POSTPOSITIVISM AND EDUCATIONAL RESEARCH
H3: OBJECTIVITY, RELATIVITY AND VALUE NEUTRALITY
Postpositivisme: objectiviteit is de kern van wetenschap, maar het is lastig om wetenschappelijk,
en dus objectief, te zijn over het menselijk leven → de sociale wetenschappen. Belang van het
identificeren van subjectieve filosofieën die de objectivistische of realistische benadering van sociale
feiten bedreigen.
Postpositivisme is sceptisch over de objectiviteit van onderzoek. Toch lijkt bovenstaande te suggereren
dat objectiviteit een essentieel aspect is van goed onderzoek, omdat onderzoek zonder objectiviteit
geen punt heeft. Maar waarom zijn sommige filosofen en onderzoekers het hier niet mee eens? Heeft
dat te maken met het idee dat onderzoek altijd gekleurd wordt door de waarden van de onderzoeker
(en dus niet waarde neutraal is)?
Relativiteit: aanname van verschillende perspectieven door verschillende onderzoekers.
De verschillende perspectieven van verschillende onderzoekers kan ertoe leiden dat ze eenzelfde
fenomeen verschillend waarnemen. Maar dit betekent niet dat er geen feiten zijn en dat alles kan;
relativiteit leidt niet automatisch tot subjectiviteit en betekent niet altijd dat iemand een bias heeft.
In veel gevallen kan het taalgebruik worden aangepast, waardoor waarde-geladen termen
achterwege worden gelaten en een objectieve terminologie bestendigd wordt. Maar soms
beïnvloeden de waarden of ideologische aannames niet alleen beliefs en attitudes maar ook
experimentele procedures.
CRITIQUES OF THE VALUE NEUTRALITY OF RESEARCH
Wat zijn de fouten in de argumenten van hen die stellen dat waarde neutraliteit nooit haalbaar is in de
sociale wetenschappen of onderwijskundig onderzoek?
Argument A
“Onderzoekers in de onderwijskunde onderzoeken prominente aspecten van menselijke en sociale
fenomenen in school en leren. Samenlevingen en individuen geven waarde aan bepaalde dingen. De
onderzoeker zou daarom waarden kunnen willen onderzoeken, waardoor waarden aanwezig
dienen te zijn in onderwijskundig onderzoek.”
Uit het feit dat waarden soms het object van onderzoek zijn in de sociale wetenschappen en
onderwijskundig onderzoek volgt nog niet dat deze waarden de concepten op procedures van het
onderzoek beïnvloeden.
Argument B
“Racistische of seksistische attitudes zorgen voor een bias van de onderzoeker en economische en
ideologische belangen vormen onderzoek.”
Het feit dat sommige onderzoekers hun werk laten beïnvloeden door bias, betekent niet dat de
regels of criteria van wetenschappelijk onderzoek (soms ook cognitieve waarden genoemd) deze
bias toestaan. Het idee van waarde-neutrale wetenschap is breed gedragen.
De acceptatie van het principe dat de wetenschap waarde-neutraal zou moeten zijn, is in zichzelf de
acceptatie van een waarde.
Het ideaal van waarde-neutraal onderzoek noemen we later een interne of cognitieve waarde. Blz. 2:
INTERNAL, EPISTEMICALLY RELEVANT VALUES – AND THEIR OPPOSITE.
Argument C
“Sommige waardeoriëntaties zijn zo verweven met onze gedachtepatronen dat ze onbewust worden
aangenomen door iedereen die binnen dezelfde sociaalhistorische context werkt. Onderzoek dient
gebruik te maken van regels, concepten, principes etc. Deze zijn ontwikkeld om de belangen van de
machtigste groep in de samenleving te reflecteren. Na enkele tijd zijn deze manieren van denken
over de wereld en onderzoek geïnternaliseerd.”
Argument D
1
H3: OBJECTIVITY, RELATIVITY AND VALUE NEUTRALITY
Postpositivisme: objectiviteit is de kern van wetenschap, maar het is lastig om wetenschappelijk,
en dus objectief, te zijn over het menselijk leven → de sociale wetenschappen. Belang van het
identificeren van subjectieve filosofieën die de objectivistische of realistische benadering van sociale
feiten bedreigen.
Postpositivisme is sceptisch over de objectiviteit van onderzoek. Toch lijkt bovenstaande te suggereren
dat objectiviteit een essentieel aspect is van goed onderzoek, omdat onderzoek zonder objectiviteit
geen punt heeft. Maar waarom zijn sommige filosofen en onderzoekers het hier niet mee eens? Heeft
dat te maken met het idee dat onderzoek altijd gekleurd wordt door de waarden van de onderzoeker
(en dus niet waarde neutraal is)?
Relativiteit: aanname van verschillende perspectieven door verschillende onderzoekers.
De verschillende perspectieven van verschillende onderzoekers kan ertoe leiden dat ze eenzelfde
fenomeen verschillend waarnemen. Maar dit betekent niet dat er geen feiten zijn en dat alles kan;
relativiteit leidt niet automatisch tot subjectiviteit en betekent niet altijd dat iemand een bias heeft.
In veel gevallen kan het taalgebruik worden aangepast, waardoor waarde-geladen termen
achterwege worden gelaten en een objectieve terminologie bestendigd wordt. Maar soms
beïnvloeden de waarden of ideologische aannames niet alleen beliefs en attitudes maar ook
experimentele procedures.
CRITIQUES OF THE VALUE NEUTRALITY OF RESEARCH
Wat zijn de fouten in de argumenten van hen die stellen dat waarde neutraliteit nooit haalbaar is in de
sociale wetenschappen of onderwijskundig onderzoek?
Argument A
“Onderzoekers in de onderwijskunde onderzoeken prominente aspecten van menselijke en sociale
fenomenen in school en leren. Samenlevingen en individuen geven waarde aan bepaalde dingen. De
onderzoeker zou daarom waarden kunnen willen onderzoeken, waardoor waarden aanwezig
dienen te zijn in onderwijskundig onderzoek.”
Uit het feit dat waarden soms het object van onderzoek zijn in de sociale wetenschappen en
onderwijskundig onderzoek volgt nog niet dat deze waarden de concepten op procedures van het
onderzoek beïnvloeden.
Argument B
“Racistische of seksistische attitudes zorgen voor een bias van de onderzoeker en economische en
ideologische belangen vormen onderzoek.”
Het feit dat sommige onderzoekers hun werk laten beïnvloeden door bias, betekent niet dat de
regels of criteria van wetenschappelijk onderzoek (soms ook cognitieve waarden genoemd) deze
bias toestaan. Het idee van waarde-neutrale wetenschap is breed gedragen.
De acceptatie van het principe dat de wetenschap waarde-neutraal zou moeten zijn, is in zichzelf de
acceptatie van een waarde.
Het ideaal van waarde-neutraal onderzoek noemen we later een interne of cognitieve waarde. Blz. 2:
INTERNAL, EPISTEMICALLY RELEVANT VALUES – AND THEIR OPPOSITE.
Argument C
“Sommige waardeoriëntaties zijn zo verweven met onze gedachtepatronen dat ze onbewust worden
aangenomen door iedereen die binnen dezelfde sociaalhistorische context werkt. Onderzoek dient
gebruik te maken van regels, concepten, principes etc. Deze zijn ontwikkeld om de belangen van de
machtigste groep in de samenleving te reflecteren. Na enkele tijd zijn deze manieren van denken
over de wereld en onderzoek geïnternaliseerd.”
Argument D
1