MB HC 1 BS6 1
MB HC 2 BS6 10
MB HC3 BS6 17
MB HC 4 BS6 25
Klinisch redeneren 32
Overig 32
MB HC 1 BS6
8. kan de anatomie, fysiologie en gevolgen van veroudering van het spijsverteringsstelsel
beschrijven. BS6/MB
,9. kan van de in beroepssituatie 6 behandelde buikproblematieken, eventueel aan de hand
van een casus, de diagnostiek, oorzaak, symptomen, behandeling (inclusief de diverse
stomata) en complicaties uitleggen. BS6/MB
10. kan van de meest gebruikte geneesmiddelen (laxeermiddelen, middelen bij diarree, anti-
emetica, maagzuurmiddelen en corticosteroïden) bij buikproblematieken de stof-/merknaam,
indicatie, meest voorkomende bijwerkingen en eventuele bijzonderheden of interacties
benoemen. BS6/MB
Spijvertertingskanaal
Histologie
oppervlakte vergroting door: (hierdoor opname ook beter)
● Plooien/ groeven in submucosa
● Villi (darmvlokken)
● Microvilli
Capillairen netwerk (om alle stoffen op te kunnen nemen)
Poortader (naar lever vervoerd)
,Dunne darm (duodenum, jejunum, ileum)
Veel verteringsactiviteit in dunne darm
● Pancreas - alvleesklier
● Gal - galblaas
● Darmsap
Dikke darm
A. Cecum (hier zit blinde darm aan vast)
B. Colon ascendens
C. Colon transversum
D. Colon descendens
E. Colon sigmoideum
F. Rectum
Peritoneum (buikvlies)
Pariëtale peritoneum (zit tegen de buikwand aan)
, Viscerale peritoneum (omgeven om de darm en vouwt eromheen en plakt aan elkaar, vormt
streng en komt vervolgens vast te zitten aan het pariëtale peritoneum)
Door deze blijven de darmen in de buikholte liggen
Omentum majus (grote flap buikvlies die over de darmen heen ligt)
Omentum minus (flap van buikvlies tussen de maag en de lever, verbind ze met elkaar)
Peritoneale ruimten en organen
Intraperitoneaal: in de ruimte binnen het peritoneum
● Anatomisch: letterlijk omgeven door peritoneum
● Klinisch: binnen het pariëtale peritoneum
Lever, jejunum, ileum
Retroperitoneaal: in de ruimte achter het peritoneum
Duodenum, nieren, aorta, vena cava inferior
Buikproblematieken
Inflammatory Bowel Disease
Ziekte van Crohn
Skip lesions
● Vooral terminale deel ileum
● Kan in hele maagdarmstelsel voorkomen
Colitis ulcerosa (zweervorming)
● Dikke darm
● Vooral rectum en sigmoid
● Soms hele colonslijmvlies ontstoken
Verschillen (over het algemeen genomen)
Ziekte van Crohn Colitis ulcerosa
● Alle lagen ontstoken ● Vooral slijmvlies ontstoken, diepere
● Ronde keienaspect lagen niet aangedaan
● Vette ontlasting (steatorroe), diarree ● Onregelmatig slijmverlies
met slijm en bloed ● Diarree met slijm en bloed
● Stricturen(vernauwingen darmwand) ● Dehydratie
en obstipatie ● Anemie met laag MCV (ijzergebrek)
● Fistels
● Anemie met hoog MCV (↓ vit. B12)
Oorzaak (niet precies bekend)
Vermoedelijk auto-immuunziekte
● Beïnvloeding erfelijke factoren en micro-organismen
● Stress (niet oorzaak maar maakt symptomen erger)
● Roken
Algemene symptomen
● Darmkrampen