Samenvatting - Onderwijsfundament

Samenvatting
onderwijsfundament
De structuur van ons onderwijs
Welke 3 lagen heb je in het onderwijs /

 Macroniveau
o Niveau van de overheid/samenleving
 Mesoniveau
o Niveau van de netten en de koepels (gaan scholen helpen om bij te sturen)
 Microniveau
o Kleinste niveau, niveau van een school, daarboven heb je het schoolbestuur.

 Macroniveau: niveau van de bredere samenleving
o Overheid (beslist wat er moet geleerd worden)
 Financiering van de scholen (lonen, schoolgebouwen, materialen)
 Organiseren inspectie om de 6 jaar
 Bepaalt minimumdoelen
 Controleert kwaliteit onderwijs

Dit is enkel voor scholen die erkend zijn. Wanneer zijn scholen erkend?

 Als je aan de minimumdoelen die de overheid oplegt, voldoet.

Wie krijgt er financiering van de overheid?

 Scholen die erkend zijn, die kwaliteitsvol zijn.

Wanneer is een school kwaliteitsvol?

 Als die voldoet aan de minimumdoelen die door de overheid opgelegd
worden, maar hoe je eraan wilt werken met je school, kies je zelf.

In Vlaanderen hebben we 2 regeringen die iets te zeggen hebben over het onderwijs:

o Federale regering
o Beslissingen die voor alle Belgen gelden, dus over heel het land.

o Vlaamse regering
o Beslissingen voor enkel Vlaanderen, beslissen al de rest.

Federale overheid

 Bepaald over heel België
o Nieuwe leerplicht vanaf 5 jaar tot 18 jaar, er is wel geen schoolplicht in België
 Pensioenen
 Leerplicht (5-18 jaar)
 Voorwaarden voor uitreiken van diploma’s

1

,Vlaamse overheid

 Bepaald over Vlaanderen
o Departement onderwijs en vorming
 Minimum doelen onderwijs bepalen
 Kwaliteitsbewaking door inspectie
 Financiering en erkenning van scholen

In het kort: Wat er moet geleerd worden van de overheid, als dat in orde is en die minimum doelen
worden gevolgd worden jullie gefinancierd.

 Mesoniveau: niveau van organisaties boven de scholen

 = niveau van organisaties boven de scholen.
 De koepels en netten zitten in het mesoniveau.
 onder de netten hebben we de koepels.

Wat zijn netten?

 Netten zijn grote groepen van scholen die door hetzelfde
instituut/ organisatie worden ingericht.



Netten (onderwijs georganiseerd in 3 netten afhankelijk van wie het organiseert ) :

 Overheid  GO gemeenschapsonderwijs
 Staten, gemeenten, provincies OGO officieel gesubsidieerd onderwijs
 Privé persoon / organisatie – (geen privéschool want word wel gesubsidieerd)  ZILL vrij
gesubsidieerd onderwijs

Officieel onderwijs

 Moet neutraal zijn.
o Moeten de keuze in godsdienst aanbieden.
 2 netten:
o Gemeenschapsonderwijs (GO)
o Officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO)

Gemeenschapsonderwijs (GO)

 Ingericht in opdracht van de overheid.
 Moeten godsdienst aanbieden.

Officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO)

 Ingericht in opdracht van de overheid door steden/ gemeente/ provincie
Moeten godsdiensten aanbieden




2

,Vrij onderwijs

Vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO)
 Vinden het geen probleem dat er geen keuze is tussen godsdiensten.
 Moeten niet voldoen aan de neutraalheid.
 Gefinancierd, erkent maar niet neutraal.
 Krijgen financiering van de overheid en moeten voldoen aan de mimimumdoelen.
o Vooral katholieke scholen
o Ook scholen met andere godsdienst
o Niet-confessionele vrije scholen (bv. Freinet en Steiner)


Koepels (organisatie die ‘hun’ scholen ondersteunt)

 Gemeenschapsonderwijs (GO)
o Maar 1 koepel binnen dit net: Gemeenschapsonderwijs of GO!
 Officieel Gesubsidieerd onderwijs (OGO)
o 2 koepels binnen dit net:
 Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG)
 Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV)
 Vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO)
o Binnen dit net, 1 koepel en 1 vereniging van 4 andere organisaties.
 Katholieke koepel
 Vereniging Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers.


Waarom spreken we over officieel onderwijs en vrij onderwijs?

 Doordat we overheidsscholen hebben en scholen hebben van privé
organisaties.
 In Vlaanderen hebben we scholen die ingericht
worden door de overheid en anderzijds door
privé organisaties.

Officieel onderwijs is door de overheid, vrij onderwijs is door privé organisaties of mensen.
Wat hebben we in Vlaanderen?

 In Vlaanderen hebben we scholen ingericht door
overheid of privé organisaties of privépersonen.
 In Vlaanderen hebben we officieel en vrij onderwijs;

Wat krijgt onderwijs georganiseerd door privé organisaties of privépersonen niet?

 Geen financiering en geen erkenning.
 Ze moeten dus niet aan de eindtermen voldoen.

Wat zijn koepels?

 Organisatie die probeert ‘hun’ scholen te ondersteunen.


3

, o Het is dus een soort van organisatie, de scholen
die onder hun koepel vallen, gaan zij helpen.
 Onder elk net vallen 1 of meerdere onderwijskoepels.

Wat zijn de taken van de koepels?

1. Minimumdoelen van de overheid concretiseren
- (Gedetailleerder maken)
2. Dienst die begeleiding en tips geeft aan scholen
- (Gaan scholen begeleiden en tips gaan geven, want
als ze de inspectie krijgen moeten ze daar
begeleiding voor krijgen, Die begeleiding wordt
gegeven door de koepels.
3. Ontwikkelen nascholingen
- Nascholingen gaan begeleiden.
4. Verdedigen van belangen bij de overheid.
- Ze gaan ook de belangen van de scholen
die onder hun vallen, gaan verdedigen
bij de overheid.


Microniveau:

 Het niveau van de organisatie zelf, namelijk de school. Daaronder valt het
schoolbestuur en de school
o Schoolbestuur
 Verantwoordelijk voor goed functioneren van 1 of meerdere scholen
 Biedt praktische / pedagogische ondersteuning
o School
 Doelgericht onderwijs inrichten
 Evalueren van vooruitgang leerlingen
 Eigen pedagogische aanpak bepalen
 …



Grote verschillen in het onderwijs
Vroeger was België één parlement en één regering.

Vroeger was er in België 1 parlement en 1 regering.
Sinds 1988 is er een Vlaamse regering, Waalse regering en een
regering van Duitstalige gemeenschap.

Het onderwijs wordt een bevoegdheid van de gemeenschappen.




4