Hoofdstuk 1:
1. Integrale kwaliteitszorg:
Wat: alle behandelingen en processen die worden uitgevoerd in het labo.
Bijvoorbeeld: transport van stalen, bloedafname, kalibraties, opleidingen,..
Standard Operating Procedure – SOP: handleiding over hoe je alle
handelingen en processen moet uitvoeren. Dit wordt genoteerd in het
kwaliteitshandboek.
2. Kwaliteit:
2.a Wat:
Een set eisen die voldaan moeten worden: snel, nauwkeurig, goede prijs voor het
product en juiste analyse.
2.b Belang:
Om grote fouten te voorkomen die levens in gevaar kan brengen.
2.c Pijlers:
Kwaliteitsbeleid: normen en eisen die worden opgesteld door de directie,
waaronder 50% technische eisen en 50% management eisen.
Kwaliteitszorg: voorkomen en elimineren van tekortkomen.
Kwaliteitssysteem: SOP’s, eisen, normen, regels, handleidingen,.. die het
personeel helpen met het behouden van de kwaliteit.
Kwaliteitsbeheersing: bewaken van kwaliteit en oorzaken wegnemen.
Kwaliteitsborging: garanderen van kwaliteit.
3. Grondleggers van kwaliteitszorg:
Shewart: controlekaart waarbij een standaarddeviatie voorkomt die wilt
aangeven of het product de aantal toegestane afwijkingen heeft.
Demings: PDCA-cyclus.
Juran: continue zelfcontrole. Zorgt ervoor dat het personeel meer betrokken is
bij het proces en zich meer zullen motiveren.
Crosby: streven naar nul fouten.
4. Kwaliteit meten:
Door middel van klachten, ergernissen en niet-gemelde klachten.
1
, 5. Voorstellingstechnieken:
5.a Ishikawa analyse:
Beter gekend als de visgraatdiagram. Dit is een analysetechniek waarbij dat
oorzaken van een probleem makkelijk geïdentificeerd kan worden. Soms worden
2 M’s toegevoegd: milieu en management.
5.b Pareto-analyse:
Theorie: 80% van de problemen worden toegeschreven aan 20% van de
oorzaken.
Doel: weten welke problemen men eerst moet aanpakken.
Excel: zie oefening pareto
6. PDCA-cyclus:
Check
Plan
Adjust
Do
2
1. Integrale kwaliteitszorg:
Wat: alle behandelingen en processen die worden uitgevoerd in het labo.
Bijvoorbeeld: transport van stalen, bloedafname, kalibraties, opleidingen,..
Standard Operating Procedure – SOP: handleiding over hoe je alle
handelingen en processen moet uitvoeren. Dit wordt genoteerd in het
kwaliteitshandboek.
2. Kwaliteit:
2.a Wat:
Een set eisen die voldaan moeten worden: snel, nauwkeurig, goede prijs voor het
product en juiste analyse.
2.b Belang:
Om grote fouten te voorkomen die levens in gevaar kan brengen.
2.c Pijlers:
Kwaliteitsbeleid: normen en eisen die worden opgesteld door de directie,
waaronder 50% technische eisen en 50% management eisen.
Kwaliteitszorg: voorkomen en elimineren van tekortkomen.
Kwaliteitssysteem: SOP’s, eisen, normen, regels, handleidingen,.. die het
personeel helpen met het behouden van de kwaliteit.
Kwaliteitsbeheersing: bewaken van kwaliteit en oorzaken wegnemen.
Kwaliteitsborging: garanderen van kwaliteit.
3. Grondleggers van kwaliteitszorg:
Shewart: controlekaart waarbij een standaarddeviatie voorkomt die wilt
aangeven of het product de aantal toegestane afwijkingen heeft.
Demings: PDCA-cyclus.
Juran: continue zelfcontrole. Zorgt ervoor dat het personeel meer betrokken is
bij het proces en zich meer zullen motiveren.
Crosby: streven naar nul fouten.
4. Kwaliteit meten:
Door middel van klachten, ergernissen en niet-gemelde klachten.
1
, 5. Voorstellingstechnieken:
5.a Ishikawa analyse:
Beter gekend als de visgraatdiagram. Dit is een analysetechniek waarbij dat
oorzaken van een probleem makkelijk geïdentificeerd kan worden. Soms worden
2 M’s toegevoegd: milieu en management.
5.b Pareto-analyse:
Theorie: 80% van de problemen worden toegeschreven aan 20% van de
oorzaken.
Doel: weten welke problemen men eerst moet aanpakken.
Excel: zie oefening pareto
6. PDCA-cyclus:
Check
Plan
Adjust
Do
2