100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding tot het recht $4.59   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding tot het recht

 87 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting inleiding tot het recht Marketing 1ste jaar KdG

Preview 4 out of 60  pages

  • No
  • H1, h2, h3, h4, h5, h7
  • January 12, 2019
  • 60
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Elise Laeven MAR107A


Inleiding tot het recht
Examen: 40 multiple choice vragen (Oefeningen zie canvas)

1 Wat is recht?
1.1 Kenmerken en definitie van het recht
1.1.1 Kenmerken van het recht
Recht is overal en iedereen wordt hier gewild of ongewild mee geconfronteerd.
Recht heeft als doel de samenlevingen te ordenen, regels die worden opgelegd door de
samenleving en wordt afgedwongen door de samenleving.
1.1.2 Soorten rechtsregels
• Gedragsregels = Regels die het gedrag van de leden in de samenleving ordenen.
- Toepassingsregels en -structuren (rechtsbescherming!).
- Regels voor maken en wijzingen van het recht =
1.1.3 Definitie
Recht = Geheel van afdwingbare regels, die menselijk handelen in de samenleving
ordenen en die worden opgelegd door eigen vertegenwoordigers. Worden deze niet na
geleefd zullen zij gesanctioneerd worden.
1.1.4 Objectief recht VS subjectieve recht
• Objectief recht = Regels die vast staan uitgedrukt in algemene, abstracte
bewoordingen. los staan van de concrete personen (= rechtssubjecten) en
situaties waarop ze toepasbaar zijn.
- Vb. Gedragsregels, afdwingingsregels en wijzigingsregels.
• Subjectieve recht = De erkende bevoegdheid om naar eigen inzicht, bepaalde
handelingen te stellen op concrete personen en situaties waar ze op toepasbaar
zijn.
- Handelingen i.v.m. jezelf (vb. De vrijheid van arbeidskeuze), een bepaalde
zaak (vb. Eigendomsrecht), over het laten gelden van een aanspraak tegen
iemand anders (vb. Als schuldeiser tegen schuldenaar) of over het uitoefenen
van politieke inspraak (vb. Het kiesrecht).
à Over het algemeen verleent het objectief recht subjectieve rechten.
1.1.5 Rechtssubject VS rechtsobject
• Rechtssubject = Dragers van subjectieve rechten en plichten.
- Natuurlijke personen = Mensen van vlees en bloed die bepaalde rechten
moeten nakomen.
- Rechtspersonen = groeperingen, instellingen en stichtingen die bepaalde
rechten en plichten hebben.
• Rechtsobject = Het voorwerp waarover personen hun subjectieve rechtenkunnen
beoefenen. Dit object kan een ding zijn zoals een ding of dier maar dit kan ook een
geheel van goederen zijn (bv. Een handelszaak) of een recht (vb. Aandelen, een
som geld).
1.1.6 Rechtsmisbruik
• Rechtsmisbruik:
- Oogmerk te schaden = Subjectieve rechten die gebruikt worden met als
enige bedoeling een ander te schaden.
- Afwezigheid van belang = Wanneer iemand twee of meer manieren heeft
om een recht uit te oefenen, en hij die manier kiest die het schadelijkst is
voor een ander, terwijl hij daar zelf geen enkel belang bij heeft.




1

,Elise Laeven MAR107A


- Abnormale rechtsuitoefening = Wanneer je kennelijk de grenzen te buiten
gaat van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig en
bezorgd persoon.
à Sanctie = Herstel in nature / schadevergoeding.




1.2 Subjectieve rechten ingedeeld
1.2.1 Schema




1.2.2 Politieke rechten = Rechten die de burger tegenover de overheid kan
uitoefenen of opeisen.
• Politieke vrijheden = Ontastbare vrijheid die aan de burgers worden verleend door
de overheid.
• Participatierechten = De mogelijkheid die aan de burgers wordt verleend om deel te
nemen aan het overheidsbeleid.
• Sociaal-economische rechten = Het recht die wordt verleend aan de burgers om
het recht van de overheid financiële tegemoetkomingen of bepaalde diensten te
vragen. à Wordt door de burger zelf of ander burgers gefinancierd. (Vb. RSZ,…)
1.2.3 Burgerlijke rechten = Subjectieve rechten die een burger tegenover zijn
medeburgers kan uitoefenen.
• Extra patrimoniale rechten = Heeft niets met geld te maken. Zoals trouwen. Het
zijn rechten die je hebt als persoon tot je er niet meer bent. Kan je niet verkopen.
- Persoonlijheidsrechten = Beschikking over eigen lichaam.
o Vb. Lever schenken aan familie lid, spamberichten aangeven bij de
privacycommissie,…
- Familierechten = Beschikking op de staat van de persoon binnen de
familie.
o Vb. Trouwen, het huis worden uitgezet en je moet alleen gaan
wonen,…




2

,Elise Laeven MAR107A


• Patrimoniale rechten = (Wat heb je zelf in uw bezit hebt) Uw vermogen, bezittingen
à Alles wat je in geld kan omzetten. Kan je verkopen.
- Zakelijke rechtrechten = Aanspraak t.o.v. een goed.
- Vorderingsrechten = Aanspraak t.o.v. een bepaalde persoon voor een
bepaalde prestatie.
- Intelectuele rechten = Aanspraak op een idee.
1.3 Het objectief recht in gedeeld
• Privaat recht = De verhouding tussen burgers onderling.
• Publiek recht = De verhouding tussen burgers en de overheid.
• Nationaal recht = Recht dat enkel binnen de grenzen van een staat geldt, ook al is
dat niet steeds voor het gehele grondgebied en voor alle onderdanen.
• Internationaal / grensoverschreidend recht = Recht dat geld voor buitenland.




1.3.1 Nationaal recht
1.3.1.1 Nationaal privaatrecht
Relaties tussen burgers onderling:
- Welke subjectieve rechten? Vb. Het eigendomsrecht.
- Hoe deze rechten verwerven? Vb. Door een overeenkomst, door te erven.
- Hoe deze rechten afdwingen? Vb. Het recht op schadevergoedingen ten gevolge van
een onregelmatige daad.
à Principe: contractsvrijheid = Personen zijn vrij om te bepalen welke afspraken er
tussen hen gelden.
• Aanvullend / suppletief recht = In de wet staat er iets, maar wil je zelf iets
onderhandelen in overeenkomst kan dit en mag je dit onder eigen voorwaarden
onderhandelen.
• Dwingend / imperatief recht = Je kan er niet van afwijken. Wet staat boven wat er
onderling is afgesproken.




3

, Elise Laeven MAR107A


1.3.1.1.1 Burgerlijk recht
• Regelt de meest elementaire relaties tussen brugers, is ook het “gemeen recht”.
à Burgerlijk wetboek
1.3.1.1.2 Handels- en economisch recht
• Is van toepassing op handelaars, die daden van koophandel stellen:
“ondernemers”
• Objectieve en subjectieve handelsdaden.
à Het wetboek van koophandel en het wetboek van economisch recht à
Marktrecht.
- Economischrecht (vroeger handelsrecht) = Omvat regels i.v.m. het
privaatrecht en publiek recht.
- Ondernemingsrecht = Omvat het vennootschapsrecht, maar ook regels voor
ondernemingen in moeilijkheden.
- Vennootschapsrecht = Regels over de oprichting, organisatie en werking
van venootschappen.
1.3.1.1.3 Arbeidsrecht
• Verhouding tussen werkgever-werknemer
• Individueel arbeidsrecht = Regels die betrekking hebben op een individuele
arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer.
• Collectief arbeidsrecht = Regels die van toepassing zijn op werknemers en
werkgevers van een bepaald bedrijf, in een specifieke sector of nationaal.




1.3.1.1.4 Privaatrechterlijk procesrecht
• Regelt de organisatie van de privaatrechterlijke rechtscolleges en de
privaatrechterlijke procedure.
à Gerechterlijk wetboek.
1.3.1.2 Nationaal publiek recht
• Publiekrecht regelt:
- Verhoudingen tussen burgers en overheid
- Bevoegdheden en organisatie van de overheid
• Overheid heeft bevoorrechte positie (“geweldmonopolie”)
- Algemeen geldende regels uitvaardigen, rechten en plichten opleggen.
- Beslissingen opdringen aan burgers (vb. boete, onteigening)
- Strafrechtelijke vervolging en vrijheidsberoving
• Overheid kan ook privaatrechtelijk optreden.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eliselaeven. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.59  1x  sold
  • (0)
  Add to cart