Hoofdstuk 4: Driestromen land
Inhoud:
➢ Inleiding: Wat is het driestromen land
➢ Geestenswetenschappelijkestroming
➢ Empirisch-analytische stroming
➢ Kritische stroming
Inleiding
- Heilpedagogiek komt los van medisch-biologische wetenschappen sluit meer aan bij
pedagogiek nieuw begrip: ‘speciale pedagogiek’
- Voor de alles omvattende term ‘orthopedagogiek’ waren er allemaal verschillende eilandjes
van kennis over bepaalde doelgroepen apart.
- Toen de theorie vorming op gang kwam ontstonden er 3 verschillende kijkwijzen
1949: term orthopedagogiek: beslist op congres in Amsterdam
ontstaan van faculteiten voor pedagogische wetenschappen
Orthopedagogiek: kreeg vorm door maatschappelijke noodzaak en academische interesses
Fundamenten:
- Zorg
- Opvoeding
- Onderwijs
Voor het “afwijkende”, “gestoorde” of “gehandicapte” kind
1. De geesteswetenschappelijke stroming
“iedere mens is een verhaal”
Uitgangspunt: de opvoedingspraktijk
Kernwoorden:
• Holistisch:
Geheel is een som van de delen
Je moet het probleem is zijn context zien, niet alleen de persoon zelf maar heel de omgeving is
betrokken.
• Dialoog
Openstellen voor ontmoeting van mens tot mens. Luisteren en inleven in de verhalen
- Beeld is meer waard dan cijfers (vb. onderzoek bij cafe bazen die alcohol verkopen aan
minderjarigen, niet enkel de cijfers maar ook de uitleg van de mensen zelf vragen)
- Geen wetmatigheden vast stellen elk verhaal is anders en is voorlopig
- Begrijpen van de situatie door in dialoog te gaan
1
, • Begrijpen/ verstehen
Mens proberen te begrijpen door goed te luisteren naar zijn volledige (holistische) verhaal (in
dialoog).
Problematiek van de client begrijpelijk maken voor de omgeving dialoog tussen client en
omgeving weer op gang zetten.
Verstehen is voorlopig: begrijpen moet gezien worden binnen een context die steeds verandert.
• Hermeneutisch proces
Samen achter de betekenis komen van een bepaald probleem, de volledige situatie interpreteren.
“de kunst van het interpreteren”
De hermeneutische cirkel
1. Vorverstandnis (voorbegrip)
Vermoeden
2. Verstehen
Proberen inleven in de situatie
3. Interpretatie van oorspronkelijk fenomeen
Klopt het vermoeden?
Vb. Anneke is 7 en bezoekt een kinderclub van het buurthuis. Ze praat veel over seks en trekt op een
gegeven moment haar onderbroek uit en gaat liggen. Twee aanwezige stagairs en de overige
kinderen reageren verbaasd. Uiteindelijk verbied een stagiaire dit gedrag. De opvoedster stelt zich
verschillende vragen over dit gedrag. Is er seksueel misbruik? Hoe is de thuissituatie? Hoe is Anneke
op school?...
1: vorverstandnis: anneke wordt misbruikt,..
Op basis van dit vermoeden mag je niet verder handelen want zo worden veel fouten
gemaakt.
2: verstehen: raadplegen van publicaties over seksueel misbruik. Kijken naar anneke in de school,
hoe zijn de kinderen? Wordt er op school veel over seks gepraat?.. hoe is anneke thuis? Hoe zijn haar
ouders?..
3: interpreteren: is er werkelijk sprake van een stoornis of seksueel misbruik? Leeft anneke in een
rommelig gezin waar zij soms mee kijkt naar seks films? Is er sprake van groepsgedrag op school? ..
2
,Betekenis voor de praktijk
o Klemtoon ligt op de belevingswereld van het kind
o Interactie tussen volwassene en kind
o De opvoeder heeft enkel zichzelf als instrument
Impact
Beeldcommunicatie:
Vorm van speltherapie waarbij kinderen geholpen worden hun ervaringen te verwerken door ze om
te zetten in beelden. Zonder woorden kunnen zij zich zo uitdrukken (verf, klei, muziek,..)
Pestprojecten:
Gebaseerd op bevindingen van de geesteswet. Stroming.
Projectietests:
Helpen om door te dringen in de wereld van het kind
Dialogische grondvormen:
Door de dialoog tussen client en hulpverlener de orthopedagogische vraag ontdekken. Starten vanuit
een situatie in de praktijk (ter horst)
Vraagstellingstypes:
Zie kok
Kritiek op geenstenswetenschappelijke stroming
1. Te subjectief: vanaf wanneer is iets juist? Richtlijnen? Eigen vooroordeel
2. Niet wetenschappelijk onderbouwd
3. Niet kritisch genoeg; stellen de praktijk niet in vraag
3
, 2. De empirisch-analytische stroming
Het doen en laten van mensen als “waarneembaar gedrag”
Theorie vs praktijk
Vraag van het kind niet van belang
Kernwoorden
• Objectief waarneembaar
Onderzoeken door experimenten. Verband tussen verschijnselen vastleggen.
Verband tussen vormen van opvoedingsgedrag en effecten daar van op het kind.
• Meten en analyseren
Enkel wetenschappelijk getoetste kennis.
• Wetmatigheden
Er zijn wetmatige verbanden tussen verschijnselen in de werkelijkheid objectief en controleerbaar
Kloof tussen theorie en praktijk
• Verklaren
Verschijnselen verklaren door experimenten te doen bij een onderzoekspopulatie. Hier wordt een
regelmaat gezocht en zo worden wetmatigheden opgesteld de mens is objectiveerbaar.
• Oorzaak-gevolg denken
Voor iedereen met een gelijkend probleem, een gelijkende oplossing
• Gedragsmodificatie: de effecten van de trainingsschema’s worden gemeten.
• Empirische cirkel
Verschil met holistische visie:
- Probleem is geen som van de delen
- Probleem oplossing
- Hermeneutische cirkel blijft bij het probleem op zich, zelf interpreteren
- Label: je wordt getest, en de aanpak is bepaald, veel afstandelijker
4
Inhoud:
➢ Inleiding: Wat is het driestromen land
➢ Geestenswetenschappelijkestroming
➢ Empirisch-analytische stroming
➢ Kritische stroming
Inleiding
- Heilpedagogiek komt los van medisch-biologische wetenschappen sluit meer aan bij
pedagogiek nieuw begrip: ‘speciale pedagogiek’
- Voor de alles omvattende term ‘orthopedagogiek’ waren er allemaal verschillende eilandjes
van kennis over bepaalde doelgroepen apart.
- Toen de theorie vorming op gang kwam ontstonden er 3 verschillende kijkwijzen
1949: term orthopedagogiek: beslist op congres in Amsterdam
ontstaan van faculteiten voor pedagogische wetenschappen
Orthopedagogiek: kreeg vorm door maatschappelijke noodzaak en academische interesses
Fundamenten:
- Zorg
- Opvoeding
- Onderwijs
Voor het “afwijkende”, “gestoorde” of “gehandicapte” kind
1. De geesteswetenschappelijke stroming
“iedere mens is een verhaal”
Uitgangspunt: de opvoedingspraktijk
Kernwoorden:
• Holistisch:
Geheel is een som van de delen
Je moet het probleem is zijn context zien, niet alleen de persoon zelf maar heel de omgeving is
betrokken.
• Dialoog
Openstellen voor ontmoeting van mens tot mens. Luisteren en inleven in de verhalen
- Beeld is meer waard dan cijfers (vb. onderzoek bij cafe bazen die alcohol verkopen aan
minderjarigen, niet enkel de cijfers maar ook de uitleg van de mensen zelf vragen)
- Geen wetmatigheden vast stellen elk verhaal is anders en is voorlopig
- Begrijpen van de situatie door in dialoog te gaan
1
, • Begrijpen/ verstehen
Mens proberen te begrijpen door goed te luisteren naar zijn volledige (holistische) verhaal (in
dialoog).
Problematiek van de client begrijpelijk maken voor de omgeving dialoog tussen client en
omgeving weer op gang zetten.
Verstehen is voorlopig: begrijpen moet gezien worden binnen een context die steeds verandert.
• Hermeneutisch proces
Samen achter de betekenis komen van een bepaald probleem, de volledige situatie interpreteren.
“de kunst van het interpreteren”
De hermeneutische cirkel
1. Vorverstandnis (voorbegrip)
Vermoeden
2. Verstehen
Proberen inleven in de situatie
3. Interpretatie van oorspronkelijk fenomeen
Klopt het vermoeden?
Vb. Anneke is 7 en bezoekt een kinderclub van het buurthuis. Ze praat veel over seks en trekt op een
gegeven moment haar onderbroek uit en gaat liggen. Twee aanwezige stagairs en de overige
kinderen reageren verbaasd. Uiteindelijk verbied een stagiaire dit gedrag. De opvoedster stelt zich
verschillende vragen over dit gedrag. Is er seksueel misbruik? Hoe is de thuissituatie? Hoe is Anneke
op school?...
1: vorverstandnis: anneke wordt misbruikt,..
Op basis van dit vermoeden mag je niet verder handelen want zo worden veel fouten
gemaakt.
2: verstehen: raadplegen van publicaties over seksueel misbruik. Kijken naar anneke in de school,
hoe zijn de kinderen? Wordt er op school veel over seks gepraat?.. hoe is anneke thuis? Hoe zijn haar
ouders?..
3: interpreteren: is er werkelijk sprake van een stoornis of seksueel misbruik? Leeft anneke in een
rommelig gezin waar zij soms mee kijkt naar seks films? Is er sprake van groepsgedrag op school? ..
2
,Betekenis voor de praktijk
o Klemtoon ligt op de belevingswereld van het kind
o Interactie tussen volwassene en kind
o De opvoeder heeft enkel zichzelf als instrument
Impact
Beeldcommunicatie:
Vorm van speltherapie waarbij kinderen geholpen worden hun ervaringen te verwerken door ze om
te zetten in beelden. Zonder woorden kunnen zij zich zo uitdrukken (verf, klei, muziek,..)
Pestprojecten:
Gebaseerd op bevindingen van de geesteswet. Stroming.
Projectietests:
Helpen om door te dringen in de wereld van het kind
Dialogische grondvormen:
Door de dialoog tussen client en hulpverlener de orthopedagogische vraag ontdekken. Starten vanuit
een situatie in de praktijk (ter horst)
Vraagstellingstypes:
Zie kok
Kritiek op geenstenswetenschappelijke stroming
1. Te subjectief: vanaf wanneer is iets juist? Richtlijnen? Eigen vooroordeel
2. Niet wetenschappelijk onderbouwd
3. Niet kritisch genoeg; stellen de praktijk niet in vraag
3
, 2. De empirisch-analytische stroming
Het doen en laten van mensen als “waarneembaar gedrag”
Theorie vs praktijk
Vraag van het kind niet van belang
Kernwoorden
• Objectief waarneembaar
Onderzoeken door experimenten. Verband tussen verschijnselen vastleggen.
Verband tussen vormen van opvoedingsgedrag en effecten daar van op het kind.
• Meten en analyseren
Enkel wetenschappelijk getoetste kennis.
• Wetmatigheden
Er zijn wetmatige verbanden tussen verschijnselen in de werkelijkheid objectief en controleerbaar
Kloof tussen theorie en praktijk
• Verklaren
Verschijnselen verklaren door experimenten te doen bij een onderzoekspopulatie. Hier wordt een
regelmaat gezocht en zo worden wetmatigheden opgesteld de mens is objectiveerbaar.
• Oorzaak-gevolg denken
Voor iedereen met een gelijkend probleem, een gelijkende oplossing
• Gedragsmodificatie: de effecten van de trainingsschema’s worden gemeten.
• Empirische cirkel
Verschil met holistische visie:
- Probleem is geen som van de delen
- Probleem oplossing
- Hermeneutische cirkel blijft bij het probleem op zich, zelf interpreteren
- Label: je wordt getest, en de aanpak is bepaald, veel afstandelijker
4