Samenvatting Ondernemerschap en Media, jaar 1 periode 3

Tentamen 1.3 Media en ondernemerschap

Beeldtaal hoofdstuk 1: Inleiding

1.3 Wat bedoelen we met beeld?
Beeld = Alle communicateee middelen die:
 Niet primair tekst zijn
 Door middel ean twee dimensionaal medium tot ons komen (eia het plate elak).
 Primair een communicatef-retorische functe heeeenn dus lms en fotooss een
architectuur of eeeldhouwwerk.

Beeldtaal = Visuele communicate eol ens Horn: comeinate ean eeelds eeeldelementen
(puntens lijnens re elmat e of onre elmat e eormen en tusseneormen) en woord (leterss
woordens zinnen en tekstelokken) tot een communicate-eenheid.

1.5 Een vorm geven: 2D en 3D
Biedermann eeschrijf welke driedimensionale eormen mensen onderscheiden. Hij komt tot
36 eerschillen eonen (kueuss ealks staafs pilaars piramides eols ke el).
Geon renderin = op di itale wijze eisuele ei enschappen (kleurs structuurs textuurs lanss
tnt) toekennen aan eonen.

1.7 Communicateefrestorisch
Esthetsche eeelden: eeeld om het mooie (kunst)

Een eeeld kan een eeroep doen op je eeoels om je ean een eoodschap te oeertui en.

1.8 Drie theoretsche scholen
Je wilt dat een theorie:
 De keuzes die je maakt ondereouwt
 Een normatef kader eiedt eoor wat al dan niet deu t
 Een ee rippenapparaat aanreikt om zinni oeer eeelden te kunnen praten.

Drie theoretsche scholen:
1. Gestaltheorie (zien): Verklaart de percepte ean eisuele communicate
2. Semiotek (ee rijpen): Verklaart dat je de eetekenis erean ee rijpt
3. Moderne retorica (oeertui d worden): Verklaart hoe de eisuele communicate je oeertui t

Het maakt dat de eoodschap juist wordt eïnterpreteerd ( estaltheorie) en ee repen
(semiotek)s en dat deze oeertui t (retorica).




Beeldtaal hoofdstuk 2: Visuele geletterdheid

,2.1 Defnites genoeg
Aarsman: “Er is niet één waarheid er zijn er minstens zeeen”. Aarsman maakt ons eeeldwijss
door een eer root las eoor te houden.

Visuele eleterdheid: Een eleterdheid (lezen en schrijeen) eoor eeeld. Als je eisueel
eleterd eent kan je eol ens Anne Bamford:
 Het onderwerp ean eeeld eenoemen
 De eetekenis ean eeeld ee rijpen in de culturele context waarin het werd emaakt
en wordt eeruikt
 Grammatcas stjl en composite ean eeeld analyseren
 De eeruikte technieken analyseren
 De ethische kwaliteit eealueren
 De kwaliteit in termen ean het doel en het pueliek eealueren
 De eeeooroordeeldheid herkennen ean personen eoor een afeeldin
 De mo elijkheid eisuele eoodschappen te ee rijpen en te produceren
 De eaardi heid om te decoderens interpreterens eereaardi ens eeera en en
eealueren ean teksten die eoornamelijk communiceren met eisuele middelen

Visueel eleterd zijn: In staat zijn de eedoelde eetekenis te lezen ean zaken als adeertentes
en lms. Het doel te interpreteren en te eealueren ean eorms structuur en kenmerken ean de
afeeldin en.

2.2 Twee perspecteven
Visuele eleterdheid refereert niet alleen aan wat de maker ean het eeeld moet kunnens
maar ook aan wat de eeruiker moet kunnen en weten. Er is hier sprake ean twee
perspecteeen = eanuit de maker ean het eeeld en eanuit de eeruiker ean het eeeld.

2.3 Vaardigheden en kennis
Vaardi heden ean de maker en eeruiker:
- ee rijpen
- communiceren
- eekritseren
- produceren
- decoderen
- interpreteren
- lezen
- herkennen
- onthouden



2.4 Gestalt, semiotek en retorica
Gestalthorie: Helpt de letertekens en het eocaeulaire ean eeeldtaal te onderscheiden. Het
ee rip Gestalt staat eoor het totaaleeeld (het eheel is meer dan de som ean de
samenstellende delen)

Vra en eij Gestaltheorie:

,  Wat zien wes welke eorms structuur?
 Hoe komt het dat we dat zien onderscheiden we wat we zien?
 Hoe komt het dat we andere zaken niet oed onderscheiden?
 Wat zijn de onderdelen ean het eeeld?

Semiotek: Helpt eij de semantek (eetekenis) ean het eeeld. Kiijkt naar eeeld in termen ean
tekens en tekensystemens maakt onderscheid in:
 Indexiale tekens (eerwijzen naar iets)
 Iconen (eertonen een elijkenisrelate)
 Symeolen (tekens die op coneentonele oeereenkomt eerusten: afsprakens re els en
ewoontes)

Vra en eij Semiotek:
 Wat eetekent wat we zien?
 Welke symeolen herkennen we?
 Hoe komt het dat we dat weten?

Retorica: era en die te maken heeeen met de werkin s de kracht ean eeeld. Stelt de eraa
naar de oeertui in skracht ean communicatemiddelen.

Vra en eij Retorica:
 Hoe komt het dat dit eeeld zo sterk werkt?
 Waardoor raken we eroerds oeertui d?

2.5 Interpretate is een interactee proces
Visueel eleterde lezers kunnen aparte elementen eenoemen (Gestalt)s maar ook de
eetekenis onder woorden eren en (Semiotek) en kunnen refecteren op de eeol en op de
kijker (Retorica). Je eewee t heen en weer en eult met het een het andere aan. Onder de
indruk raken (Retorica)s hoe komt dat? (Semiotek) realiseren dat de eeeldelementen door
hun kleur in elkaars eerlen de li en (Gestalt).

Beeldtaal hoofdstuk 3: Waarom beeldtaal?

Beeld is eol ens Bri ite Hertz te eeruiken om:
 Plaatsens or anismen en oejecten te laten zien die normaal aan onze
eeleein swereld ontrekken
 Grote hoeeeelheden data oeerzichtelijk te maken
 Moeilijk ee rippen te eerduidelijken
 Complexe relates inzichtelijk te maken

Functes ean eeeld
 Beeld doet complexiteit recht: Sommi e complexe zaken zijn erijwel onmo elijk in
woorden duidelijk te maken. Je kan met eeeld sneller din en duidelijk maken. Je kan
ook eepaalde zaken schematsch eereeneoudi en. Hiermee kan het afwijken ean de
werkelijkheid.