100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Leerdoelen, Langdurige Zorg, Viaa, 2024

Rating
5.0
(1)
Sold
3
Pages
144
Uploaded on
04-04-2024
Written in
2023/2024

Hierbij een document waarin alle leerdoelen zijn uitgewerkt van het blok Langdurige Zorg van Hogeschool Viaa. Het gaat om de vakken: VTV, OWG, SRV, Klinisch redeneren en alle hoorcolleges.

Institution
Course












Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
April 4, 2024
Number of pages
144
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Leerdoelen uitgewerkt blok Langdurige zorg
Week 1 ..................................................................................................................................................... 2
Hoorcolleges ........................................................................................................................................ 2
OWG .................................................................................................................................................... 6
SRV ..................................................................................................................................................... 15
VTV .................................................................................................................................................... 16
Week 2 ................................................................................................................................................... 26
Hoorcolleges ...................................................................................................................................... 26
OWG .................................................................................................................................................. 38
Klinisch redeneren ............................................................................................................................. 45
VTV .................................................................................................................................................... 47
Week 3 ................................................................................................................................................... 51
Hoorcolleges ...................................................................................................................................... 51
OWG .................................................................................................................................................. 60
SRV ..................................................................................................................................................... 63
VTV .................................................................................................................................................... 65
Week 4 ................................................................................................................................................... 65
Hoorcolleges ...................................................................................................................................... 65
OWG .................................................................................................................................................. 74
Week 5 ................................................................................................................................................... 82
Hoorcolleges ...................................................................................................................................... 82
OWG .................................................................................................................................................. 94
VTV .................................................................................................................................................. 104
Week 6 ................................................................................................................................................. 111
Hoorcolleges .................................................................................................................................... 111
OWG ................................................................................................................................................ 120
SRV ................................................................................................................................................... 120
VTV .................................................................................................................................................. 121
Week 7 ................................................................................................................................................. 126
Hoorcolleges .................................................................................................................................... 126
OWG ................................................................................................................................................ 131
SRV ................................................................................................................................................... 140
VTV .................................................................................................................................................. 141




1

,Week 1
Hoorcolleges
1. De student herkent de preven e, oorzaken, diagnose, symptomen, vormen, behandeling,
prognose en epidemiologie van de verschillende vormen van DM.
- Symptomen
o Onbehandelde DM leidt tot hyperglykemie (verhoogde osmo sche waarde)
 Dorst, droge mond
 Veel plassen (wat kan zorgen voor uitdroging)
 Wazig zien, lusteloosheid, slaperigheid
 Verminderde eetlust, misselijkheid, buikpijn
 Vermageren zonder reden

Lange termijn complicaties
- Micro-angiopathie
o Diabe sche re nopathie (netvlies)
 Belangrijkste oorzaak van verlies van gezichtsvermogen
 Kleine bloedvaatjes rondom het netvlies raken beschadigd door de
hoge glucosewaarde. Dit komt door versuikerde eiwi en, wat kan
leiden tot een ontstekingsreac e en dichtgeslipte vaatjes, wat leidt
tot zuursto ekort. Dit zuurstof tekort leidt tot een versterkte afgi e
van het groeihormoon, wat ervoor zorgt dat bloedvaatjes gaan
woekeren. Deze verwoekerde bloedvaatjes kunnen voor de
fotoreceptoren gaan zi en, waardoor mensen een slecht zicht
krijgen.
 Prolifera eve re nopathie
 Behandeling: lasercoagula e
o Diabe sche nefropathie (nieren)
 Schade aan de bloedvaten in de nieren (door hoge glucosewaarde)
 Verminderde nierfunc e
 Bloeddruk-behandeling is cruciaal
 Micro-albuminurie (lekkage van eiwi en) is een vroege indicator
o Diabe sche neuropathie (zenuwbanen)
 Polyneuropathie
 Hypestensie: verminderd gevoel (in bijvoorbeeld de voeten of tenen)
 Paresthesiën: veranderd gevoel (in bijvoorbeeld de voeten of tenen)
 Autonome neuropathie
 Hartritme
 Impoten e
 Maag- en blaasledigingsstoornissen
 Orthosta sche hypotensie
 Diabe sche voet
 Omdat mensen niet meer voelen dat er een wondje ontstaat, blijven
ze erop lopen. Door dichtgeslipte vaten heb je een slechte
wondgenezing. Er ontstaan hierdoor diepe wonden en ook kan het
bot ontsteken, waardoor er geamputeerd moet worden.




2

,- Macro-angiopathie: Atherosclerose
o Cardiaal (har nfarct)
o Cerebraal (CVA)
o Perifere vaten (dichtgeslipte aderen)

- Vormen
o Diabetes Mellitus Type 1
 Auto-immuun aandoening -> Het afweersysteem maakt de bètacellen kapot
die insuline produceren. Er worden antistoffen gevormd die deze bètacellen
kapot maken. Uiteindelijk zijn er bijna geen bètacellen meer over, waardoor
er bijna geen insuline geproduceerd wordt.
 Erfelijkheid speelt hierbij ook een rol. Het komt vaker voor bij relatief jonge
en slanke mensen en het kan worden behandeld doormiddel van het
toedienen van insuline.

o Diabetes Mellitus Type 2
 Het is de meest voorkomende vorm van diabetes mellitus. Het wordt vaak
gezien bij mensen met obesitas en een ongezonde levensstijl. Vroeger werd
het ouderdomssuiker genoemd, maar steeds vaker komt het voor bij
jongeren (met name jongeren met overgewicht)
 Bij type 2 heeft het lichaam een insulineresistentie en tegelijkertijd ook een
verminderde productie van insuline door de bètacellen. Er blijft wel altijd
eigen insulineproductie aanwezig in vergelijking tot type 1. Het is
behandelbaar met onder andere leefstijlinterventies in combinatie met
glucose verlagende medicijnen.

o Andere typen Diabetes Mellitus
 Type 3c diabetes
 Dit komt door schade aan de alvleesklier
 Maturi ty Onset Diabetes of the Young (MODY)
 Gene sche muta es in diverse betrokken eiwi en
 Mody type 1 t/m 6
 Milde vormen van DM tot erns gere manifesta es
 Latent auto-immune diabetes in adult (LADA)
 Soort DM-1, maar dan op latere lee ijd.
 Maternally inherited diabetes and deafness (MIDD)
 Wordt overgedragen door mitochondriale-DNA.

2. De student kan herkennen hoe de bloedsuikerspiegel gereguleerd wordt.
- Bij diabetes draait het voornamelijk om de stoornis in de regula e van glucose. Glucose is
een koolhydraat en de belangrijkste energiebron voor de aërobe stofwisseling in het lichaam.
Dit is ook de meest efficiënte vorm van energieproduc e. De verbranding van glucose is
essen eel voor de hersenen. Een alterna ef voor aërobe stofwisseling is anaerobe
stofwisseling.
- Eén van de belangrijkste organen in het lichaam voor de regula e van glucose is de
alvleesklier. In de alvleesklier kun je de eilandjes van Langerhans vinden. Deze bestaan uit alfa
en bètacellen. De alfa- cellen produceren glucagon en de bètacellen produceren insuline.




3

,- Hiernaast kun je zien hoe de regula e werkt. Als het
glucosegehalte in het bloed hoger wordt, na bijvoorbeeld
een maal jd, gee de alvleesklier het hormoon insuline
af, waardoor het gehalte naar beneden gaat,, aangezien
het omgezet wordt tot glucogeen, wat opgeslagen wordt
in de lever. Andersom, als het gehalte te laag is, scheidt
de alvleesklier glucagon uit, zodat de glucogeen uit de
lever weer omgezet wordt in glucose, waardoor het
glucosegehalte in het bloed s jgt.

- Glucose kan niet zomaar vanaf het bloed de cel in, daar
heb je een speciale glucose transporter voor nodig. Deze
reageert op de aanwezigheid van insuline door de
insulinereceptor. Doordat insuline aan de receptor
bindt, leidt dat tot een signaal waardoor de transporter
open gaat voor glucose. In de cel kan glucose gebruikt
worden voor energie, maar het kan ook worden
opgeslagen in de vorm van glycogeen.

- Als het glucosegehalte te hoog wordt, dan krijg je meer ultrafiltra e en uitscheiding van
glucose door de nieren, waardoor de urine zoet gaat worden. Dit is 1 van de noodregula e
mechanisme van het lichaam en wordt in werking gezet als de glucosewaarde in het bloed
hoger is dan 10 mmol / L. Dit gaat onder invloed van SGLT2-remmers.

3. De student onderscheidt de oorzaken en symptomen van diabe sche ketoacidose,
hyperosmolair hyperglykemisch syndroom en hypoglycemisch coma en kan deze verklaren.
- Hypoglykemie
o Glucose < 3,9 mmol / L
o Vrijwel al jd iatrogeen
 Rela ef teveel insuline ten opzichte van het
energieverbruik en de glucose-inname
 Bijwerkingen van an diabe ca
o Ac va e van het adrenerge systeem
o Te weinig glucose in de hersenen

- Hypoglykemische Coma
o Kan worden verholpen door de toediening van suiker, maar als
iemand niet meer bij kennis is moet je glucagon toedienen.

- Ketoacidose -> Afvalproducten van bijvoorbeeld de verbranding van ve en hopen zich op.




4

, - Verschil hypoglykemische coma en ketocaido sche coma




- Hyperosmolair Hyperglykemisch syndroom (HHS)
o Dit komt vaak voor bij ouderen en pa ënten met type 2 diabetes. Verder ontstaat het
geleidelijk en de dehydra e is de belangrijkste bijdragende factor. Dit kan zorgen voor
bijvoorbeeld nierfalen en als behandeling moet je langzaam de pa ënt steeds meer
water later drinken en met insuline kun je de glucosewaarde weer corrigeren.

- Verschillen Hyperosmolair Hyperglykemisch syndroom en Ketoacidose




4. De student kan de werking en toepassing en mogelijke bijwerkingen van insuline,
me ormine, su-derivaten, DDP-4 remmers en GLP-1 agonisten herkennen.

5

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
8 months ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
margrethaaalvanger Hogeschool Viaa
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
23
Member since
1 year
Number of followers
4
Documents
7
Last sold
1 day ago

4.7

3 reviews

5
2
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions