Geschiedenis samenvatting
Hoofdstuk 9
Kenmerkende aspecten
o De industriële revolutie die in de westerse wereld basis legde voor industriële
samenleving
o De moderne vorm van imperialisme die verband hield met industrialisatie
o De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionalisme en feminisme (LINASOCOFE)
Paragraaf 1
Van agrarisch-urbane samenleving industriële samenleving
o Kleinschalige, handmatige productie gemechaniseerde massaproductie
Oorzaken groei Engelse economie
o Opbrengsten landbouw stegen door nieuwe wetenschappelijke kennis, nieuwe
gewassen en betere landbouwwerktuigen
o Bevolkingsgroei door meer beschikbaar voedsel en verbeterde ziektebestrijding
vraag naar voedsel en kleding steeg (goed voor boeren en handelaren)
o Koloniën in Azië en Amerika produceerden goedkope grondstoffen impuls aan
ondernemers (vooral bij textielnijverheid)
Textielindustrie
o Winsten uit landbouw en handel textielproductie ontwikkelen apparaten, te
groot voor in huis speciale fabrieken huisnijverheid verdween
Gevolgen groei Engelse economie
o ECO: Stoommachines ook mijnbouw en ijzerindustrie belangrijk voor economie
enorme fabriekssteden
o ECO: Om grondstoffen en eindproducten te vervoeren kanalen en spoorwegen
o SOCIAAL: Maatschappelijke indeling in klassen en standen veranderde:
fabriekseigenaren heel rijk en kregen politieke macht
o SOCIAAL: Nieuwe sociale groep namelijk arbeidersklasse = slechte werk- en
leefomstandigheden
o SOCIAAL: Versterking middenklasse, fabrieken boden baan aan mensen met
opleiding groeiend zelfbewustzijn en streven naar politieke invloed
Groeiende staatsbemoeienis
o Onderwijs: eerst in handen van bv. Kerk, nu scholen van overheid = industrialisatie
liet zien dat onderwijs belangrijk was
o Leefbaarheid steden: Afval en geen goed drinkwater bedreiging voor
volksgezondheid Aanleg riolering, afvalverwerking, wegaanleg, openbaar vervoer
en energievoorziening
Periode industriële revolutie = periode waarin modern kapitalisme en economisch
liberalisme ontstonden
Hoofdstuk 9
Kenmerkende aspecten
o De industriële revolutie die in de westerse wereld basis legde voor industriële
samenleving
o De moderne vorm van imperialisme die verband hield met industrialisatie
o De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionalisme en feminisme (LINASOCOFE)
Paragraaf 1
Van agrarisch-urbane samenleving industriële samenleving
o Kleinschalige, handmatige productie gemechaniseerde massaproductie
Oorzaken groei Engelse economie
o Opbrengsten landbouw stegen door nieuwe wetenschappelijke kennis, nieuwe
gewassen en betere landbouwwerktuigen
o Bevolkingsgroei door meer beschikbaar voedsel en verbeterde ziektebestrijding
vraag naar voedsel en kleding steeg (goed voor boeren en handelaren)
o Koloniën in Azië en Amerika produceerden goedkope grondstoffen impuls aan
ondernemers (vooral bij textielnijverheid)
Textielindustrie
o Winsten uit landbouw en handel textielproductie ontwikkelen apparaten, te
groot voor in huis speciale fabrieken huisnijverheid verdween
Gevolgen groei Engelse economie
o ECO: Stoommachines ook mijnbouw en ijzerindustrie belangrijk voor economie
enorme fabriekssteden
o ECO: Om grondstoffen en eindproducten te vervoeren kanalen en spoorwegen
o SOCIAAL: Maatschappelijke indeling in klassen en standen veranderde:
fabriekseigenaren heel rijk en kregen politieke macht
o SOCIAAL: Nieuwe sociale groep namelijk arbeidersklasse = slechte werk- en
leefomstandigheden
o SOCIAAL: Versterking middenklasse, fabrieken boden baan aan mensen met
opleiding groeiend zelfbewustzijn en streven naar politieke invloed
Groeiende staatsbemoeienis
o Onderwijs: eerst in handen van bv. Kerk, nu scholen van overheid = industrialisatie
liet zien dat onderwijs belangrijk was
o Leefbaarheid steden: Afval en geen goed drinkwater bedreiging voor
volksgezondheid Aanleg riolering, afvalverwerking, wegaanleg, openbaar vervoer
en energievoorziening
Periode industriële revolutie = periode waarin modern kapitalisme en economisch
liberalisme ontstonden