College 3 Pijn en farmacologie van lokaal anesthetca
Pijn
Sensoren
Sensor/receptor = zenuwcel die gevoelig is voor een verandering (prikkel of stiuluss in ziin
oigeving → veranderde ieibraanpotentaal → iipuls.
- Exterosensoren: opvangen externe prikkels (van buiten lichaais.
• Gelegen op grens lichaai – buitenwereld.
• Functonele kern zintuigen (reuk-, siaak-, gevoels-, gezichts- en gehoorzins.
- Propriosensoren: geven inforiate over bewegingsapparaat.
• Gelegen in spieren, pezen en gewrichten.
- Interosensoren: opvangen interne prikkels (vanuit het lichaai zelfs.
• Gelegen in wand holle organen.
Type sensor Gevoelig voor Voorbeeld
Cheiosensoren Cheiische prikkels (Reuk- en Siaaksensoren van de tong
siaakstofen, koolstofdioxide, Reuksensoren in de neus
osiotsche waarde en zurens Osiosensoren in hypothalaius
Cheiosensoren in wand aorta en
halsslagaders (zuurgraads
Mechanosensoren Mechanische prikkels (Druk, Tast- en druksensoren in huid
trilling, vloeistofeweging en Spierspoelen in dwarsgestreepte
trekspannings spieren
Pees- en gewrichtssensoren
Sensoren in gehoororgaan en
evenwichtsorgaan
Bloeddruksensoren (in aorta en
halsslagaderss
Rekkingsgevoelige sensoren in
longweefsel
Theriosensoren Teiperatuurverschillen Warite- en koude sensoren in
huid
Centrale theriosensoren in
hypothalaius
Fotosensoren Licht (Elektroiagnetsche Lichtsensoren (fotoreceptorens in
straling afkoistg van ogen
lichtbronnens
Nocisensoren (Dreigendes beschadiging Piinsensoren in huid
Wand holle organen, buikvlies,
spieren en gewrichten piin bii
hoge druk, extreie hite,
bepaalde cheiische stofen
, Kenmerken
Vertaling prikkels in iipulsen:
- Oizeten cheiische, iechanische, elektroiagnetsche en theriische energie in
elektrische energie.
- Sensorpotentaal/receptorpotentaal: elektrische lading in sensor als gevolg van prikkeling
→ vraagt bepaalde prikkelsterkte.
- Prikkeldreipel = laagste sensorpotentaal die actepotentaal veroorzaakt in sensorische
zenuwcel.
- Prikkelsterkte bepaalt aantal iipulsen (actepotentalens per tidseenheid.
Specifeke gevoeligheid:
- Lagere prikkeldreipel voor adequate prikkels dan voor niet-adequate prikkels.
- Adequate prikkel: bepaalde prikkelsoort waarvoor sensor gevoelig is.
Specifeke gewaarwording:
- Een sensor kan op vele ianieren worden geprikkeld.
- Alle prikkels die iipulsen veroorzaken → specifeke gewaarwording wordt bepaald door
het sensorisch hersenschorsgebied verbonden aan de zenuw.
- Licht of druk op ie ogen → lichtverschiinsel.
Specifek bereik:
- Afankeliik van sensor en andere factoren (leetiid, oefening en aanlegs.
- Fotoreceptoren: geen infrarode en ultraviolete straling.
- Sensoren gehoororgaan: 20 – 20.000 hertz.
Adaptate:
- Eerste prikkeling sensor: frequente iipulsen afankeliik van
prikkelsterkte.
- Langdurige, geliikbliivende prikkeling: aanpassing sensoren
(adaptates.
- Negateve adaptate: iinder sensorpotentalen/iipulsen in de loop van de tid (verhoging
prikkeldreipels.
- Bv. waarneiing iufe geur verdwiint na enige tid.
- Bv. gevoel iuntstuk op ie hand verdwiint na enige tid.
Pijn
Sensoren
Sensor/receptor = zenuwcel die gevoelig is voor een verandering (prikkel of stiuluss in ziin
oigeving → veranderde ieibraanpotentaal → iipuls.
- Exterosensoren: opvangen externe prikkels (van buiten lichaais.
• Gelegen op grens lichaai – buitenwereld.
• Functonele kern zintuigen (reuk-, siaak-, gevoels-, gezichts- en gehoorzins.
- Propriosensoren: geven inforiate over bewegingsapparaat.
• Gelegen in spieren, pezen en gewrichten.
- Interosensoren: opvangen interne prikkels (vanuit het lichaai zelfs.
• Gelegen in wand holle organen.
Type sensor Gevoelig voor Voorbeeld
Cheiosensoren Cheiische prikkels (Reuk- en Siaaksensoren van de tong
siaakstofen, koolstofdioxide, Reuksensoren in de neus
osiotsche waarde en zurens Osiosensoren in hypothalaius
Cheiosensoren in wand aorta en
halsslagaders (zuurgraads
Mechanosensoren Mechanische prikkels (Druk, Tast- en druksensoren in huid
trilling, vloeistofeweging en Spierspoelen in dwarsgestreepte
trekspannings spieren
Pees- en gewrichtssensoren
Sensoren in gehoororgaan en
evenwichtsorgaan
Bloeddruksensoren (in aorta en
halsslagaderss
Rekkingsgevoelige sensoren in
longweefsel
Theriosensoren Teiperatuurverschillen Warite- en koude sensoren in
huid
Centrale theriosensoren in
hypothalaius
Fotosensoren Licht (Elektroiagnetsche Lichtsensoren (fotoreceptorens in
straling afkoistg van ogen
lichtbronnens
Nocisensoren (Dreigendes beschadiging Piinsensoren in huid
Wand holle organen, buikvlies,
spieren en gewrichten piin bii
hoge druk, extreie hite,
bepaalde cheiische stofen
, Kenmerken
Vertaling prikkels in iipulsen:
- Oizeten cheiische, iechanische, elektroiagnetsche en theriische energie in
elektrische energie.
- Sensorpotentaal/receptorpotentaal: elektrische lading in sensor als gevolg van prikkeling
→ vraagt bepaalde prikkelsterkte.
- Prikkeldreipel = laagste sensorpotentaal die actepotentaal veroorzaakt in sensorische
zenuwcel.
- Prikkelsterkte bepaalt aantal iipulsen (actepotentalens per tidseenheid.
Specifeke gevoeligheid:
- Lagere prikkeldreipel voor adequate prikkels dan voor niet-adequate prikkels.
- Adequate prikkel: bepaalde prikkelsoort waarvoor sensor gevoelig is.
Specifeke gewaarwording:
- Een sensor kan op vele ianieren worden geprikkeld.
- Alle prikkels die iipulsen veroorzaken → specifeke gewaarwording wordt bepaald door
het sensorisch hersenschorsgebied verbonden aan de zenuw.
- Licht of druk op ie ogen → lichtverschiinsel.
Specifek bereik:
- Afankeliik van sensor en andere factoren (leetiid, oefening en aanlegs.
- Fotoreceptoren: geen infrarode en ultraviolete straling.
- Sensoren gehoororgaan: 20 – 20.000 hertz.
Adaptate:
- Eerste prikkeling sensor: frequente iipulsen afankeliik van
prikkelsterkte.
- Langdurige, geliikbliivende prikkeling: aanpassing sensoren
(adaptates.
- Negateve adaptate: iinder sensorpotentalen/iipulsen in de loop van de tid (verhoging
prikkeldreipels.
- Bv. waarneiing iufe geur verdwiint na enige tid.
- Bv. gevoel iuntstuk op ie hand verdwiint na enige tid.