Voorbereidend blok Acute Geneeskunde
Week 1: Pijn op de borst
Differentiaal diannseie bi ii n si de bsrei
Cardiovasculair: 16-22% bij HA.
- Acuu csrsnair eiyndrssm: IAP of myocard infarct
- Angina pectoris
- Ritmestoornis: ischemie door te lage perfusie.
- Vaatspasme
- Tamponade: pijn-
- Pericardits
o Subacuut begin, koorts, stekende pijn gerelateerd aan lichaamsposite en AH.
- Thsracaal aneuryeima/dieieiectie
o Scheurende pijn meer centraal gelokaliseerd met uitstraling naar rug en benen.
Pulmonaal: 3-8% bij HA.
- Pneumonie
- COPD
- Lsnnembslie: groot ruiterembolie
- Pneumothorax (eiianninneiineums hsrax)
- Pleurits: subacuut verloop met pijn vastzitend aan ademhaling
Spier/skelet borstkas: 36-49% bij HA.
- Ribklachten (#, contusie, intercostaal neuralgie): oppervlakkige AH met slecht doorademen.
- Pijn aan costochondrale overgang (syndroom van Tietze)
- Schouderklachten
- Myogene klachten
- Herpes zoster: pijn in 1 dermatoom. Blaasjes+
Gastro-intestnaal: 2-19%
- Oesophagus-spasme: reageert ook op NTG.
- Refuxklachten
- Oesophagits – gastrits
- Ulcus peptcum
- Galblaasklachten: uitstraling naar schouder.
Psychogeen: 5-11% bij HA.
- Angstklachten paniekaanval met hyperventlate
- Nerveus functonele klachten, MUPS (medically unexplained psychical symptoms).
POB e.c.i.: anders/onbekend: 16-17% bij HA.
Cardiale rieiicsfac sren
- Leefijd en mannelijk geslacht
- Inactviteit
- Obesitas/overgewicht
- Roken en overmatge alcoholconsumpte
- Positeve familieanamnese
- Hypertensie
- Hypercholesterolemie (arcus lipoides en xantelasmata)
- Reumatologische ziekte
- Diabetes mellitus type 1/2
- CVA/TIA of perifeer vaatlijden
- Nierfunctestoornissen
,
, Tyiieiche annina iec sriei >70% stenose in een coronairarterie geef angina pectoris.
1) Locate: retrosternaal en karakter: drukkend.
2) Gerelateerd aan inspanning (en afname bij rust<15 min.)
3) NTG-positef (binnen 1-5 min.)
- Atypische angina pectoris: Bij 2/3
- Niet karakteristeke POB of atypische thoracale klachten : Bij 1/3
Acuu csrsnair eiyndrssm
Instabiele angina pectoris:
- POB soms bij inspanning, soms in rust (10-15% MI).
- Bij bekende AP-patint: vaker of eerder klachten met trager/minder reacte op NTG
Myocard infarct:
- Niet gerelateerd aan inspanning met vegetateve verschijnselen: zweten, misselijk, bleek.
- Stuwing halsvenen en oedemen.
- Non-STEMI: non-ST-elevated myocard infarct
o Verlengde ischemische pijn op borst >20 min.
o Plus/minus ST-veranderingen.
o Verhoogde enzymen of biomarkers.
o Nog niet door de hele wand heen medicamenteuze poging wagen.
- STEMI: ST-elevaton myocard infarct: onderwand!
o Verlengde ischemische pijn op borst >20 min met:
o Persisterende ST-elevate ondanks NTG (+/- LBTB)
o Pathologische Q-waves (Q’s zijn altjd negatef).
o Verhoogde enzymen of biomarkers (kan ook nog later pas komen)
o Transmurale ischemie met complete afsluitng van coronair vat (is de verwachtng).
Har ri meei ssrnieieien
Supraventriculair:
- Sinustachycardie/bradycardie (hypothyreoïdie, sick sinus syndroom – soms meer tjd)
- Atriale extrasystolen: PQRST komt eerder dan verwacht.
- Atriale tachycardie, atriumfuter/atriumubrilleren
- Atrioventriculaire ritmestoornissen
o AVRT = Wolf-Parkinson-Whitesyndroom = re-entry buiten AV-knoop
o AVNRT = AV-nodale re-entry tachycardie
Ventriculair:
- Ventriculaire extrasystole (PVC): kikkerfenomeen (contracte atrium/ventrikel tegelijk)
- Ventrikeltachycardie, -futer, -ubrilleren
AV-blok:
- 1e graad: geleidingsvertraging in PR-segment
- 2e graad: Wenckebach (geleidelijk >PR-segment) of Mobitz-II (af en toe P-top zonder QRS).
- 3e graad: ventriculair escaperitme 30-40/min met brede QRS-complexen zonder P-toppen.
Osrzaken
- Myocardischemie: nieuw of oud (AVRT) of andere cardiomyopathie (kleplijden, LVH)
- Elektrolytstoornissen
- Medicijnen
o Ant-aritmica: ook pro-aritmisch efect.
o B-blokkers: AV-blok door vertraagde geleiding in AV-knoop.
o Antbiotca
o Psychofarmaca: verlengde QT-tjd (Torsade!)
o Diuretca: elektrolyten
- Channelopathie, zoals long QT-syndroom of Brugada
Week 1: Pijn op de borst
Differentiaal diannseie bi ii n si de bsrei
Cardiovasculair: 16-22% bij HA.
- Acuu csrsnair eiyndrssm: IAP of myocard infarct
- Angina pectoris
- Ritmestoornis: ischemie door te lage perfusie.
- Vaatspasme
- Tamponade: pijn-
- Pericardits
o Subacuut begin, koorts, stekende pijn gerelateerd aan lichaamsposite en AH.
- Thsracaal aneuryeima/dieieiectie
o Scheurende pijn meer centraal gelokaliseerd met uitstraling naar rug en benen.
Pulmonaal: 3-8% bij HA.
- Pneumonie
- COPD
- Lsnnembslie: groot ruiterembolie
- Pneumothorax (eiianninneiineums hsrax)
- Pleurits: subacuut verloop met pijn vastzitend aan ademhaling
Spier/skelet borstkas: 36-49% bij HA.
- Ribklachten (#, contusie, intercostaal neuralgie): oppervlakkige AH met slecht doorademen.
- Pijn aan costochondrale overgang (syndroom van Tietze)
- Schouderklachten
- Myogene klachten
- Herpes zoster: pijn in 1 dermatoom. Blaasjes+
Gastro-intestnaal: 2-19%
- Oesophagus-spasme: reageert ook op NTG.
- Refuxklachten
- Oesophagits – gastrits
- Ulcus peptcum
- Galblaasklachten: uitstraling naar schouder.
Psychogeen: 5-11% bij HA.
- Angstklachten paniekaanval met hyperventlate
- Nerveus functonele klachten, MUPS (medically unexplained psychical symptoms).
POB e.c.i.: anders/onbekend: 16-17% bij HA.
Cardiale rieiicsfac sren
- Leefijd en mannelijk geslacht
- Inactviteit
- Obesitas/overgewicht
- Roken en overmatge alcoholconsumpte
- Positeve familieanamnese
- Hypertensie
- Hypercholesterolemie (arcus lipoides en xantelasmata)
- Reumatologische ziekte
- Diabetes mellitus type 1/2
- CVA/TIA of perifeer vaatlijden
- Nierfunctestoornissen
,
, Tyiieiche annina iec sriei >70% stenose in een coronairarterie geef angina pectoris.
1) Locate: retrosternaal en karakter: drukkend.
2) Gerelateerd aan inspanning (en afname bij rust<15 min.)
3) NTG-positef (binnen 1-5 min.)
- Atypische angina pectoris: Bij 2/3
- Niet karakteristeke POB of atypische thoracale klachten : Bij 1/3
Acuu csrsnair eiyndrssm
Instabiele angina pectoris:
- POB soms bij inspanning, soms in rust (10-15% MI).
- Bij bekende AP-patint: vaker of eerder klachten met trager/minder reacte op NTG
Myocard infarct:
- Niet gerelateerd aan inspanning met vegetateve verschijnselen: zweten, misselijk, bleek.
- Stuwing halsvenen en oedemen.
- Non-STEMI: non-ST-elevated myocard infarct
o Verlengde ischemische pijn op borst >20 min.
o Plus/minus ST-veranderingen.
o Verhoogde enzymen of biomarkers.
o Nog niet door de hele wand heen medicamenteuze poging wagen.
- STEMI: ST-elevaton myocard infarct: onderwand!
o Verlengde ischemische pijn op borst >20 min met:
o Persisterende ST-elevate ondanks NTG (+/- LBTB)
o Pathologische Q-waves (Q’s zijn altjd negatef).
o Verhoogde enzymen of biomarkers (kan ook nog later pas komen)
o Transmurale ischemie met complete afsluitng van coronair vat (is de verwachtng).
Har ri meei ssrnieieien
Supraventriculair:
- Sinustachycardie/bradycardie (hypothyreoïdie, sick sinus syndroom – soms meer tjd)
- Atriale extrasystolen: PQRST komt eerder dan verwacht.
- Atriale tachycardie, atriumfuter/atriumubrilleren
- Atrioventriculaire ritmestoornissen
o AVRT = Wolf-Parkinson-Whitesyndroom = re-entry buiten AV-knoop
o AVNRT = AV-nodale re-entry tachycardie
Ventriculair:
- Ventriculaire extrasystole (PVC): kikkerfenomeen (contracte atrium/ventrikel tegelijk)
- Ventrikeltachycardie, -futer, -ubrilleren
AV-blok:
- 1e graad: geleidingsvertraging in PR-segment
- 2e graad: Wenckebach (geleidelijk >PR-segment) of Mobitz-II (af en toe P-top zonder QRS).
- 3e graad: ventriculair escaperitme 30-40/min met brede QRS-complexen zonder P-toppen.
Osrzaken
- Myocardischemie: nieuw of oud (AVRT) of andere cardiomyopathie (kleplijden, LVH)
- Elektrolytstoornissen
- Medicijnen
o Ant-aritmica: ook pro-aritmisch efect.
o B-blokkers: AV-blok door vertraagde geleiding in AV-knoop.
o Antbiotca
o Psychofarmaca: verlengde QT-tjd (Torsade!)
o Diuretca: elektrolyten
- Channelopathie, zoals long QT-syndroom of Brugada