8 Celmetabolisme: algemeen
8.1 Inleiding
Celmetabolsime = het geheel van verschillende chemische reacties.
➔ Een aantal reacties verbruiken chemische verbindingen waarbij chemische energie vrijkomt.
➔ De mitochondria en chloroplasten zijn belangrijke celorganellen bij het aanmaken van energie
onder de vorm van ATP.
8.2 celademhaling
celademhaling bestaat uit een katabool en anabool proces. Deze 2 processen te samen vormen de
koolstofkringloop omdat ze met elkaar in contact staan. Het uitgangsproduct van de katabol reactie
wordt gebruikt als beginproduct voor anabole reactie.
Een cel heeft energie nodig om verbidingen te maken zoals glucose uit water en CO2 en maakt
energie vrij door verbindingen te breken glucose naar H2O en CO2.
katabool:
➔ autotrofe/heterotrofe organismen
➔ dissimilatie OF katabolisme → afbraakreactie
oxidatie
|-------------------- ↓
C6H12O6 + 6 O2 → 6 CO2 + 6 H2O + 36 ATP + warmte
|____________↑
Reductie
Anabool (fotosynthese):
➔ autotrofe organismen
➔ assimilatie OF anabolisme → opbouwreactie
Uv-licht
6 CO2 + 6 H2O → C6H12O6 + 6 O2
bladgroen
er zijn 2 soorten fotosynthese en dat is een donkerreactie en een lichtreactie
8.3 mitochondriën
8.3.1 bouw
43
, − enzymen op binnenste membraan ( de bolletjes) en dat zijn ATP synthase pompen
− perimitochondriale ruimte tussen buitenste en binnenste membraan of wel genaamd
intermembranaire ruimte
− instulpingen van mitochondriën voor oppervlakte vergroting = cristae
− poriën om de stoffen binnen en buiten te laten
− mt DNA = mitochondriaal DNA
− binnenmembraan dat semi-permeabel is en waaroop ATP-syntase tase pompen zich
bevinden
− Buitenste membraan dat permeabel is en bevat porien en transporteiwitten
− Ruimte binnen membraan is de matrix: het bevat circulair DNA en ribosomen. Het bevat
ribosomen en circualair DNA (mt DNA) omdat de ATP-syntase pompen bestaan uit eiwitten.
Deze eiwitten worden aangemaakt door de ribosomen. Een ATP-syntase pomp moet ook
worden aangestuurd en hiervoor is dus mt DNA nodig.
➔ Mitochondriën komen universeel voor bij alle eukaryoten cellen. Het zijn ronde en langwerpig.
8.3.2 ATP-syntase pomp:
Het is een pomp dat zich aan het binnenste mebraan bevind. Een ATP-syntase pomp is nodig om
energiereacties te laten gebeuren. HEt maakt ATP aan
Bouw:
Het bestaat uit een F0 (bovenaan) en F1 complex (ondraan). Het F0 complex bestaat uit
een rotor dat kan draaien. Het F1 complex bestaat uit een knob. HEt F0 en F1 complex
worden met elkaar vebronden door een rod Aan de pomp hangt ook nog een statieve
zijarm een stator.
De werking:
Een H+ ion komt binnen via het eerste half kanaal van de stator en gaat vervolgens binden
aan de rotor. Door het binden aan de rotor gaat de rotor draaien, dit met als gevolg dat de
rod en de knob ook gaan draaien. Door draaien van de knob gaat er 1 ATP worden
gemaakt. Wanneer een H+ ione een volledige draai in de rotor heeft gemaakt dan zal het
de rotor verlaten via het 2de half kanaal van de stator.
8.4 De plastiden
De plastiden omvatten een groep van verwante organellen die alleen in plantencellen voorkomen:
• de chloroplasten
• de amyloplasten
• de chromoplasten
➔ zeer flexibel in hun ontwikkelingsmogelijkheden + de verschillende types kunnen in elkaar
overgaan.
44
8.1 Inleiding
Celmetabolsime = het geheel van verschillende chemische reacties.
➔ Een aantal reacties verbruiken chemische verbindingen waarbij chemische energie vrijkomt.
➔ De mitochondria en chloroplasten zijn belangrijke celorganellen bij het aanmaken van energie
onder de vorm van ATP.
8.2 celademhaling
celademhaling bestaat uit een katabool en anabool proces. Deze 2 processen te samen vormen de
koolstofkringloop omdat ze met elkaar in contact staan. Het uitgangsproduct van de katabol reactie
wordt gebruikt als beginproduct voor anabole reactie.
Een cel heeft energie nodig om verbidingen te maken zoals glucose uit water en CO2 en maakt
energie vrij door verbindingen te breken glucose naar H2O en CO2.
katabool:
➔ autotrofe/heterotrofe organismen
➔ dissimilatie OF katabolisme → afbraakreactie
oxidatie
|-------------------- ↓
C6H12O6 + 6 O2 → 6 CO2 + 6 H2O + 36 ATP + warmte
|____________↑
Reductie
Anabool (fotosynthese):
➔ autotrofe organismen
➔ assimilatie OF anabolisme → opbouwreactie
Uv-licht
6 CO2 + 6 H2O → C6H12O6 + 6 O2
bladgroen
er zijn 2 soorten fotosynthese en dat is een donkerreactie en een lichtreactie
8.3 mitochondriën
8.3.1 bouw
43
, − enzymen op binnenste membraan ( de bolletjes) en dat zijn ATP synthase pompen
− perimitochondriale ruimte tussen buitenste en binnenste membraan of wel genaamd
intermembranaire ruimte
− instulpingen van mitochondriën voor oppervlakte vergroting = cristae
− poriën om de stoffen binnen en buiten te laten
− mt DNA = mitochondriaal DNA
− binnenmembraan dat semi-permeabel is en waaroop ATP-syntase tase pompen zich
bevinden
− Buitenste membraan dat permeabel is en bevat porien en transporteiwitten
− Ruimte binnen membraan is de matrix: het bevat circulair DNA en ribosomen. Het bevat
ribosomen en circualair DNA (mt DNA) omdat de ATP-syntase pompen bestaan uit eiwitten.
Deze eiwitten worden aangemaakt door de ribosomen. Een ATP-syntase pomp moet ook
worden aangestuurd en hiervoor is dus mt DNA nodig.
➔ Mitochondriën komen universeel voor bij alle eukaryoten cellen. Het zijn ronde en langwerpig.
8.3.2 ATP-syntase pomp:
Het is een pomp dat zich aan het binnenste mebraan bevind. Een ATP-syntase pomp is nodig om
energiereacties te laten gebeuren. HEt maakt ATP aan
Bouw:
Het bestaat uit een F0 (bovenaan) en F1 complex (ondraan). Het F0 complex bestaat uit
een rotor dat kan draaien. Het F1 complex bestaat uit een knob. HEt F0 en F1 complex
worden met elkaar vebronden door een rod Aan de pomp hangt ook nog een statieve
zijarm een stator.
De werking:
Een H+ ion komt binnen via het eerste half kanaal van de stator en gaat vervolgens binden
aan de rotor. Door het binden aan de rotor gaat de rotor draaien, dit met als gevolg dat de
rod en de knob ook gaan draaien. Door draaien van de knob gaat er 1 ATP worden
gemaakt. Wanneer een H+ ione een volledige draai in de rotor heeft gemaakt dan zal het
de rotor verlaten via het 2de half kanaal van de stator.
8.4 De plastiden
De plastiden omvatten een groep van verwante organellen die alleen in plantencellen voorkomen:
• de chloroplasten
• de amyloplasten
• de chromoplasten
➔ zeer flexibel in hun ontwikkelingsmogelijkheden + de verschillende types kunnen in elkaar
overgaan.
44