SCHEIDEN EN REAGEREN
PARAGRAAF 1, CHEMIE OM JE HEEN
De meeste stoffen in onze omgeving zijn chemisch gezien niet zuiver. In veel stoffen die
op het oog uit één stof bestaan, zitten heel veel verschillende stoffen. Met
scheidingmethoden haal je één stof uit het mengsel.
PARAGRAAF 2, ZUIVERE STOFFEN EN MENGSELS
Zuivere stof = één stof met een eigen combinatie van stofeigenschappen
• Element = één soort atomen
• Verbinding = twee of meer soorten atomen
Moleculaire stoffen = bestaan uit moleculen die weer uit twee of meer atomen bestaan
Mengsel = bestaat uit twee of meer stoffen à twee of meer soorten
moleculen
Om te onderzoeken of een stof een mengsel is, laat je de stof smelten
of koken.
Zuivere stof (kookpunt) à temperatuur tijdens smelten of koken
hetzelfde
Mengsel (smelt- en kooktraject) à temperatuur loopt langzaam op
tijdens smelten of koken
Hydrofiel = mengt onderling goed maar mengt slecht met hydrofobe stoffen
Hydrofoob = mengt onderling goed
Oplossing = helder en doorzichtig mengsel (nooit wit van kleur)
Suspensie = troebel en ondoorzichtig mengsel (nooit kleurloos)
à doordat vaste stof niet is opgelost
Emulsie = troebel en ondoorzichtig mengsel van twee vloeistoffen die niet goed
mengbaar zijn (nooit kleurloos)
à doordat druppeltjes van ene vloeistof zweven in andere vloeistof
Tweelagensysteem = wanneer een emulsie weer ontmengt, zal de vloeistof met de
grootste dichtheid onderaan komen
Met een emulgator voorkom je dat een emulsie ontmengt. Een emulgatormolecuul heeft
een lange staart van C- en H-atomen en een kleine kop met O-atomen.
à hydrofobe staart en hydrofiele kop
PARAGRAAF 3, SCHEIDINGSMETHODEN
Na het scheiden van een mengsel, krijg je zuivere stoffen. De moleculen veranderen niet
maar worden alleen gesorteerd.
Afhankelijk van de stofeigenschappen kies je een juiste scheidinsmethode.
, Indampen Destillatie Adsorptie Papierchromatografie
Berust op Vluchtigheid Kookpunt Adsorptievermogen Adsorptievermogen en
oplosbaarheid
Welk Opgeloste stof Opgeloste stof Opgeloste stof in Opgeloste kleurstof in
mengsel? in een vloeistof in een vloeistof vloeistof/gevaarlijk vloeistof
gas uit ander gas
Hoe? Oplosmiddel Damp Kleur-, geur- en Elke kleurstof komt op
verdampt en opvangen en smaakstoffen uit een bepaalde hoogte
vaste stof blijft afkoelen zodat oplossing terecht op het papier
over het gaat verwijderen met door het oplosmiddel
condenseren adsorptiemiddel (loopvloeistof)
waardoor deze
stoffen aan middel
hechten
Extraheren Filtreren Membraanfiltratie Bezinken
Berust op Oplosbaarheid Deeltjesgrootte Deeltjesgrootte Dichtheid
Welk Twee vaste Niet opgeloste Twee vloeistoffen Niet opgeloste
mengsel? stoffen vaste stof in vaste stof in
vloeistof vloeistof
Hoe? Een Vloeistof door Vloeistof door filter Suspensie laten
oplosmiddel/e filter laten lopen. laten lopen. De staan. Vaste
xtractiemiddel De vaste stof vloeistof met stof zakt omdat
toevoegen (residu) blijft grootste deeltjes de dichtheid
waarin achter en blijft achter in groter is
sommige vloeistof (filtraat) membraan
stoffen in gaat door filter
oplossen heen
PARAGRAAF 4, CHEMISCHE REACTIES
Bij een chemische reactie veranderen de stofeigenschappen doordat de beginstoffen
veranderen in reactieproducten.
De totale massa van de beginstoffen is gelijk aan de totale massa van de
reactieproducten doordat de deeltjes alleen anders gerangschikt worden.
De reactie verloopt pas als de reactietemperatuur is bereikt. Bij een chemische reactie
treed een energie-effect op.
Exotherm = energie komt vrij in de vorm van warmte, licht of elektrische energie
à alle verbrandingsreacties zijn exotherm want de brandende stof wordt warmer
Activeringsenergie = de energie die je nodig hebt om de temperatuur van een stof op de
reactietemperatuur te brengen
à de reactieproducten bezitten minder chemische energie dan de beginstoffen
Endotherm = energie nodig om reactie te laten verlopen
à de reactieproducten bezitten meer chemische energie dan de beginstoffen
In de energiediagram staat de hoeveelheid energie op de verticale as. Je hebt drie
niveaus:
1. energie van de beginstoffen
2. het niveau van de reactieproducten
3. het niveau van de geactiveerde toestand van de beginstoffen