xx
xx
Augustus 2016
NCOI Opleidingsgroep
HBO Bachelor Management
Fase 1
- Competentiegericht interviewen
- Reflectie organisatiecultuur
- Financieringsstructuur
- Kostenprijsmethode
- Confrontatiematrix
- Het primaire proces
- Tevredenheid en prestatieniveau
- Groepen analyseren
- Welke projectorganisatie?
- Tijd, geld en risico’s Portfoliobegeleider: xx
- Waardecreatie Begeleider werkplek: xx
- In- en externe analyse Vertrouwelijk
,Inhoudsopgave
1 Personeelsmanagement.............................................................................................................................. 3
1.1 Competentiegericht interviewen........................................................................................3
1.2 Reflectie organisatiestructuur............................................................................................4
2 Bedrijfseconomische aspecten.................................................................................................................... 6
2.1 Financieringsstructuur.......................................................................................................6
2.2 Kostenprijsmethode........................................................................................................... 7
3 Management en organisate........................................................................................................................ 7
3.1 Confrontatiematrix............................................................................................................. 7
3.2 Het primaire proces......................................................................................................... 10
4 Organisategedrag..................................................................................................................................... 10
4.1 Tevredenheid en prestatieniveau....................................................................................10
4.2 Groepen analyseren........................................................................................................12
5 Projectmanagement.................................................................................................................................. 14
5.1 Welke projectorganisatie?...............................................................................................14
5.2 Tijd, geld en risico’s.........................................................................................................15
6 Marketngmanagement............................................................................................................................. 17
6.1 Waardecreatie.................................................................................................................17
6.2 In- en externe analyse.....................................................................................................18
, 1 Personeelsmanagement
1.1 Competentiegericht interviewen
Opdracht.
Kies een voor uw organisatie belangrijke functie. Bepaal voor deze functie drie belangrijke
competenties en drie competenties die voor uw organisatie als geheel belangrijk zijn. Werk voor deze
zes competenties enkele interviewvragen uit volgens de STARR-methode. Geef tevens aan waar u op
let als de sollicitant antwoordt.
Uitvoering.
Voor het maken van deze opdracht heb ik gekozen voor de functie “Verkoper”. Ik heb hiervoor
gekozen omdat ik deze functie zelf bekleed binnen de organisatie waar ik werkzaam ben.
Drie competenties behorende bij de functie “Verkoper”:
1. Commercieel inzicht.
2. Klantgerichtheid.
3. Gespreksvaardigheid.
Interviewvragen behorende bij bovenstaande competenties.
Competentie “commercieel inzicht”.
S: Kunt u een situatie schetsen waarin u uw commerciële inzicht heeft getoond?
T: Kunt u vertellen wat uw taak hierin was?
A: Welke acties heeft u vervolgens ondernomen?
R: Is het verwachtte resultaat hiermee behaald?
R: Bent u tevreden met dit resultaat?
Competentie “Klantgerichtheid”.
S: Kunt u een situatie noemen die onlangs heeft plaatsgevonden waaruit uw klantgerichtheid bleek?
T: Welke verantwoordelijkheden had u hierin?
A: Hoe bent u met deze situatie omgegaan?
R: Hoe is deze situatie afgelopen?
R: Hoe reageerde de persoon in kwestie op uw handelen?
Competentie “Gespreksvaardigheid”.
S: In welke situatie denkt u dat deze vaardigheid van belang is?
T: Wat denkt u dat er van u verwacht wordt in deze situatie?
A: Welke methoden of theorieën past u toe in deze vaardigheid?
R: Wat verwacht u hiermee te bereiken?
R: Wat denkt u dat de reactie op uw handelen is?
Drie competenties welke belangrijk zijn voor mijn organisatie als geheel:
1. Klantgerichtheid.
2. Betrokkenheid.
3. Communicatie.
Interviewvragen behorende bij bovenstaande competenties.
Competentie “Klantgerichtheid”.
S: Kunt u een situatie noemen waarin u vindt dat klantgerichtheid van belang is?
T: Wat is hierin de rolverdeling?
A: Welke acties onderneemt u?
R: Weet u hierin makkelijk resultaat te behalen?
R: Hoe wordt bevestigd dat het resultaat behaald is?