bereiden op het examen: “ Management van bedrijfsprocessen” van de NCOI.
Het bestuderen van deze vragen en antwoorden, helpt je beter beslagen ten eis te komen op
het examen. Vele vragen kwamen 1 op 1 terug in het daadwerkelijk examen.
Een aantal voorbeelden ter illustratie:
Vraag:
Beschrijf op welke twee manieren de PDCA-cyclus is verweven in het INK-model?
Antwoord:
De PDCA-cyclus is op twee manieren verweven in het INK-model. Beleid en strategie
vormen samen met leiderschap de Plan-fase. Management van middelen, medewerkers en
processen vormen de Do-fase, de resultaatgebieden medewerkers, klanten en partners,
maatschappij en bestuur en financiers vormen de Check-fase en het onderdeel leren en
verbeteren vormt de Act-fase. Deze aanpak werkt alleen als tegelijkertijd ook aandacht wordt
besteed aan de sociaal dynamische dimensie: Inspireren van medewerkers, mobiliseren van
medewerkers, waarderen van medewerkers en reflecteren (evalueren in hoeverre de
veranderingen bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers).
Vraag:
Waarom wordt bij de invoering van procesmanagement ook de volwassenheid van een
organisatie onderzocht? Motiveer uw antwoord.
Antwoord:
Omdat u de volwassenheid van procesmanagement moet afstemmen op de volwassenheid
van de organisatie. Motivatie: als u bijvoorbeeld het procesmanagement op een veel hoger
volwassenheidsstadium probeert in te richten, zult u de aansluiting missen met de
organisatie en komt er van de inspanningen weinig terecht.
Vraag:
Als u met procesmanagement aan de slag gaat, brengt u eerst focus aan. Met deze focus
wordt in feite de reden bedoeld waarom u met procesmanagement aan de slag wil. Welke
drie stappen helpen u om deze focus aan te brengen?
Antwoord:
U brengt focus aan door de volgende drie stappen te doorlopen: 1) Bepaal de volwassenheid
van uw organisatie; 2) Bepaal de gewenste volwassenheid van procesmanagement; 3)
Bepaal de typische kenmerken van uw primaire proces.
Vraag: Een restaurant heeft een FMEA uitgevoerd op het proces “bereiden voeding” (schaal
1-10). Daarbij heeft men de volgende risico’s gedetecteerd:
Wat is het RPG (Risico Prioriteits Getal) van het risico "Te weinig producten beschikbaar"?
Antwoord: 200
, Vraag:
Een fabriek maakt railgeleiders voor ladesystemen (zoals keukenlades). De directeur van de
fabriek wil zijn productieproces meer flexibel gaan inrichten. Hij kan dat doen door de input,
de throughput en de output van het productieproces te flexibiliseren.
Geef van alle drie de mogelijkheden waarop de directeur het productieproces kan
flexibiliseren één voorbeeld.
Antwoord:
De input van het productieproces kan hij bijvoorbeeld flexibiliseren door de arbeid te
flexibiliseren (overwerken toestaan, functies combineren). De throughput kan hij flexibiliseren
door de processen meer flexibel in te richten. Dus geen productiestraatje waar één product
op wordt gemaakt, maar verschillende productiecellen waarop verschillende producten
kunnen worden geproduceerd. De output flexibiliseren kan hij doen door het assortiment van
zijn producten te vergroten, door meer verschillende soorten producten te produceren, of
door verschillende varianten van ene product te produceren.
Vraag: Een producent van bake-off-producten voor grote supermarktketens produceert
gemiddeld 200.000 croissantjes per dag. Hiervoor is een complete productielijn
gereserveerd, waarbij het bedrijf werkt volgens de Six Sigma-methode. Afwijkingen bij
croissantjes, bijvoorbeeld met betrekking tot omvang en samenstelling, worden continu
onderzocht. De kwaliteitsafdeling die zich hiermee bezighoudt, bestudeert ook de instellingen
van het proces en voert experimenten uit om de kwaliteit van de output steeds meer constant
te maken.
Met welke twee stappen uit het Six Sigma-verbeterproces houdt deze kwaliteitsafdeling zich
bezig?
Antwoord: Analyze en.Improve.