100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Other

ADD jaar 3 oefenvragen

Rating
4.3
(3)
Sold
18
Pages
18
Uploaded on
15-01-2019
Written in
2018/2019

Bij deze de 111 oefenvragen voor de toets van ADD jaar 3 MET 20 VRAGEN UIT DE TOETS VAN VORIG JAAR! De vragen zijn gebaseerd op de kennisdoelen uit de modulehandleiding en de extra artikelen zijn erin verwerkt.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 15, 2019
Number of pages
18
Written in
2018/2019
Type
Other
Person
Unknown

Subjects

Content preview

Bij deze de 111 oefenvragen voor de toets van ADD jaar 3.

Deze vragen zijn gebaseerd op de kennisdoelen uit de modulehandleiding en de extra artkelen zijn
erin verwerkt.

De vragen met ‘kennistoets’ ervoor zaten vorig jaar leterlijk zo in de toets.

Je moet ook op een plaatje de juist hersenhelfen aangeven.



1. Als de patent moeite heef met het verdelen van zijn aandacht, wat voor invloed heef dat op je
behandeling en op de communicatee

• Logopedie: heef invloed op behandeling, je moet langzamer werken, op testen krijg je afrek
omdat patint langzaam is

• Communicate met omgeving: als info te snel gaat volgt patint het niet



2. Dat is het doel en de doelgroep van de DIASe

• Doel: het vaststellen of uitsluiten van een spraakapraxie, dit instrument wordt voor de diagnose
gebruikt. Afneembaar aan het eind van de acture fase, aanvang revalisatefase.
• Doelgroep: patinten bij wie een vermoeden bestaat dat er sprake is van spraakapraxie of waarbij
al is vastgesteld dat er sprake is van spraakapraxie.
Betrouwbaar, gestandaardiseerd.



3. Kennistoets: Een Duitse man die ook vloeiend Nederlands spreekt, in NL woont en met zijn NLe
vrouw en Duitse les geef krijgt een CVA. Wat ga je doen?

werken aan inhibite, als je aan Duits gaat werken gaat NL waarschijnlijk ook vooruit.



4. Hoe beslis je bij iemand met afasie die meertalig is in welke taal je gaat behandelene

• Welke taal is nou belangrijk voor iemande / wat heef diegene nodig: moedertaal of taal die de
omgeving spreekte
• Wat gebruikt diegene in welke situate, dus wat moet er getraind worden • Wat sprak iemand voor
zijn beroertee
• Wat waren de eisen die aan de taal gesteld werdene (bijv verschil tussen thuis praten en op het
werk)
• Mate van vaardigheide -> op welke leefijd heef iemand het geleerd en hoe vaardig is diegene
daarin.

Er is niks mee om voor 1 taal te kiezen, je kan best een keuze maken. Aangezien die talen elkaar vaak
beinvloeden zou het goed kunnen dat je de andere taal meetrekt. Het neurale netwerk zou ook in de
andere taal kunnen verbeteren omdat je de ene taal traint.
Mits je in staat bent om iemand in de andere taal te revalideren (denk aan Turks etc.)
Wees je ervan bewust hoe iemand dat vroeger deed. Het kan goed zijn dat iemand sowieso al talen
husselde (code-switching) Ga ook na wat de patent zelf wil (als dit kan)

, 5. Wat is de defnite van apraxie volgens de DIASe

Spraakapraxie is een puur artculatorisch-motorische programmeer stoornis, die niet veroorzaakt
wordt door een linguïstsche stoornis en/of een motorische planningsstoornis. Bucofaciale apraxie en
een spraakapraxie zijn twee onafankelijke stoornissen, met verschillende onderliggende oorzaken.
Verder zien we de motorische planning als een proces dat de wijze waarop de symptomen van de
spraakapraxie tot uitng komen beïnvloedt.'



6. In welke 3 categoriein kunnen de symptomen van spraakapraxie worden onderverdeelte

1 - initateproblemen,
- zoekend mondgedrag, herhaling van beginklanken en herstarts
- bemoeilijkte spraak, lager spreektempo

2 - vervorming van klanken en
- distorsies, artculate incorrect maar doelklank wel herkenbaar en substtutes.
- slechte spraakverstaanbaarheid

3 - mogelijk volgorde problemen
- volgorde fouten op klankniveau met artculatecomplexiteitsefect. (vocalen zijn makkelijker dan
consonanten, clusters zijn lastg, hoe langer het woord, hoe meer fouten)



7. Is SMARTER een vervanging van SMARTe

Nee. Het is toevoeging om samen met de patent behandeldoelen op te stellen.



8. Kennistoets: Welke hersenkwab zit waar? Wijs aan Frontaalkwab, Occipitaalkwab,
Temporaalkwab, Parietaalkwab, kleine hersenen.

Available practice questions

$5.42
Get access to the full document:
Purchased by 18 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Reviews from verified buyers

Showing all 3 reviews
2 year ago

3 year ago

5 year ago

4.3

3 reviews

5
1
4
2
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
quizlet Hogeschool Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
119
Member since
8 year
Number of followers
76
Documents
2
Last sold
1 month ago

3.6

14 reviews

5
4
4
5
3
2
2
1
1
2

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions