Maatschappijleer samenvatting
H4 en H5
H4: Pluriforme samenleving
4.1 Wat is een pluriforme samenleving?
Een pluriforme samenleving is een samenleving waarin veel verschillen tussen mensen bestaan in
levensstijl, godsdienst en andere cultuurkenmerken.
4.1.1 Wat is cultuur?
Mensen die lang met elkaar optrekken, ontwikkelen een gezamenlijke cultuur, alle waarden,
normen, gewoonten en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving
met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen. Een voorbeeld van een
cultuurkenmerk in Nederland is het ‘polderen’: men zit vaak aan een tafel om te onderhandelen.
De functies van een cultuur
De socialisatiefunctie: de cultuur van jouw groep bepaalt een deel van je persoonlijkheid. Mensen
hebben ook een gemeenschappelijk referentiekader en dezelfde normen, waarden en gewoonten.
Men begrijpt elkaar beter en kan beter gedachten en gevoelens met elkaar uitwisselen.
Cultuur werkt gedragsregulerend; het stuurt het gedrag van mensen zodat dat geordend en
voorspelbaar verloopt.
Dominante cultuur en subculturen
Er moet een minimum aan gedragsregels zijn om een samenleving goed te laten functioneren. De
dominante cultuur: alle waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken die de
meerderheid van de bevolking met elkaar deelt en als vanzelfsprekend beschouwt.
Binnen de dominante cultuur zijn er veel subculturen, culturen die afwijken van de dominante
cultuur.
4.1.2 Culturele diversiteit
Als er een grote culturele diversiteit is, bestaan er veel verschillende subculturen en levensstijlen.
Er zijn verschillende factoren die culturele diversiteit bevorderen.
1. Woonomgeving
In een stad is men meer gewend aan drukte en anonimiteit, in een dorp is onderlinge betrokkenheid
groot, let men meer op elkaar en is er een ster verenigingsleven.
2. Generatie
Vroeger was men bv formeler en had men gewonere kleding. Ouderen en jongeren hebben een
ander referentiekader.
3. Maatschappelijke positie
Opleiding, beroep en inkomen bepalen maatschappelijke positie. Dit bepaalt je leefstijl.
4. Gender
Gender: de culturele verschillen tussen mannen en vrouwen. Dit heeft ook te maken met
rolpatronen: algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich hoort te gedragen.
5. Migratieachtergrond
Een etnische subcultuur is als mensen zich onderling verbonden voelen door hun land van herkomst
en de daarbij horende waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken.
, Een autochtoon is iemand die in Nederland is geboren, een allochtoon is iemand die zelf, of iemand
wiens ouders, in het buitenland geboren is/zijn. Allochtoon is negatief, dus is het nu iemand met een
migratieachtergrond.
6. Godsdienst en levensbeschouwing
Bij elke godsdienst horen specifieke gebruiken. Christenen zondag, joden zaterdag en moslims vrijdag
vrij.
4.1.3 Cultuur is dynamisch
Tegencultuur
Tegenculturen zijn groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur en die willen
veranderen. Voorbeeld: vroeger vrouwenbeweging, klimaatbeweging en Black Lives Matter.
4.1.4 Dilemma van eenheid en verscheidenheid
Sociale cohesie is het gevoel dat men bij elkaar hoort en onderling verbonden is.
H4 en H5
H4: Pluriforme samenleving
4.1 Wat is een pluriforme samenleving?
Een pluriforme samenleving is een samenleving waarin veel verschillen tussen mensen bestaan in
levensstijl, godsdienst en andere cultuurkenmerken.
4.1.1 Wat is cultuur?
Mensen die lang met elkaar optrekken, ontwikkelen een gezamenlijke cultuur, alle waarden,
normen, gewoonten en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving
met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen. Een voorbeeld van een
cultuurkenmerk in Nederland is het ‘polderen’: men zit vaak aan een tafel om te onderhandelen.
De functies van een cultuur
De socialisatiefunctie: de cultuur van jouw groep bepaalt een deel van je persoonlijkheid. Mensen
hebben ook een gemeenschappelijk referentiekader en dezelfde normen, waarden en gewoonten.
Men begrijpt elkaar beter en kan beter gedachten en gevoelens met elkaar uitwisselen.
Cultuur werkt gedragsregulerend; het stuurt het gedrag van mensen zodat dat geordend en
voorspelbaar verloopt.
Dominante cultuur en subculturen
Er moet een minimum aan gedragsregels zijn om een samenleving goed te laten functioneren. De
dominante cultuur: alle waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken die de
meerderheid van de bevolking met elkaar deelt en als vanzelfsprekend beschouwt.
Binnen de dominante cultuur zijn er veel subculturen, culturen die afwijken van de dominante
cultuur.
4.1.2 Culturele diversiteit
Als er een grote culturele diversiteit is, bestaan er veel verschillende subculturen en levensstijlen.
Er zijn verschillende factoren die culturele diversiteit bevorderen.
1. Woonomgeving
In een stad is men meer gewend aan drukte en anonimiteit, in een dorp is onderlinge betrokkenheid
groot, let men meer op elkaar en is er een ster verenigingsleven.
2. Generatie
Vroeger was men bv formeler en had men gewonere kleding. Ouderen en jongeren hebben een
ander referentiekader.
3. Maatschappelijke positie
Opleiding, beroep en inkomen bepalen maatschappelijke positie. Dit bepaalt je leefstijl.
4. Gender
Gender: de culturele verschillen tussen mannen en vrouwen. Dit heeft ook te maken met
rolpatronen: algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich hoort te gedragen.
5. Migratieachtergrond
Een etnische subcultuur is als mensen zich onderling verbonden voelen door hun land van herkomst
en de daarbij horende waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken.
, Een autochtoon is iemand die in Nederland is geboren, een allochtoon is iemand die zelf, of iemand
wiens ouders, in het buitenland geboren is/zijn. Allochtoon is negatief, dus is het nu iemand met een
migratieachtergrond.
6. Godsdienst en levensbeschouwing
Bij elke godsdienst horen specifieke gebruiken. Christenen zondag, joden zaterdag en moslims vrijdag
vrij.
4.1.3 Cultuur is dynamisch
Tegencultuur
Tegenculturen zijn groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur en die willen
veranderen. Voorbeeld: vroeger vrouwenbeweging, klimaatbeweging en Black Lives Matter.
4.1.4 Dilemma van eenheid en verscheidenheid
Sociale cohesie is het gevoel dat men bij elkaar hoort en onderling verbonden is.