100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Praktisch Staatsrecht samenvatting / Eigen cijfer = 9,1

Rating
3.7
(34)
Sold
97
Pages
25
Uploaded on
08-10-2018
Written in
2017/2018

Praktisch staatsrecht samenvatting. Gehele lesstof samengevat incl. wetsartikelen en schema's. Zelf heb ik met deze samenvatting 9,1 gehaald.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
October 8, 2018
Number of pages
25
Written in
2017/2018
Type
Summary

Subjects

Content preview

Staatsrecht samenvatting
Kenmerken van de staat:
 Soevereiniteit
 Grondgebied
 Gemeenschap van mensen

Verdrag: Schriftelijke overeenkomst tussen staten.
Soevereiniteit:
 Het hoogste gezag van de staat is gericht op het scheppen en handhaven van orde en
recht.
 Geweldsmonopolie: exclusieve bevoegdheid van de staat om geweld te gebruiken.
 Staat: Het land met grondgebied en inwoners of de overheid.
 Rechtspersoon: Zelfstandige drager van rechten en plichten en als staatsmacht kan
optreden.
Grondgebied:
 Staat heeft exclusieve zeggenschap over zijn gehele territorium
 Land, binnenwateren, zee en luchtruim.

Gemeenschap van mensen:
 Gemeenschap wordt gevormd door afstamming of nationaliteit.

Taken overheid:
 Zorgt voor bescherming van de burgers door landgrenzen te verdedigen en de orde te
handhaven.
 Zorgt ervoor dat het algemeen belang wordt gediend.

Publiek recht: Regelt de verhouding tussen de staat en de burger.
Burgerlijk recht: Regelt de juridische verhoudingen tussen (rechts)personen.
Staatsrecht: Betreft de manier waarop de staat is ingericht en het optreden van de overheid
is georganiseerd.
Hoofdlijnen Staatsrecht:
 Inrichting van de staat en verdeling van bevoegdheden.
 Handhaving van de individuele vrijheden van de burger.
 Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid.
 Totstandkoming, gelding en handhaving van het recht.

Het Nederlands Koninkrijk:
 Vanaf 10-10-’10: Nederland: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
 Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (BES-eilanden) zijn openbare lichamen.
 Statuut: Staatsregeling waarin afspraken zijn vastgesteld over onderlinge verhoudingen
in het Koninkrijk en de samenwerking.
 Eigen afzonderlijke staten mogen eigen aangelegenheden zelf behartigen.

,Rechtsgevolgen Nederlanderschap:
 Vrije toegang en verblijf.
 Exterritoriale werking: Wetboek van Strafrecht heeft werking buiten Nederland.
 Diplomatieke bescherming: Vertegenwoordigers van Nederland zetten zich in voor
Nederlanders die in het buitenland gevangen zijn genomen goed worden behandeld door
de buitenlandse staat.
 Nederlanders worden niet aan andere staten uitgeleverd als niet zeker is dat ze hun straf
in Nederland mogen uitzetten.
 Wet AB
 Art, 4 Gw: Actief en passief kiesrecht
 Sommige openbare functies zoals burgemeester (art. 63 Gemw.) en rechter.
 Voorzieningen en uitkeringen.

Vreemdeling: Hij die de Nederlandse nationaliteit niet bezit.
Rijkswet Nederlanderschap regelt nationaliteit zaken.
Redenen Nederlanderschap ontnemen:
 Misdrijven tegen de mensheid plegen
 Zonder toestemming van de regering mensen werven voor vreemde krijgsdienst of
gewapende strijd.
Koppelingsbeginsel: Uitgangspunt dat het recht op een verstrekking of voorziening van de
overheid is gekoppeld aan het rechtmatig verblijf.
Grondrechten: Mensenrechten van burgers waar de overheid alleen inbreuk op mag maken
als dit wettelijke bepaald is.
Bronnen van het staatsrecht:
 Verdragen
 Statuut
 Grondwet
 Jurisprudentie
 Gewoonterecht

Grondwet 1815:
 Regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de staatsorganen
en de verdeling van de staatsmacht.
 Regering: Koning en de ministers (art. 42 lid 1 Gw.)
 Formele wetgever: Regering en Staten-Generaal stellen gezamenlijk wetten (in formele
zin) vast.
Statuut 1954:
 Regelt de organisatie van het Koninkrijk en de onderlinge verhoudingen en
samenwerking tussen Nederland en de overzeese delen van het Koninkrijk.
Organieke wetten:
 Wet in formele zin die in opdracht van de Grondwet tot stand is gekomen.
 Bv: provinciewet en gemeentewet, wet op de Raad van State, wet RO, RWN en Vw.

,  Raad van State: orgaan dat o.a. juridische adviezen geeft aan de Nederlandse overheid.

Koninklijk Besluit:
 Een dergelijk besluit afkomstig van de Nederlandse regering.
 Bv: Benoeming van burgemeester.

Jurisprudentie:
 Uitspraken van rechters.
 Vorming van nieuwe staatsrecht.

Gewoonterecht:
 Ongeschreven regels.
 Voorwaarden: Bepaald gebruik waarvan men vindt dat het juridisch gezien zo hoort en
een zekere tijd voortduurt.
 Vertrouwensregel.

Verdragen:
 Rechtstreekse verdragen die werking hebben in NL: EU-Verdrag, Verdrag van
Schengen, Vluchtelingenverdrag, EVRM en BUPO.
Nachtwakerstaat: Terughoudende houding van de overheid. Alleen ingrijpen wanneer het
moet. Zorgen voor veiligheid, rust en orde.
Sociale verzorgingsstaat: Actieve houding van de staat. Een menswaardig bestaan
garanderen en in te grijpen in het sociaaleconomische leven.
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1579: Statenbond.
1789: Franse Revolutie
1795: Fransen veroveren Verenigde Nederlanden.
Statenbond: Samenwerkingsverband tussen zelfstandige staten gebaseerd op een verdrag.
Confederatie
Bondsstaat: Staat bestaande uit grotendeels onzelfstandige federale staten met een
centraal federaal gezag. Federatie. Constitutie. VS en Duitsland.
Eenheidsstaat: Staat bestaande uit onzelfstandige delen onder een centraal gezag.
Het grootste verschil tussen een statenbond en een bondsstaat is dat de deelstaten in een
bondsstaat hun zelfstandigheid en daarmee ook hun staatsmacht grotendeels afstaan aan
een centraal gezag, de federale regering.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat: De centrale overheid heeft een deel
van haar regelgevende en bestuurlijke taken en bevoegdheden overgedragen aan lagere
overheden, zodat het staatsgezag deels op centraal en deels op decentraal niveau ligt.
Openbaar bestuur decentraal niveau: Provincies, gemeenten en waterschappen (art. 123
en 133 Gw.)
Kenmerken democratische rechtstaat:
 Eerbiediging van grondrechten
 Legaliteitsbeginsel: Elk optreden van de overheid moet grondslag hebben op de wet.
$6.05
Get access to the full document:
Purchased by 97 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing 7 of 34 reviews
3 year ago

4 year ago

4 year ago

4 year ago

4 year ago

5 year ago

6 year ago

3.7

34 reviews

5
8
4
13
3
10
2
1
1
2
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
nh28 Erasmus Universiteit Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
373
Member since
8 year
Number of followers
245
Documents
21
Last sold
1 month ago

3.7

112 reviews

5
23
4
50
3
30
2
5
1
4

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions