sociale orde.’
o Circulatie van de elite -> Vilfredo Pareto (1848-1923).
Nieuwe groepen naar voren.
o Rijkdom, prestige en macht -> Max Weber (1864-1920).
De Russische Revolutie als een sociaal experiment II:
o Er was sprake van een ‘dual economy’ (Sir Arthur Lewis).
Dual economy betekent dat er sprake is van twee economische sectoren binnen
één land. Deze scheiden zich van elkaar door de verschillende niveaus van
ontwikkeling en technologie.
“eilanden van moderniteit in een zee van achterstand op het
platteland.”
o Sociale groepen:
Oude politieke elite.
Nieuwe economische elite.
Stedelijke werknemers.
landloze plattelandsarbeiders.
- De landbouw (agrarische sector) had een achterstand.
Bolsjewiekse claim: “Vrede, brood en land:”
“Vrede”: Rusland vocht tegen Duitsland in de Eerste wereldoorlog, maar leger en populatie
ondersteunden deze oorlog niet -> zij wilden vrede.
“Brood”: industrialisatie leidde tot snelle urbanisatie en slechte condities in de steden evenals
verarmde landelijke gebieden.
“Land”: Eeuwen van onderdrukking en mislukte landhervormingen hebben geleid tot ongelijke
distributie van land inclusief veel landloze plattelandsarbeiders.
Claim van de auteurs (Robinson & Acemoglu (2009)) = de nieuwe elite is niet beter dan de oude elite.
Bovenstaande auteurs zeggen: “Waarom naties vallen.”
, oDe Russische Revolutie leidde tot een één partij dictatorschap die een stuk
gewelddadiger, bloediger en verdorven was dan zijn voorganger.
o De Bolsjewistische Revolutie van 1917 was een bloedige kwestie. Lenin en zijn gevolg
creëerden een nieuwe elite, henzelf en hij stond aan het hoofd van de Bolsjewistische
partij.
De omstandigheden waren toen Lenin aantrad nog steeds slecht.
2. Ethisch perspectief:
Sovjet interpretaties op de Revoluties van 1917:
Lenin zei dat de Revolutie geen historici nodig had.
Stalin vond dat alleen zijn interpretatie op de Revolutie telde, hij schreef zelf een
geschiedenis boek. Na de dood van Stalin kwamen er meer interpretaties op -> dit werd nu
mogelijk. Interpretaties van:
Eduard Burdzhalov (historicus, 1906-1985), hij schreef over de leidende rol van de Bolsjewieken.
Mikhail Gefter (historicus, 1918-1995), hij schreef over de aanval van de methodologische sector
op HISTOMAT.
Pavel Volobuev (1923-1997), hij schreef over de leidende rol van de Bolsjewieken.
Voorbeelden:
Eduard Burdzhalov:
o Bolsjewiekse Revolutie was spontaan.
o Said was niet geëxecuteerd onder Stalin, zoals veel andere historici.
Mikhail Gefter:
o Historisch instituut.
o Specialist in de Russische politieke geschiedenis.
o Vraag of het een socialistische Revolutie was.
o Histomat = Marxistische theorie op de geschiedenis.
Pavel Volobuev:
o Hoofd van de sector was verantwoordelijk.
o Heeft twee boeken over de Revolutie gepubliceerd.
o Revisionist interpretatie op dit -> werd afgekeurd.
Onder Gorbatsjov kwamen Pavel en Mikhail terug.
Een paar conclusies:
Stalin & Lenin visies waren hetgeen wat telde -> toen ze nog leefden.
Vervolgingen van historische profession. Onder Stalin werden historici vermoord en onder
controle gehouden -> censorship.
o Moed
Historici wilden niet toegeven dat ze fout zaten.
o Te weinig moed -> historici bleven wel stil.
o Veranderende rollen -> aanval op revisionisten eerst, maar nu geaccepteerd.