Gedrag & Omgeving 1: Inleiding (SOW-PSB1BE06N) Oefenvragen
Wat is een belangrijk thema dat in de cursus Gedrag & Omgeving 1 aan bod komt?
A) Biologische processen
B) Literaire analyse
C) Sociale beïnvloeding
D) Natuurkundige verschijnselen
Antwoord: C) Sociale beïnvloeding
Welke determinanten van gedrag komen samen in de cursus Gedrag & Omgeving 1?
A) Economische factoren en politieke invloeden
B) Situationele invloeden en persoonlijke overtuigingen
C) Meteorologische omstandigheden en seizoensgebonden gedrag
D) Religieuze opvattingen en spirituele overtuigingen
Antwoord: B) Situationele invloeden en persoonlijke overtuigingen
Wat is een belangrijk aspect van groepsgedrag dat wordt behandeld in de cursus?
A) Individuele autonomie
B) Persoonlijke zelfbevrediging
C) Interpersoonlijke relaties
D) Sociologische fenomenen
Antwoord: C) Interpersoonlijke relaties
Wat wordt bedoeld met "strategische zelfperceptie en -presentatie"?
A) Het geven van spontane reacties in sociale situaties
B) Het bewust vormgeven van hoe anderen ons zien
C) Het negeren van sociale normen en verwachtingen
D) Het vermijden van sociale interacties
,Antwoord: B) Het bewust vormgeven van hoe anderen ons zien
Welk onderwerp heeft betrekking op attributieprocessen?
A) Politieke theorieën
B) Religieuze rituelen
C) Sociale oordeelsvorming
D) Wiskundige berekeningen
Antwoord: C) Sociale oordeelsvorming
Wat zijn attributieprocessen in de context van sociaal gedrag?
A) Het toekennen van betekenis aan persoonlijke ervaringen
B) Het vermijden van sociale interacties
C) Het negeren van culturele invloeden
D) Het begrijpen van natuurlijke fenomenen
Antwoord: A) Het toekennen van betekenis aan persoonlijke ervaringen
Welk begrip wordt geassocieerd met attitudes, stereotypen en vooroordelen?
A) Empathie
B) Logica
C) Ethiek
D) Psychologie
Antwoord: D) Psychologie
Wat wordt bedoeld met "pro- en antisociaal gedrag"?
A) Gedrag dat gericht is op persoonlijke groei
B) Gedrag dat gericht is op het welzijn van anderen
C) Gedrag dat sociaal aanvaardbaar is
D) Gedrag dat respectievelijk wel of niet strookt met sociale normen
Antwoord: D) Gedrag dat respectievelijk wel of niet strookt met sociale normen
, Welke factoren spelen een rol bij pro- en antisociaal gedrag volgens de cursus Gedrag & Omgeving 1?
A) Uitsluitend biologische factoren
B) Uitsluitend situationele factoren
C) Zowel evolutionaire als culturele factoren
D) Uitsluitend economische factoren
Antwoord: C) Zowel evolutionaire als culturele factoren
Wat is een toepassing van sociaalpsychologische inzichten in organisaties?
A) Het ontwerpen van ruimtevaartuigen
B) Het optimaliseren van bedrijfsprocessen
C) Het bestuderen van oceanografie
D) Het analyseren van astronomische fenomenen
Antwoord: B) Het optimaliseren van bedrijfsprocessen
Welke term wordt gebruikt om de aantrekkingskracht tussen individuen te beschrijven?
A) Religie
B) Sociale cohesie
C) Interpersoonlijke aantrekkingskracht
D) Ecologische binding
Antwoord: C) Interpersoonlijke aantrekkingskracht
Wat is een belangrijk aspect van relaties dat in de cursus wordt behandeld?
A) Economische winst
B) Wiskundige modellering
C) Communicatie en conflictoplossing
D) Geologische verschijnselen
Antwoord: C) Communicatie en conflictoplossing
Wat is een belangrijk thema dat in de cursus Gedrag & Omgeving 1 aan bod komt?
A) Biologische processen
B) Literaire analyse
C) Sociale beïnvloeding
D) Natuurkundige verschijnselen
Antwoord: C) Sociale beïnvloeding
Welke determinanten van gedrag komen samen in de cursus Gedrag & Omgeving 1?
A) Economische factoren en politieke invloeden
B) Situationele invloeden en persoonlijke overtuigingen
C) Meteorologische omstandigheden en seizoensgebonden gedrag
D) Religieuze opvattingen en spirituele overtuigingen
Antwoord: B) Situationele invloeden en persoonlijke overtuigingen
Wat is een belangrijk aspect van groepsgedrag dat wordt behandeld in de cursus?
A) Individuele autonomie
B) Persoonlijke zelfbevrediging
C) Interpersoonlijke relaties
D) Sociologische fenomenen
Antwoord: C) Interpersoonlijke relaties
Wat wordt bedoeld met "strategische zelfperceptie en -presentatie"?
A) Het geven van spontane reacties in sociale situaties
B) Het bewust vormgeven van hoe anderen ons zien
C) Het negeren van sociale normen en verwachtingen
D) Het vermijden van sociale interacties
,Antwoord: B) Het bewust vormgeven van hoe anderen ons zien
Welk onderwerp heeft betrekking op attributieprocessen?
A) Politieke theorieën
B) Religieuze rituelen
C) Sociale oordeelsvorming
D) Wiskundige berekeningen
Antwoord: C) Sociale oordeelsvorming
Wat zijn attributieprocessen in de context van sociaal gedrag?
A) Het toekennen van betekenis aan persoonlijke ervaringen
B) Het vermijden van sociale interacties
C) Het negeren van culturele invloeden
D) Het begrijpen van natuurlijke fenomenen
Antwoord: A) Het toekennen van betekenis aan persoonlijke ervaringen
Welk begrip wordt geassocieerd met attitudes, stereotypen en vooroordelen?
A) Empathie
B) Logica
C) Ethiek
D) Psychologie
Antwoord: D) Psychologie
Wat wordt bedoeld met "pro- en antisociaal gedrag"?
A) Gedrag dat gericht is op persoonlijke groei
B) Gedrag dat gericht is op het welzijn van anderen
C) Gedrag dat sociaal aanvaardbaar is
D) Gedrag dat respectievelijk wel of niet strookt met sociale normen
Antwoord: D) Gedrag dat respectievelijk wel of niet strookt met sociale normen
, Welke factoren spelen een rol bij pro- en antisociaal gedrag volgens de cursus Gedrag & Omgeving 1?
A) Uitsluitend biologische factoren
B) Uitsluitend situationele factoren
C) Zowel evolutionaire als culturele factoren
D) Uitsluitend economische factoren
Antwoord: C) Zowel evolutionaire als culturele factoren
Wat is een toepassing van sociaalpsychologische inzichten in organisaties?
A) Het ontwerpen van ruimtevaartuigen
B) Het optimaliseren van bedrijfsprocessen
C) Het bestuderen van oceanografie
D) Het analyseren van astronomische fenomenen
Antwoord: B) Het optimaliseren van bedrijfsprocessen
Welke term wordt gebruikt om de aantrekkingskracht tussen individuen te beschrijven?
A) Religie
B) Sociale cohesie
C) Interpersoonlijke aantrekkingskracht
D) Ecologische binding
Antwoord: C) Interpersoonlijke aantrekkingskracht
Wat is een belangrijk aspect van relaties dat in de cursus wordt behandeld?
A) Economische winst
B) Wiskundige modellering
C) Communicatie en conflictoplossing
D) Geologische verschijnselen
Antwoord: C) Communicatie en conflictoplossing
