MODULE 5: GERECHTERLIJK RECHT
BEGRIP
Gerechtelijk recht
= het geheel van regels m.b.t. de organisatie, bevoegdheid en werking van de rechterlijke macht, de manier
waarop in een privaatrechtelijk geschil geprocedeerd wordt, de rechtsmiddelen die tegen aldus uitspraken
kunnen worden aangewend en de tenuitvoerlegging van die uitspraken
• Het zijn geen regels die gedragingen en handelingen regelen maar bepalen bij wie en hoe subjectieve
rechten kunnen worden afgedwongen
• Alle normen van het gerechtelijk recht staan apart in het gerechtelijk wetboek
• Het word traditioneel tot het privaatrecht gerekend desondanks het ook de gerechtelijke inrichting en
de bevoegdheid van rechtscolleges omschrijft
FUNDAMENTELE PRINCIPES VAN HET RECHTSPREKEN
= principes om een eerlijk proces te garanderen. De meeste van de principes zijn in de Grondwet opgenomen
Andere kunnnen in algemene beginselen of in het EVRM gevonden worden.
1. Onafhankelijkheid
• Rechters zijn onafhankelijk in de uitoefening van hun rechtsprekende bevoegdheden
• Rechters moeten hun oordeel op een onafhankelijke wijze vormen
o Geldt t.a.v. de politieke macht
§ De rechter moet zich van elk instructie of censuur onthouden
§ Komt tot uitting in een levenslange benoeming tot rechter, door de wet vastgestelde
wedde en een cumulatieverbod dat stelt dat als je rechter bent, geen ander beroep
mag uitoefenen
o Geldt t.a.v. andere rechters
§ De rechter is m.a.w. niet gebonden door vroegere uitspraken van andere hoven en
rechtbanken
• Rechters kunnen afgezet worden maar enkel door de rechterlijke macht zelf niet de WM of UM, dit om
de trias politica te beschermen
• Uitzondering
o Als Hof van Cassatie een bepaalde rechtspunt casseert, dan is de rechter naar wie de zaak is
verwezen, gebonden door het antwoord van het Hof van Cassatie.
2. Onpartijdigheid
• Subjectieve onpartijdigheid
= verwijst naar het effectief niet vooringenomen mogen zijn (een vooroordeel hebben). De rechter mag
zich alleen mag laten leiden door objectieve argumenten
• Objectieve onpartijdigheid
= verwijst naar het feit dat ook de indruk en de schijn van partijdigheid moet worden vermeden, zodat
een rechter niet kan oordelen in een zaak waarin hij vroeger in een andere hoedanigheid is opgetreden
o Vb. het “spaghetti-arrest”
• Wraking van de rechter
= techniek om partijdigheid te bestrijden, houdt in dat de rechter zich uit het debat moet terugtrekken.
o Dat kan consequenties hebben dat de zaak volledig herdaan moet worden vanaf 0 want volgens
de regel moet de rechter het proces van begin tot eind volgen
3. Verplichting om een uitspraak te doen
BEGRIP
Gerechtelijk recht
= het geheel van regels m.b.t. de organisatie, bevoegdheid en werking van de rechterlijke macht, de manier
waarop in een privaatrechtelijk geschil geprocedeerd wordt, de rechtsmiddelen die tegen aldus uitspraken
kunnen worden aangewend en de tenuitvoerlegging van die uitspraken
• Het zijn geen regels die gedragingen en handelingen regelen maar bepalen bij wie en hoe subjectieve
rechten kunnen worden afgedwongen
• Alle normen van het gerechtelijk recht staan apart in het gerechtelijk wetboek
• Het word traditioneel tot het privaatrecht gerekend desondanks het ook de gerechtelijke inrichting en
de bevoegdheid van rechtscolleges omschrijft
FUNDAMENTELE PRINCIPES VAN HET RECHTSPREKEN
= principes om een eerlijk proces te garanderen. De meeste van de principes zijn in de Grondwet opgenomen
Andere kunnnen in algemene beginselen of in het EVRM gevonden worden.
1. Onafhankelijkheid
• Rechters zijn onafhankelijk in de uitoefening van hun rechtsprekende bevoegdheden
• Rechters moeten hun oordeel op een onafhankelijke wijze vormen
o Geldt t.a.v. de politieke macht
§ De rechter moet zich van elk instructie of censuur onthouden
§ Komt tot uitting in een levenslange benoeming tot rechter, door de wet vastgestelde
wedde en een cumulatieverbod dat stelt dat als je rechter bent, geen ander beroep
mag uitoefenen
o Geldt t.a.v. andere rechters
§ De rechter is m.a.w. niet gebonden door vroegere uitspraken van andere hoven en
rechtbanken
• Rechters kunnen afgezet worden maar enkel door de rechterlijke macht zelf niet de WM of UM, dit om
de trias politica te beschermen
• Uitzondering
o Als Hof van Cassatie een bepaalde rechtspunt casseert, dan is de rechter naar wie de zaak is
verwezen, gebonden door het antwoord van het Hof van Cassatie.
2. Onpartijdigheid
• Subjectieve onpartijdigheid
= verwijst naar het effectief niet vooringenomen mogen zijn (een vooroordeel hebben). De rechter mag
zich alleen mag laten leiden door objectieve argumenten
• Objectieve onpartijdigheid
= verwijst naar het feit dat ook de indruk en de schijn van partijdigheid moet worden vermeden, zodat
een rechter niet kan oordelen in een zaak waarin hij vroeger in een andere hoedanigheid is opgetreden
o Vb. het “spaghetti-arrest”
• Wraking van de rechter
= techniek om partijdigheid te bestrijden, houdt in dat de rechter zich uit het debat moet terugtrekken.
o Dat kan consequenties hebben dat de zaak volledig herdaan moet worden vanaf 0 want volgens
de regel moet de rechter het proces van begin tot eind volgen
3. Verplichting om een uitspraak te doen