Week 5: Betaalmethoden en vouchers 2 19.00-21.00
OPDRACHT 2 FIETSENZAAK
Opdracht A
Fietsenmaker, Frits, verkoopt aan u een fiets. Bij de aankoop krijgt u als cadeau een gratis
voucher van de fietsenmaker. Deze voucher kunt u inwisselen tegen een
fietsschoonmaakmiddel of een eerste onderhoudsbeurt. Hoe dient Frits om te gaan met de
verstrekking en inwisseling van de voucher?
Het is voor de kwalificatie van de voucher van belang om allereerst vast te stellen wat je met die
vouchers kan doen en wat de btw-consequenties daarvan zijn. De voucher kan ingewisseld worden
tegen een fietsschoonmaakmiddel of een eerste onderhoudsbeurt. Het schoonmaakmiddel is belast
tegen het algemene tarief, 21% en de onderhoudsdienst is belast tegen het verlaagde tarief van 6%,
tabel I post b4: onderhoudsbeurt is het herstellen van een fiets. Met de voucher kunnen twee dingen
worden gehaald, maar die hebben allebei andere btw-consequenties waardoor er sprake is van een
multiple purpose voucher (MPV). Het verstrekken van een MPV heeft geen btw gevolgen. Pas bij het
afnemen van de prestatie (ofwel het schoonmaakmiddel ofwel de onderhoudsbeurt) is er sprake van
een btw-last: belaste goederenverstrekking/belaste dienst.
De voucher wordt ‘om niet’ geleverd, dit levert in beginsel een fictieve levering op o.g.v. art. 3(8) jo.
3(3)a OB, ervan uitgaande dat de voucher meer waard is dan €15. Dit zelfde systeem geldt voor
levering van goederen ‘om niet’. Het maakt verder niet uit dat de voucher voor bedrijfsdoeleinden
wordt verstrekt (die vouchers zijn er om mensen terug te laten komen naar de winkel). Nu de levering
van een MPV niet belast is, maar pas de inwisseling, heeft de fictieve levering ook geen gevolgen.
Art. 4(2)b OB: met een dienst verricht onder bezwarende titel als bedoeld in art. 1(a) worden gelijk
gesteld: b) het om niet verrichten van diensten door de ondernemer voor eigen privédoeleinden of
voor privédoeleinden van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan
bedrijfsdoeleinden.
Opdracht B
Fietsenmaker Frits verkoopt op 29 december 2018 een fiets aan een student. Deze student gaat
voor Deliveroo werken. De fietsenmaker stuurt een rekening aan de student op 2 januari 2019.
Op 28 februari 2019 betaalt de student de rekening van de fietsenmaker. De fietsenmaker
ontvangt dit bedrag op 1 maart 2019. Wat is het tijdstip waarop de btw verschuldigd wordt?
Art. 26 OB: bij ministeriele regeling kunnen regels worden gesteld volgens welke daarbij aangewezen
ondernemers die niet aan ondernemers plegen te leveren of diensten plegen te bewijzen, de belasting
ter zake van leveringen en diensten worden verschuldigd op het tijdstip waarop de vergoeding wordt
voldaan; alsdan wordt de belasting berekend over de voldane vergoeding.
Art. 25 uitvoeringsbeschikking OB lid 1 onder 7: rijwielherstellers.
Uitgaan vanaf moment dat ondernemer bedrag heeft ontvangen: 1 maart 2019.
Opdracht C
Fietsenmaker Frits spreekt met de plaatselijke wielrenvereniging af dat de leden van deze
vereniging bij hem zijn fiets mogen laten maken. In ruil hiervoor bedingt hij dat de naam van
zijn fietsenzaak op het wielrenshirt van de vereniging wordt gedrukt.
Wat zijn de btw-gevolgen?
Er is hier twee keer sprake van een vergoeding in natura.
Frits maakt de fiets van de leden (dienst) de vergoeding is dat zijn naam op het shirt wordt gedrukt
(i.v.m. reclame)
De leden drukken Frits zijn naam op het shirt ((reclame-)dienst) en de vergoeding hiervoor is dat zij
hun fietsen bij Frits laten maken.
Er moet naar beide prestaties worden gekeken en afzonderlijk bepalen wat de btw-gevolgen zijn. De
onderhoudsdienst is een belaste dienst, er is geen vrijstelling van toepassing maar wel het verlaagde
tarief (6%). De reclamedienst is ook een belaste dienst, belast tegen het algemene tarief.
OPDRACHT 2 FIETSENZAAK
Opdracht A
Fietsenmaker, Frits, verkoopt aan u een fiets. Bij de aankoop krijgt u als cadeau een gratis
voucher van de fietsenmaker. Deze voucher kunt u inwisselen tegen een
fietsschoonmaakmiddel of een eerste onderhoudsbeurt. Hoe dient Frits om te gaan met de
verstrekking en inwisseling van de voucher?
Het is voor de kwalificatie van de voucher van belang om allereerst vast te stellen wat je met die
vouchers kan doen en wat de btw-consequenties daarvan zijn. De voucher kan ingewisseld worden
tegen een fietsschoonmaakmiddel of een eerste onderhoudsbeurt. Het schoonmaakmiddel is belast
tegen het algemene tarief, 21% en de onderhoudsdienst is belast tegen het verlaagde tarief van 6%,
tabel I post b4: onderhoudsbeurt is het herstellen van een fiets. Met de voucher kunnen twee dingen
worden gehaald, maar die hebben allebei andere btw-consequenties waardoor er sprake is van een
multiple purpose voucher (MPV). Het verstrekken van een MPV heeft geen btw gevolgen. Pas bij het
afnemen van de prestatie (ofwel het schoonmaakmiddel ofwel de onderhoudsbeurt) is er sprake van
een btw-last: belaste goederenverstrekking/belaste dienst.
De voucher wordt ‘om niet’ geleverd, dit levert in beginsel een fictieve levering op o.g.v. art. 3(8) jo.
3(3)a OB, ervan uitgaande dat de voucher meer waard is dan €15. Dit zelfde systeem geldt voor
levering van goederen ‘om niet’. Het maakt verder niet uit dat de voucher voor bedrijfsdoeleinden
wordt verstrekt (die vouchers zijn er om mensen terug te laten komen naar de winkel). Nu de levering
van een MPV niet belast is, maar pas de inwisseling, heeft de fictieve levering ook geen gevolgen.
Art. 4(2)b OB: met een dienst verricht onder bezwarende titel als bedoeld in art. 1(a) worden gelijk
gesteld: b) het om niet verrichten van diensten door de ondernemer voor eigen privédoeleinden of
voor privédoeleinden van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan
bedrijfsdoeleinden.
Opdracht B
Fietsenmaker Frits verkoopt op 29 december 2018 een fiets aan een student. Deze student gaat
voor Deliveroo werken. De fietsenmaker stuurt een rekening aan de student op 2 januari 2019.
Op 28 februari 2019 betaalt de student de rekening van de fietsenmaker. De fietsenmaker
ontvangt dit bedrag op 1 maart 2019. Wat is het tijdstip waarop de btw verschuldigd wordt?
Art. 26 OB: bij ministeriele regeling kunnen regels worden gesteld volgens welke daarbij aangewezen
ondernemers die niet aan ondernemers plegen te leveren of diensten plegen te bewijzen, de belasting
ter zake van leveringen en diensten worden verschuldigd op het tijdstip waarop de vergoeding wordt
voldaan; alsdan wordt de belasting berekend over de voldane vergoeding.
Art. 25 uitvoeringsbeschikking OB lid 1 onder 7: rijwielherstellers.
Uitgaan vanaf moment dat ondernemer bedrag heeft ontvangen: 1 maart 2019.
Opdracht C
Fietsenmaker Frits spreekt met de plaatselijke wielrenvereniging af dat de leden van deze
vereniging bij hem zijn fiets mogen laten maken. In ruil hiervoor bedingt hij dat de naam van
zijn fietsenzaak op het wielrenshirt van de vereniging wordt gedrukt.
Wat zijn de btw-gevolgen?
Er is hier twee keer sprake van een vergoeding in natura.
Frits maakt de fiets van de leden (dienst) de vergoeding is dat zijn naam op het shirt wordt gedrukt
(i.v.m. reclame)
De leden drukken Frits zijn naam op het shirt ((reclame-)dienst) en de vergoeding hiervoor is dat zij
hun fietsen bij Frits laten maken.
Er moet naar beide prestaties worden gekeken en afzonderlijk bepalen wat de btw-gevolgen zijn. De
onderhoudsdienst is een belaste dienst, er is geen vrijstelling van toepassing maar wel het verlaagde
tarief (6%). De reclamedienst is ook een belaste dienst, belast tegen het algemene tarief.